De verzekeraar kan zich het recht voorbehouden de overeenkomst na een schadegeval op te zeggen indien hij een vergoeding aan benadeelde personen heeft betaald of zal moeten betalen, behalve voor wat betreft het betalen van vergoedingen op basis van het vergoedingssysteem betreffende de zwakke weggebruiker.
De opzegging na een schadegeval moet ten laatste een maand na de betaling of weigering van betaling van de vergoeding, worden meegedeeld.
De opzegging treedt ten vroegste in werking drie maanden na de mededeling om de verzekeringnemer de mogelijkheid te geven een nieuwe verzekeringsmaatschappij te vinden.
De opzegging treedt evenwel in werking binnen de maand na de mededeling ervan:
- Indien de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde zich niet houdt aan één van de verplichtingen ontstaan bij de verzekering, met de bedoeling om de verzekeraar te misleiden; en
-
als de verzekeraar bij de onderzoeksrechter een klacht heeft ingediend tegen een van bovengenoemde personen of hem voor de rechtbank heeft gedagvaard op basis van het artikel uit het strafwetboek dat valsheid in geschrifte, oplichting of bedrog behandelt.
De verzekeraar moet de schade voortkomend uit deze opzegging vergoeden, indien
-
hij afziet van zijn actie;
-
de strafvordering op een buitenvervolgingstelling of op een vrijspraak is uitgedraaid.
Tenzij anders overeengekomen betekent de opzegging van een waarborg, in het geval de verzekeraar zich in eenzelfde contract verbindt tot meerdere waarborgen, niet dat het volledige contract wordt opgezegd. In dat geval is het echter aangewezen dat de verzekeringnemer het volledige contract opzegt.