Table of Contents
Naast de debetrente betaalt u voor een krediet meestal nog andere kosten, bijvoorbeeld:
-
dossierkosten,
-
beheerkosten,
-
kredietkaartkosten,
- kosten van verplichte verzekeringen,
Let op: u moet altijd kunnen kiezen bij wie u de verzekering sluit, ook als de verzekering verplicht is!
Samen zitten die kosten in het jaarlijkse kostenpercentage (JKP). Met dat percentage kunt u dus de kostprijs van verschillende kredieten vergelijken, ongeacht het bedrag en de duur van het krediet. Die kosten mogen bovendien de maximumtarieven niet overschrijden.
Commissies voor de kredietbemiddelaars kunnen in België niet aan de consument doorgerekend worden en zitten daarom ook niet in het JKP.
Let wel, niet alle kosten zijn per definitie kredietkosten en zitten dan ook niet in het JKP, bijvoorbeeld:
-
kosten van niet-verplichte verzekeringen
-
kosten van wanbetaling (bijv. verwijlinteresten)
-
de wederbeleggingsvergoeding (bij vervroegde terugbetaling)
Bovendien kan de kredietgever de debetrente en de kosten van geldafhaling aan een automaat veranderen. Lees dus goed uw kredietcontract!
Besef ook dat het JKP niet de werkelijke kost van uw krediet uitdrukt omdat niet altijd geweten is hoeveel en op welk moment u uw krediet zult opnemen en terugbetalen.
Dat is vooral zo bij kredietopeningen, bijvoorbeeld de kredietkaarten met minimale betalingen, waarbij u in grote mate zelf beslist hoeveel u opneemt en terugbetaalt.
Het JKP maakt dan ook gebruik van veronderstellingen en dient enkel om de kostprijs van kredieten te vergelijken op basis van gelijke veronderstellingen. Maar met een programma om het JKP te berekenen kunt u ook een percentage berekenen dat dichter bij uw werkelijkheid ligt door de bedragen en tijdstippen in te geven die u in rekening wilt brengen.
Dat kan bijvoorbeeld met de Europese kredietcalculator op de website van de Europese Commissie (aangeduid als “Spreadsheet: Annual percentage rate of charge calculator”).