Wat moet ik doen als beheerder van een collectieve installatie?
Als beheerder van een collectieve installatie moet u de collectieve installatie(s) die u beheert, registreren op het onlineplatform.  Daarvoor hebt u uw identiteitskaart en een ID-kaartlezer of toegang tot itsme nodig. Zodra u toegang heeft tot het platform met uw identiteitskaart of itsme, voert u afhankelijk van de situatie, de vereiste informatie in:
  • Er is geen KBO-nummer (Kruispuntbank van Ondernemingen):  als de volledige eigendom toebehoort aan één eigenaar. Er is dus geen verdeling in mede-eigendommen, geen vereniging van mede-eigenaars (VME) en dus ook geen KBO-nummer van de VME.
  • Er is wel een KBO-nummer (Kruispuntbank van Ondernemingen):als het gebouw verdeeld is in meerdere mede-eigendommen. Er is dus een VME (vereniging van mede-eigenaars) die geregistreerd is bij de KBO.
Waarom moet ik mijn identiteitskaart/itsme gebruiken om in te loggen op het online platform?
Het gebruik van itsme of uw identiteitskaart dient alleen als identificatiemiddel op het platform en stelt ons in staat om te bepalen wie toegang heeft tot het platform. Het betreft enkel een login. Wij hebben geen toegang tot andere persoonlijke informatie over u.
Wie moet de collectieve installatie registreren?

Het is de beheerder van het gebouw die de collectieve installatie(s) moet registreren, d.w.z. de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van het gebouw. Dit kan een gebouwbeheerder, syndicus, een eigenaar, een mede-eigenaar enzovoort zijn.

Als meerdere mensen de taken van het beheer van het gebouw op zich nemen en er geen aangewezen verantwoordelijke is, dan kan dit de persoon zijn die verantwoordelijk is voor het energiecontract of die toezicht houdt op het onderhoud van de installatie.

Welke informatie heb ik nodig om de collectieve voorziening op het platform te registreren?

Er is geen KBO-nummer (eigenaar/geen verdeling van het gebouw in appartementsrechten)

Onderneming (professioneel/ Vereniging van Mede-Eigenaars (VME) / Syndicus / gebouwbeheerder)

 

  1. Mijn persoonlijke gegevens

Naam

KBO-nummer van de VME

Voornaam

Naam van de VME

 

Voornaam en achternaam contactpersoon

E-mailadres contactpersoon

E-mailadres contactpersoon

Telefoonnummer contactpersoon

Telefoonnummer contactpersoon

Persoonlijk adres

Adres VME

 

  1. Installatiegegevens

Het type energie

Het type energie

De EAN-code of het unieke installatie-identificatienummer van de collectieve installatie

De EAN-code of het unieke installatie-identificatienummer van de collectieve installatie

Klantnummer bij de energieleverancier

Klantnummer bij de energieleverancier

Naam energieleverancier

Naam energieleverancier

Inschrijvingsdatum contract

Inschrijvingsdatum contract

 

  1. Adressen van de collectieve installaties

De postcode van de collectieve installatie

De postcode van de collectieve installatie

De stad gekoppeld aan de collectieve installatie

De stad gekoppeld aan de collectieve installatie

De straat die verbonden is met de collectieve installatie

De straat die verbonden is met de collectieve installatie

Aantal wooneenheden

Aantal wooneenheden

Hoe vul ik het onderdeel “installatieadres(sen)” in?

Het (de) installatieadres(sen) komt (komen) overeen met alle adressen die door de gemeenschappelijke verwarmingsketel bediend worden. Bijvoorbeeld: de collectieve verwarmingsketel bedient 10 flats in twee gebouwen op een straathoek. Het eerste bevindt zich in de Kerkstraat nr. 16 en het tweede in de Onderwijsstraat nr. 22. U moet dus beide adressen toevoegen aan het platform. Om dat te doen, vult u eerst de velden “postcode “ , “gemeente “, “straat ” en “huisnummer” in met het adres “Kerkstraat nr. 16” en vervolgens klikt u op  “voeg een nieuw adres toe” om de nieuwe velden in te vullen met het adres Onderwijsstraat nr. 22”.

U moet ook een veld “aantal appartementen ” invullen. In dat veld moet u het totale aantal appartementen invullen dat wordt bediend door de collectieve verwarmingsketel. In ons voorbeeld heeft het eerste gebouw 5 appartementen en het tweede gebouw heeft ook 5 appartementen. Daarom moet u “10” invullen in het veld “aantal appartementen”.

Opgelet: voor het veld “huisnummers” moeten de huisnummers gescheiden worden door een komma, maar zonder spaties. Bijvoorbeeld: 36,38,40.

Wat zijn mijn verantwoordelijkheden als beheerder van een collectieve voorziening? Ben ik verplicht om de collectieve voorziening op het online platform te registreren?

Volgens de wet bent u verplicht om de collectieve installatie te registreren op het online platform van de FOD Economie. U riskeert een administratieve boete tussen de 500 en 10.000 euro als u dat niet doet, of als u opzettelijk onvolledige of onnauwkeurige gegevens verstrekt, of als u ze niet binnen een redelijke termijn verstrekt.

U hoeft de sociale status van de bewoners niet te kennen en/of ze al dan niet recht hebben op de premie. U bent wel verplicht om hen waarheidsgetrouwe informatie te verstrekken over de sociaaltariefpremie. Daarnaast moet u ook de installatiecode, die u na registratie van de collectieve installatie hebt ontvangen, meedelen aan de bewoners van het gebouw of de gebouwen waarvoor u verantwoordelijk bent.

U bent echter niet verantwoordelijk voor de aanvragen van bewoners.

Als u twijfelt over de informatie die u moet verstrekken, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen via e-mail op soctar.prm@economie.fgov.be of telefonisch via 0800 120 33.

Ik beheer een gebouw met appartementen die verhuurd worden voor sociale doeleinden (bv. sociale huisvesting), moet ik de collectieve installatie registreren op het online platform?

Als het (klassiek) sociaal tarief al van toepassing is op de collectieve installatie, dan hoeft u de installatie niet te registreren. De sociaaltariefpremie en het sociale tarief (klassiek) kunnen namelijk niet gecombineerd worden op dezelfde EAN-code.

Als er echter geen sociaal tarief op de collectieve installatie van toepassing is, dan moet u de collectieve installatie op het platform registreren, zodat degenen die recht hebben op de sociaaltariefpremie deze kunnen aanvragen.

Let op: om de sociaaltariefpremie te kunnen aanvragen, moeten de bewoners behoren tot één van de in aanmerking komende categorieën.

Moet ik de sociale status van de bewoners van het gebouw kennen voordat ik de collectieve installatie registreer?
Nee, u hoeft de sociale status van de bewoners van het gebouw niet te kennen of hen bevragen om erachter te komen of ze al dan niet recht hebben op de sociaaltariefpremie.
Moet ik de collectieve installatie ook registreren als niemand in het gebouw recht heeft op de sociaaltariefpremie?
Alle collectieve installaties moeten geregistreerd worden op het online platform, ongeacht of er personen in het gebouw zijn die recht hebben op het sociaal tarief.
Wat zijn de voorwaarden voor het registreren van een collectieve installatie?
Om een collectieve installatie te kunnen registreren en valideren, moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
  • de residentiële gebruikers van de installatie krijgen het sociaal tarief (klassiek) niet
  • de huurders van een sociaal appartement dat gebruikmaakt van de installatie (categorie 4 ) krijgen het sociaal tarief (klassiek) niet
  • het gebouw is niet erkend als rusthuis of andere vorm van samenwonen waarbij de betaling voor energie deel uitmaakt van een vergoeding die de bewoner betaalt.
  • de collectieve installatie moet op de eerste dag van het kwartaal bestaan en meerdere wooneenheden omvatten.
Hoe voert de FOD Economie de matching uit tussen de collectieve installatie en de gegevens van de burgers?

Nadat u de collectieve installatie op het online platform hebt geregistreerd, controleert de FOD Economie eerst of de collectieve installatie aan de wettelijke voorwaarden voldoet. Aan de voorwaarden moet voldaan zijn op de eerste dag van het kwartaal.

Vervolgens controleert de FOD Economie of de postcode, het huisnummer, de straatnaam en het aantal appartementen die de beheerder opgeeft, overeenstemmen met de gegevens die de bewoners hebben verstrekt. Er wordt ook een controle uitgevoerd op het niveau van het Rijksregister om na te gaan of de mensen daadwerkelijk op dit adres gedomicilieerd zijn.

Moet ik elk gebouw of elke collectieve installatie afzonderlijk registreren?

Ja, u moet elke collectieve installatie die u beheert afzonderlijk registreren. U moet registreren op EAN-code.

Als een collectieve installatie echter twee verschillende gebouwen (twee adressen) bedient, maar het is dezelfde collectieve installatie met één EAN-code, dan moet u die maar één keer registreren en moet u alle adressen die door de collectieve installatie worden bediend, toevoegen.

Moet ik de collectieve installatie elk kwartaal opnieuw registreren op het online platform?
Nee, u hoeft de collectieve installatie niet elk kwartaal op het online platform te registreren. U hoeft dat maar één keer te doen. Als de collectieve installatie echter verdwijnt (bijvoorbeeld: een collectieve gasketel bestaat niet meer omdat de bewoners overstappen op een individuele installatie), dan moet de wijziging worden doorgevoerd op het online platform aan het begin van het kwartaal dat volgt op de wijziging.
Wat is de installatiecode?
Nadat de installatie geregistreerd is, wordt er automatisch een installatiecode gegenereerd. Als beheerder moet u de installatiecode delen met de bewoners die voor hun individueel verbruik betalen. Bewoners die een premie willen aanvragen, hebben die code nodig om een aanvraag in te dienen bij de FOD Economie. Bewoners kunnen pas vanaf 2 september 2024 een aanvraag indienen. Wij vragen u om de installatiecode niet vóór eind augustus te communiceren.
Hoe weet ik of de collectieve installatie geregistreerd is?
Nadat u de collectieve installatie geregistreerd hebt op het online platform, ontvangt u op het door u opgegeven e-mailadres een e-mail met een bevestiging en de installatiecode.

Die e-mail wordt de eerst keer pas vanaf eind augustus verstuurd, omdat inwoners nog geen premie kunnen aanvragen (aanvragen is pas mogelijk vanaf 2 september 2024). U ontvangt in deze e-mail ook een flyer met alle informatie (inclusief de installatiecode), die u rechtstreeks aan de bewoners kunt doorgeven.

U zult echter wel een bevestiging van registratie zien op het online platform.

Ieder trimester voert de FOD Economie een controle uit om na te gaan of de collectieve installatie aan de wettelijke voorwaarden voldoet.

Nadat de controle is uitgevoerd, ontvangt u aan het einde van het kwartaal ook een e-mail om te bevestigen of de installatie al dan niet aan de voorwaarden voldoet en of ze al dan niet in ons systeem is geregistreerd.

Ik ben niet langer de beheerder van de collectieve voorziening die ik op het platform heb geregistreerd. Moet ik de FOD Economie op de hoogte brengen?

Als u niet langer de beheerder van de collectieve installatie bent, hoeft u niets te doen. Het is aan de nieuwe beheerder om de collectieve installatie onder haar of zijn naam opnieuw te registreren op het online platform door in te loggen met itsme of zijn identiteitskaart. De nieuwe beheerder krijgt de communicatie-e-mails over de sociaaltariefpremie voor de collectieve installatie zodra die geregistreerd is.

U ontvangt ook een aparte e-mail om u te informeren dat een nieuwe persoon nu verantwoordelijk is voor de collectieve installatie.

Welke wijzigingen moet ik doorgeven aan de FOD Economie?

Dit zijn de wijzigingen die u ons moet doorgeven:

  • de verandering van energieleverancier ;
  • de collectieve installatie bestaat niet meer (de collectieve installatie verdwijnt bijvoorbeeld omdat er bij de bewoners individuele installaties die worden geïnstalleerd);
  • de verandering van beheerder: de nieuwe beheerder neemt de installatie over en registreert de installatie;
  • de wijziging van contactgegevens van de beheerder;
  • de verandering in het adres van de collectieve installatie: de naam en/of het nummer van de straat in de gemeente;
  • het gebouw wordt erkend als een sociale huurwoning en heeft nu recht op het sociaal tarief (categorie 4)
Wanneer moet ik de FOD Economie op de hoogte brengen van de wijzigingen?

Dat hangt af van het soort verandering.

De wijziging moet zo snel mogelijk worden doorgegeven bij:

  • een verandering van straatnaam en/of huisnummer van de installatie en of het appartementsgebouw
  • een verandering van beheerder: de nieuwe beheerder moet de installatie overnemen en de installatie registreren
  • een wijziging in de contactgegevens van de beheerder

De wijziging moet worden gemeld na het einde van het kwartaal waarin de wijziging plaatsvond:

  • als de collectieve voorziening niet langer bestaat
  • bij verandering van energieleverancier
  • het gebouw is erkend als sociale huurwoning en recht heeft op het sociaal tarief (categorie 4).

Bijvoorbeeld: in januari was er een collectieve gasketel, maar in februari verdwijnt die omdat het gebouw overschakelt op een individueel systeem in elke appartement. U moet de verandering doorgeven vanaf begin april en vóór eind juli. Als er nog openstaande aanvragen zijn, moet u contact opnemen met de dienst sociale energie van de FOD Economie, per e-mail op soctar.prm@economie.fgov.be of per telefoon op 0800 120 33.

Komt de FOD Economie de collectieve installatie controleren?

Zoals bepaald in de wet kan de FOD Economie bij twijfel over de juistheid van de ingediende aanvraag controles uitvoeren op het adres waar de collectieve installatie is geregistreerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke ruimten en technische ruimten van het gebouw.

Hebt u nog vragen?
Neem contact met ons opnemen per e-mail op soctar.prm@economie.fgov.be of per telefoon op 0800 120 33.
Laatst bijgewerkt
30 augustus 2024