- Er is geen KBO-nummer (Kruispuntbank van Ondernemingen): als de volledige eigendom toebehoort aan één eigenaar. Er is dus geen verdeling in mede-eigendommen, geen vereniging van mede-eigenaars (VME) en dus ook geen KBO-nummer van de VME.
- Er is wel een KBO-nummer (Kruispuntbank van Ondernemingen):als het gebouw verdeeld is in meerdere mede-eigendommen. Er is dus een VME (vereniging van mede-eigenaars) die geregistreerd is bij de KBO.
Het is de beheerder van het gebouw die de collectieve installatie(s) moet registreren, d.w.z. de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van het gebouw. Dit kan een gebouwbeheerder, syndicus, een eigenaar, een mede-eigenaar enzovoort zijn.
Als meerdere mensen de taken van het beheer van het gebouw op zich nemen en er geen aangewezen verantwoordelijke is, dan kan dit de persoon zijn die verantwoordelijk is voor het energiecontract of die toezicht houdt op het onderhoud van de installatie.
Er is geen KBO-nummer (eigenaar/geen verdeling van het gebouw in appartementsrechten) |
Onderneming (professioneel/ Vereniging van Mede-Eigenaars (VME) / Syndicus / gebouwbeheerder) |
---|---|
|
|
Naam |
KBO-nummer van de VME |
Voornaam |
Naam van de VME |
|
Voornaam en achternaam contactpersoon |
E-mailadres contactpersoon |
E-mailadres contactpersoon |
Telefoonnummer contactpersoon |
Telefoonnummer contactpersoon |
Persoonlijk adres |
Adres VME |
|
|
Het type energie |
Het type energie |
De EAN-code of het unieke installatie-identificatienummer van de collectieve installatie |
De EAN-code of het unieke installatie-identificatienummer van de collectieve installatie |
Klantnummer bij de energieleverancier |
Klantnummer bij de energieleverancier |
Naam energieleverancier |
Naam energieleverancier |
Inschrijvingsdatum contract |
Inschrijvingsdatum contract |
|
|
De postcode van de collectieve installatie |
De postcode van de collectieve installatie |
De stad gekoppeld aan de collectieve installatie |
De stad gekoppeld aan de collectieve installatie |
De straat die verbonden is met de collectieve installatie |
De straat die verbonden is met de collectieve installatie |
Aantal wooneenheden |
Aantal wooneenheden |
Het (de) installatieadres(sen) komt (komen) overeen met alle adressen die door de gemeenschappelijke verwarmingsketel bediend worden. Bijvoorbeeld: de collectieve verwarmingsketel bedient 10 flats in twee gebouwen op een straathoek. Het eerste bevindt zich in de Kerkstraat nr. 16 en het tweede in de Onderwijsstraat nr. 22. U moet dus beide adressen toevoegen aan het platform. Om dat te doen, vult u eerst de velden “postcode “ , “gemeente “, “straat ” en “huisnummer” in met het adres “Kerkstraat nr. 16” en vervolgens klikt u op “voeg een nieuw adres toe” om de nieuwe velden in te vullen met het adres Onderwijsstraat nr. 22”.
U moet ook een veld “aantal appartementen ” invullen. In dat veld moet u het totale aantal appartementen invullen dat wordt bediend door de collectieve verwarmingsketel. In ons voorbeeld heeft het eerste gebouw 5 appartementen en het tweede gebouw heeft ook 5 appartementen. Daarom moet u “10” invullen in het veld “aantal appartementen”.
Opgelet: voor het veld “huisnummers” moeten de huisnummers gescheiden worden door een komma, maar zonder spaties. Bijvoorbeeld: 36,38,40.
Volgens de wet bent u verplicht om de collectieve installatie te registreren op het online platform van de FOD Economie. U riskeert een administratieve boete tussen de 500 en 10.000 euro als u dat niet doet, of als u opzettelijk onvolledige of onnauwkeurige gegevens verstrekt, of als u ze niet binnen een redelijke termijn verstrekt.
U hoeft de sociale status van de bewoners niet te kennen en/of ze al dan niet recht hebben op de premie. U bent wel verplicht om hen waarheidsgetrouwe informatie te verstrekken over de sociaaltariefpremie. Daarnaast moet u ook de installatiecode, die u na registratie van de collectieve installatie hebt ontvangen, meedelen aan de bewoners van het gebouw of de gebouwen waarvoor u verantwoordelijk bent.
U bent echter niet verantwoordelijk voor de aanvragen van bewoners.
Als u twijfelt over de informatie die u moet verstrekken, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen via e-mail op soctar.prm@economie.fgov.be of telefonisch via 0800 120 33.
Ik beheer een gebouw met appartementen die verhuurd worden voor sociale doeleinden (bv. sociale huisvesting), moet ik de collectieve installatie registreren op het online platform?
Als het (klassiek) sociaal tarief al van toepassing is op de collectieve installatie, dan hoeft u de installatie niet te registreren. De sociaaltariefpremie en het sociale tarief (klassiek) kunnen namelijk niet gecombineerd worden op dezelfde EAN-code.
Als er echter geen sociaal tarief op de collectieve installatie van toepassing is, dan moet u de collectieve installatie op het platform registreren, zodat degenen die recht hebben op de sociaaltariefpremie deze kunnen aanvragen.
Let op: om de sociaaltariefpremie te kunnen aanvragen, moeten de bewoners behoren tot één van de in aanmerking komende categorieën.
- de residentiële gebruikers van de installatie krijgen het sociaal tarief (klassiek) niet
- de huurders van een sociaal appartement dat gebruikmaakt van de installatie (categorie 4 ) krijgen het sociaal tarief (klassiek) niet
- het gebouw is niet erkend als rusthuis of andere vorm van samenwonen waarbij de betaling voor energie deel uitmaakt van een vergoeding die de bewoner betaalt.
- de collectieve installatie moet op de eerste dag van het kwartaal bestaan en meerdere wooneenheden omvatten.
Nadat u de collectieve installatie op het online platform hebt geregistreerd, controleert de FOD Economie eerst of de collectieve installatie aan de wettelijke voorwaarden voldoet. Aan de voorwaarden moet voldaan zijn op de eerste dag van het kwartaal.
Vervolgens controleert de FOD Economie of de postcode, het huisnummer, de straatnaam en het aantal appartementen die de beheerder opgeeft, overeenstemmen met de gegevens die de bewoners hebben verstrekt. Er wordt ook een controle uitgevoerd op het niveau van het Rijksregister om na te gaan of de mensen daadwerkelijk op dit adres gedomicilieerd zijn.
Ja, u moet elke collectieve installatie die u beheert afzonderlijk registreren. U moet registreren op EAN-code.
Als een collectieve installatie echter twee verschillende gebouwen (twee adressen) bedient, maar het is dezelfde collectieve installatie met één EAN-code, dan moet u die maar één keer registreren en moet u alle adressen die door de collectieve installatie worden bediend, toevoegen.
Die e-mail wordt de eerst keer pas vanaf eind augustus verstuurd, omdat inwoners nog geen premie kunnen aanvragen (aanvragen is pas mogelijk vanaf 2 september 2024). U ontvangt in deze e-mail ook een flyer met alle informatie (inclusief de installatiecode), die u rechtstreeks aan de bewoners kunt doorgeven.
U zult echter wel een bevestiging van registratie zien op het online platform.
Ieder trimester voert de FOD Economie een controle uit om na te gaan of de collectieve installatie aan de wettelijke voorwaarden voldoet.
Nadat de controle is uitgevoerd, ontvangt u aan het einde van het kwartaal ook een e-mail om te bevestigen of de installatie al dan niet aan de voorwaarden voldoet en of ze al dan niet in ons systeem is geregistreerd.
Als u niet langer de beheerder van de collectieve installatie bent, hoeft u niets te doen. Het is aan de nieuwe beheerder om de collectieve installatie onder haar of zijn naam opnieuw te registreren op het online platform door in te loggen met itsme of zijn identiteitskaart. De nieuwe beheerder krijgt de communicatie-e-mails over de sociaaltariefpremie voor de collectieve installatie zodra die geregistreerd is.
U ontvangt ook een aparte e-mail om u te informeren dat een nieuwe persoon nu verantwoordelijk is voor de collectieve installatie.
Dit zijn de wijzigingen die u ons moet doorgeven:
- de verandering van energieleverancier ;
- de collectieve installatie bestaat niet meer (de collectieve installatie verdwijnt bijvoorbeeld omdat er bij de bewoners individuele installaties die worden geïnstalleerd);
- de verandering van beheerder: de nieuwe beheerder neemt de installatie over en registreert de installatie;
- de wijziging van contactgegevens van de beheerder;
- de verandering in het adres van de collectieve installatie: de naam en/of het nummer van de straat in de gemeente;
- het gebouw wordt erkend als een sociale huurwoning en heeft nu recht op het sociaal tarief (categorie 4)
Dat hangt af van het soort verandering.
De wijziging moet zo snel mogelijk worden doorgegeven bij:
- een verandering van straatnaam en/of huisnummer van de installatie en of het appartementsgebouw
- een verandering van beheerder: de nieuwe beheerder moet de installatie overnemen en de installatie registreren
- een wijziging in de contactgegevens van de beheerder
De wijziging moet worden gemeld na het einde van het kwartaal waarin de wijziging plaatsvond:
- als de collectieve voorziening niet langer bestaat
- bij verandering van energieleverancier
- het gebouw is erkend als sociale huurwoning en recht heeft op het sociaal tarief (categorie 4).
Bijvoorbeeld: in januari was er een collectieve gasketel, maar in februari verdwijnt die omdat het gebouw overschakelt op een individueel systeem in elke appartement. U moet de verandering doorgeven vanaf begin april en vóór eind juli. Als er nog openstaande aanvragen zijn, moet u contact opnemen met de dienst sociale energie van de FOD Economie, per e-mail op soctar.prm@economie.fgov.be of per telefoon op 0800 120 33.
Zoals bepaald in de wet kan de FOD Economie bij twijfel over de juistheid van de ingediende aanvraag controles uitvoeren op het adres waar de collectieve installatie is geregistreerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke ruimten en technische ruimten van het gebouw.