De repartitiebijdrage, ook wel "nucleaire heffing" genoemd is een jaarlijkse taks die wordt opgelegd aan de producenten van nucleaire energie.

De repartitiebijdrage wordt berekend pro rata van de aandelen van de vennootschappen in de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen door de centrales onderworpen aan de repartitiebijdrage (Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3). De heffing varieert van jaar tot jaar en is afhankelijk van de winst uit de productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen. Voor de repartitiebijdragen 2016-2026 heeft men onder meer rekening gehouden met de huidige en toekomstige bijdragecapaciteit van de exploitanten van kerncentrales en de vennootschappen die een aandeel hebben in de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen.

Deze bijdrage werd voor de jaren 2016 tot 2026 ingevoerd door de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales.

Repartitiebijdrage

De berekening van deze repartitiebijdrage werd bij wet toevertrouwd aan de Algemene Directie Energie.

Hiertoe stelt de Algemene Directie Energie aan de minister bevoegd voor Energie, uiterlijk op 31 augustus van dat jaar, het gedocumenteerd resultaat voor van de toepassing van de vier hierna vermelde bewerkingen:

  • het resultaat, in geval van definitieve of tijdelijke stillegging van een of meerdere van de kerncentrales Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3 opgelegd door de overheid bedoeld in het negentiende lid, van de evenredige vermindering van het jaarlijks minimumbedrag van de repartitiebijdrage bedoeld in het zestiende lid overeenkomstig de formule opgenomen in Afdeling 6 van de bijlage bij deze wet;
  • de bepaling van het hoogste bedrag tussen het jaarlijkse minimumbedrag vastgelegd in toepassing van het zeventiende lid voor wat betreft de jaren 2017 tot 2019 en van het achttiende lid voor wat betreft de jaren 2020 tot 2026 en het bedrag dat overeenstemt met 38 % van de winstmarge van de kerncentrales berekend overeenkomstig de formule opgenomen in Afdeling 2 van de bijlage bij deze wet;
  • het resultaat van de toepassing van het driejaarlijkse kredietmechanisme van de repartitiebijdrage bedoeld in het twintigste lid; 
  • het resultaat van de toepassing van het degressiviteitsmechanisme voorzien in paragraaf 11bis op het einde van deze bewerkingen.

Op voorstel van de minister bevoegd voor energie, neergelegd uiterlijk op 15 oktober van ieder jaar, stelt de Koning het bedrag vast van de repartiebijdrage.

Het bedrag van de repartitiebijdrage werd voor het jaar 2017 bij koninklijk besluit van 15 oktober 2017 vastgesteld op 192.798.603,86 euro.
 

Laatst bijgewerkt
24 augustus 2022