In België is de principebevoegdheid over hernieuwbare energie toegekend aan de gewesten. Dit principe wordt evenwel afgezwakt doordat de gewesten hun materiële bevoegdheid slechts uitoefenen binnen de grenzen van hun territoriale bevoegdheid en bijgevolg niet over de zeeruimte waarin België rechtsmacht uitoefent. Conform het internationale zeerecht vallen zeeruimten onder de bevoegdheid van de federale overheid.

De minister van Energie van de federale regering kent de volgende vergunningen toe:

  1. Domeinconcessie voor de productie van hernieuwbare energie:

    Voordien waren de domeinconcessies voor de productie van hernieuwbare energie op basis van het koninklijk besluit van 20 december 2000 (BS 30.12.2000) dat de procedure en de voorwaarden voor het geven van domeinconcessies bepaalde, toegekend.

    Bij de goedkeuring door de regering van het verminderde steunniveau voor de laatste 3 windmolenparken, te bouwen tegen 2020, werd op initiatief van ministers De Backer en Marghem tevens de beslissing genomen om vanaf 2020 nieuwe hernieuwbare energieprojecten op de Noordzee voortaan te gaan tenderen, zoals dat ook in de buurlanden gebeurt en overeenkomstig de Europese staatssteunregels.

    Daartoe werd door het Belgische parlement op 4 april 2019 een wet aangenomen (bekrachtigd door de Koning op 12 mei 2019) waarin de algemene principes van de concurrerende inschrijvingsprocedure worden vastgelegd.

     

  2. Vergunning voor het leggen van kabels in zee:

    De basis is het koninklijk besluit van 17 mei 2004 (B.S. 29.06.2004). Het bepaalt de nadere regels voor het leggen van offshore kabels (elektrische kabels, telecommunicatiekabels, enz.) die in de territoriale zee of het nationale grondgebied binnenkomen of die geplaatst of gebruikt worden in het kader van de exploratie van het continentaal plat, de exploitatie van de minerale rijkdommen en andere niet-levende rijkdommen daarvan of van de werkzaamheden van kunstmatige eilanden, installaties of inrichtingen die onder de Belgische rechtsmacht vallen.

    De elektrische kabels laten toe de windmolenparken op het onshore transmissienet van Elia aan te sluiten en elektriciteit tot bij de verbruikers te brengen of België met buurlanden te verbinden (interconnecties).
     

  3. een domeinconcessie voor hydro-elektrische energieopslag

    De basis is het koninklijk besluit van 8 mei 2014 betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies voor de bouw en de exploitatie van installaties voor hydro-elektrische energieopslag in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht.

Het koninklijk besluit van 20 december 2000 dat de procedure en de voorwaarden voor het toekennen van een domeinconcessie definieert, voorzag oorspronkelijk niet in een afgebakende zone voor het inplanten van energieparken.

Omwille van de hoge activiteitsgraad in het Belgische zeegebied en de noodzakelijke veiligheidsvoorschriften zijn duidelijke afspraken noodzakelijk om de verdere ontwikkeling van de windmolenparken mogelijk te maken. Daarom werd op de Ministerraad van 19 december 2003, voor het duurzame beheer van de Noordzee, aan de ministers bevoegd voor Energie en de Noordzee opdracht gegeven om een afbakening te voorzien voor de inplanting van energieparken offshore.  De eerste zone werd gecreëerd in mei 2004.Om zichthinder te voorkomen werd deze zone voor het grootste deel voorzien buiten de 12 mijlszone en dus in internationale wateren in de Belgische Economische Zone (BEZ).

Het koninklijk besluit van 20 maart 2014 stelt het huidige marien ruimtelijk plan vast waarbij de zone gecreëerd in mei 2004 voor de windmolenparken definitief is afgebakend.

De eerste offshore windmolens

Momenteel worden alleen aanvragen ingediend voor elektriciteitsproductie door windturbines. Andere technieken voor de exploitatie van zee-energie worden bestudeerd, maar bevinden zich nog in een experimenteel stadium of in een demonstratiefase.

Momenteel zijn volgende federale vergunningen vereist:

  • een domeinconcessie door de AD Energie,
  • een vergunning door de FOD Leefmilieu die uit de milieueffectenstudie voortvloeit en die de installatie van het windmolenpark, het leggen van de zeekabel en de exploitatie ervan dekt,
  • een vergunning voor bekabeling in zee (elektrische kabels) door de AD Energie;
  • een wegvergunning voor de installatie van onshore elektrische kabels en de aansluiting op het transmissienet van Elia.

In de onderstaande tabel wordt de stand van zaken weergegeven voor de verschillende concessiehouders en de details van hun windmolenpark (situatie op 31.12.2021).

 

Project

Status

Aantal turbines

Vermogen

  1. CPower

Operationeel sinds september 2013

Fase 1 opgestart begin 2009 met 6 x 5 MW turbines;
fase 2 opgestart in oktober 2012 met 30 x 6,15 MW turbines;
fase 3 opgestart in september 2013 met 18 x 6,15 MW turbines.

  1. Turbines
    fase 1: 6 x 5 MW,
    fase 2: 18 x 6.15 MW
    fase 3: 30 x 6.15 MW
  2. Waterdiepte: 12 tot 27,5 m 
  3. Afstand tot de kust: 30 km
  4. Funderingen: fase 1: Gravity Based; fases 2&3: Jacket

54

325,2 MW

 

  1. Northwind (vroeger Eldepasco)

Operationeel sinds mei 2014

  1. Turbines: 72 x 3 MW
  2. Waterdiepte: 16 tot 29m.
  3. Afstand tot de kust: 37 km
  4. Funderingen: Monopile

72

216 MW

 

  1. Belwind

Operationeel sinds december 2010 

  1. Turbines: 55 x 3 MW, 1 x 6MW
  2. Waterdiepte: 15 tot 37 m.
  3. Afstand tot kust: 46 kilometer - 52 km
  4. Funderingen: Monopile

56

171 MW

 

  1. Nobelwind

Operationeel sinds mei 2017

  1. Turbines: 50 x 3,3 MW
  2. Waterdiepte: tot 37m
  3. Afstand tot de kust: 46-52 km
  4. Funderingen: Monopile

50

165 MW

 

  1. Rentel

Operationeel sinds september 2018

  1. Turbines: 42 x 7,35 MW
  2. Waterdiepte: 26 tot 36 m.
  3. Afstand tot de kust: 26 km
  4. Funderingen: Monopile

42

308,7  MW

 

  1. Norther

Volledige indienststelling voorzien vanaf Q3 2019

  1. Turbines: 44 x 8,4 MW
  2. Waterdiepte: 14 tot 30 m.
  3. Afstand tot de kust: 21 km uit de kust
  4. Funderingen : Monopile

44

369.6  MW

 

  1. Seastar

Volledige indienststelling in 2020

  1. Turbines: 30 x 8,4 MW
  2. Waterdiepte: 14 tot 30 m.
  3. Afstand tot de kust: 36 km uit de kust
  4. Funderingen: Monopile

30

252 MW

 

  1. Mermaid

Volledige indienststelling in 2020

  1. Turbines: 28 x 8,4 MW
  2. Waterdiepte: 24 tot 40 m
  3. Afstand tot de kust: 54 km
  4. Funderingen: Monopile

28

235,2 MW

 

  1. Northwester 2

Volledige indienststelling in 2020

  1. Turbines: 23 x 9,5 MW
  2. Waterdiepte: 25 tot 40m
  3. Afstand tot de kust: 46 km
  4. Funderingen: Monopile

23

218,5 MW

Deze baanbrekende projecten werden in het bijzonder gekenmerkt door:

  • het hoge aantal geplande windmolens,
  • de grote afstand van de kust en
  • de aanzienlijke diepte die nodig is om de fundamenten voor de masten te kunnen leggen.

Het waren dus zeer ambitieuze en innoverende projecten op het moment dat ze ontworpen en gebouwd werden.

Toekomst

De 9 windmolenparken zijn tussen 2009 en 2020 in werking getreden. Deze parken tellen samen 399 turbines en een totaal geïnstalleerd vermogen van 2262 MW. De bruto productie van deze parken wordt voor de komende jaren geraamd op gemiddeld 8,2 TWh per jaar. Dit laat toe om aan bijna 10% van het Belgische bruto elektriciteitsverbruik te voldoen zonder enige CO2-uitstoot en dus ook om onze broeikasgasemissies te verminderen. Dit is niet onbelangrijk in het kader van onze Europese doelstellingen inzake hernieuwbare energie en de vermindering van de CO2-uitstoot in de atmosfeer.

Het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de Belgische zeegebieden actualiseert en vervolledigt het eerste maritiem ruimtelijk plan van 2014. De in mei 2004 gecreëerde zone voor windmolenparken wordt niet gewijzigd, en er wordt een belangrijke tweede zone voor energieproductie gecreëerd. (Link naar pagina tender)

Laatst bijgewerkt
3 mei 2021