Energie-efficiëntie is het meest economische en rationeelste middel om de uitstoot te verminderen en de bevoorradingszekerheid van energie te verbeteren.

De toenemende bewustwording over onze manieren van produceren en consumeren die te grote energievreters zijn geworden, over de geleidelijke uitputting van de middelen die voor energieproductie dienen, over de gevolgen van de opwarming van de aarde ... liggen aan de basis van het belang dat aan energie-efficiëntie wordt gehecht.

Energie-efficiëntie is een doel waar men op tal van gebieden naar kan streven: energiebeheer in het algemeen, het bouwbedrijf, de productie van producten, manieren van consumeren, verbetering van apparatuur, vervoer, openbare verlichting ...

Ze is een van de voornaamste pijlers van de energietransitie naar minder vervuilende en minder gevaarlijke energiebronnen.

Richtlijn energie-efficiëntie

Energie-efficiëntie is een van de prioriteiten van de Europese Unie (EU) geworden.

De EU heeft richtlijn 2012/27/EU goedgekeurd om de energie-efficiëntie te bevorderen binnen haar lidstaten, teneinde een daling van het energieverbruik met 20 % te halen tegen 2020.

De richtlijn verplicht de lidstaten tot de berekening van een indicatieve nationale doelstelling inzake energie-efficiëntie en een gemeenschappelijk kader van bindende energiebesparende maatregelen:

  • een jaarlijkse vermindering met 1,5 % van de energieverkopen die de energiedistributeurs en/of handelaars in energie moeten halen, met voor lidstaten de mogelijkheid om energiebesparingen die zijn behaald in de sectoren energietransformatie, -distributie en -transmissie mee te tellen, met inbegrip van infrastructuren voor efficiënte verwarming en koeling, om deze doelstelling te bereiken (art. 7);
  • jaarlijkse renovatie van 3 % van de gebouwen van de staat (art. 5);
  • een nationale langetermijnstrategie om investeringen te mobiliseren voor de renovatie van het nationale gebouwenpark voor woon- en handelsdoeleinden, zowel openbaar als privé (art. 4);
  • energieaudits en systemen voor energiemanagement in grote bedrijven (art. 8) ;
  • steun voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en voor efficiënte verwarmings- en koelingsnetwerken (art. 14).

Naast die gemeenschappelijke sokkel staat het elke lidstaat vrij aanvullend eigen maatregelen te ontwikkelen.

Bovendien verplicht de richtlijn elke lidstaat het volgende op te stellen:

  • een driejaarlijks nationaal actieplan voor energie-efficiëntie (NEEAP), waarin het geraamde energieverbruik, de geplande maatregelen inzake energie-efficiëntie en de verbeteringen die elk land verwacht, zijn opgenomen;
  • een jaarverslag dat rapporteert over de gemaakte vorderingen voor de nationale te bereiken doelstellingen inzake energie-efficiëntie.

Lijst van de NEEAP's en de jaarverslagen van de lidstaten.

Voor meer informatie over de omzetting van de richtlijn in België raadpleegt u de pagina België en de richtlijn inzake energie-efficiëntie".

Laatst bijgewerkt
5 september 2019