Op grond van Verordening (EG) nr. 1099/2008 produceert de AD Energie van de FOD Economie maandelijkse officiële statistieken over elektriciteitsvoorziening en -verbruik in België.
Deze officiële gegevens zijn twee maanden na het einde van de referentieperiode definitief. Zeer vroege gegevens (die betrekking hebben op de 2 maanden voorafgaand aan de huidige maand) worden hier echter ook gepresenteerd. Deze gegevens kennen een voorlopig karakter. Dat wil zeggen dat het om een eerste betrouwbare schatting gaat (uit officiële gegevens is een maximale afwijking van ongeveer 2 procentpunten waargenomen) en de gegevens dus nog niet finaal zijn.
De belangrijkste verschillen tussen de vroege en de definitieve gegevens worden over het algemeen waargenomen op het niveau van het berekende verbruik en de productie vanuit thermische vectoren. Om deze reden worden de ramingen van de elektriciteitsopwekking per energiebron voor de laatste twee maanden in de onderstaande infografiek alleen gegeven voor kernenergie, wind- en zonne-energie, de overige energiebronnen worden geaggregeerd.
Maandelijkse elektriciteitsproductie per energiebron in GWh
* Thermisch - hernieuwbaar omvat vaste en vloeibare biomassa, biogas en hernieuwbaar afval. Thermisch - niet-hernieuwbaar omvat vaste en vloeibare fossiele brandstoffen, aardgas en niet-hernieuwbaar afval. Andere omvat waterstof en de recuperatie van chemische warmte.
In de 12 maanden van maart 2024 tot februari 2025 varieerde de maandelijkse bruto-productie van elektriciteit tussen 5.225 GWh (in september 2024) en 6.730 GWh (in december 2024). De productie in september 2024 (5.225 GWh) is de laagste maandelijkse bruto elektriciteitsproductie sinds eind 2018. Dit komt door de combinatie van een geplande stillegging van DOEL4 voor onderhoud en abnormaal lage fotovoltaïsche zonneproductie. Sinds november steeg de totale productie aanzienlijk enerzijds als gevolg van de toename van de thermische productie, die voornamelijk niet-hernieuwbaar was, en anderzijds met de terugkeer van DOEL4.
De elektriciteitsproductie op basis van wind- en zonne-energie kent een sterke schommeling (tussen 623 GWh en 1.682 GWh voor windenergie, en tussen 124 GWh en 1.207 GWh voor zonne-energie voor het lopende jaar) vanwege hun afhankelijkheid van de weersomstandigheden. De wintermaanden kennen doorgaans een piek in de productie van windenergie vanwege een hogere gemiddelde windsnelheid. Voor zonne-energie bevindt de productiepiek zich in het late voorjaar tot de zomer vanwege de langere periodes van zonneschijn. Deze producties worden hieronder beschreven.
Omdat het elektriciteitsverbruik in de winter hoger is, is de productie over het algemeen ook in de winter hoger. Sinds de permanente sluiting van meerdere kernreactoren, ligt de Belgische elektriciteitsproductie op een lager niveau dan vroeger. Soms moeten ook tijdelijke sluitingen van andere productie-eenheden (voornamelijk grote aardgascentrales) worden vermeld.
De lichte stijging van de elektriciteitsproductie gedurenden de zomer 2024 is te danken aan de goede beschikbaarheid van de resterende nucleaire installaties en de hoge fotovoltaïsche zonne-energieproductie.
Bevoorrading van de Belgische elektriciteitsmarkt in GWh
Om in het elektriciteitsverbruik van de afgelopen twaalf maanden te kunnen voorzien, en meer in het bijzonder sinds september, moest België zijn binnenlandse productie aanvullen met invoer, met name uit Frankrijk.
In de zomermaanden, met een laag verbruik en een hogere zonne-energieproductie, is er een daling van de netto-invoer.
De bruto-elektriciteitsproductie is de totale elektrische energie die door alle generatoraggregaten in kwestie wordt geproduceerd (inclusief pompaccumulatie), gemeten aan de uitgang van de hoofdgeneratoren.
De netto-elektriciteitsopwekking is gelijk aan de bruto-elektriciteitsproductie verminderd met het elektriciteitsverbruik van de productie-installaties en met de verliezen in de hoofdtransformatoren.
De netto-invoer is gelijk aan de totale invoer minus de totale uitvoer. Zij zijn positief wanneer aan het einde van de betrokken periode meer elektriciteit werd ingevoerd dan uitgevoerd, en negatief anders.
Het verschil tussen de beschikbare hoeveelheid elektriciteit (nettoproductie + netto-invoer) en de berekende finale consumptie is te wijten aan enerzijds de hoeveelheid elektriciteit verbruikt in de pompcentrales en batterijen aangesloten aan het elektriciteitsnet, en anderzijds de verliezen op het net. Beide factoren zitten niet vervat in de berekende finale consumptie.
Verloop consumptie elektriciteit in GWh
Sinds augustus 2022 is het elektriciteitsverbruik in België aanzienlijk gedaald. Het verbruik was historisch laag in de zomer van 2023, met een historisch minimum van 5.568 GWh in juli.
Ondanks de daling en daaropvolgende stabilisering van de energieprijzen blijft het maandelijkse verbruik momenteel lager dan normaal. Het verbruik ligt in 2024 en 2025 echter hoger dan in 2023.
Deze structurele daling van het elektriciteitsverbruik wordt niet enkel waargenomen in de industrie, maar ook in andere economische sectoren en is deels te wijten aan de hoge prijzen, die resulteren in een lagere economische activiteit.
Netto-import met de buurlanden in GWh
België is verbonden met al zijn grenslanden (Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Nederland), en het Verenigd Koninkrijk.
België vertoont een trend van positieve netto-importen uit Frankrijk en netto-uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk, het Groothertogdom Luxemburg en Duitsland. De nettohandel met Nederland varieert van maand tot maand. In februari 2025 lagen de in- en uitvoer in termen van handel met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk op hetzelfde niveau, wat leidde tot een aanzienlijke daling van de netto-invoer.
Hernieuwbare energiebronnen
Elektriciteitsproductie in GWh op basis van hernieuwbare energiebronnen voor december 2024
In november 2024 (laatste maand waarvoor definitieve gegevens beschikbaar zijn) bedroeg de elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare energiebronnen 2.109 GWh, ofwel 31,3 % van de totale bruto-elektriciteitsproductie. De voornaamste bijdragen zijn afkomstig van windenergie (1.070 GWh) en vaste biomassa (143,4 GWh). Zonne-energie (205 GWh) stond slechts op de derde plaats, na de hieronder beschreven ongunstige weersomstandigheden.
Vanaf april 2023 beperkt de productie van elektriciteit op basis van vaste biomassa zich door het stilleggen van de centrale Rodenhuize, de belangrijkste biomassa centrale in België.
De elektriciteit die wordt opgewekt door gepompte opslagfaciliteiten (Coo en Plate-Taille) wordt niet opgenomen in de gegevens over de opwekking van hernieuwbare waterkracht, aangezien het gaat om opslag en niet om opwekking.
Elektriciteitsproductie in GWh op basis van windenergie
De recordproductie, geregistreerd in de maand december 2023 (2.023 GWh), werd in de afgelopen 12 maanden niet overschreden.
De tweede golf van de bouw van offshore windmolenparken werd eind december 2020 afgerond en brengt het geïnstalleerd vermogen van de offshore-windmolenparken op 2.262 MW.
De windproductie in oktober en januari was bijzonder laag voor het seizoen als gevolg van ongunstige windomstandigheden. Oktober 2024 had een van de 5 laagste gemiddelde windsnelheden sinds 1991 volgens het KMI.
Elektriciteitsproductie in GWh op basis van zonne-energie
Het geïnstalleerde vermogen van zonnepanelen is de afgelopen jaren fors toegenomen, en sinds 2015 (3,1 GW) zelfs meer dan verdrievoudigd tot meer dan 10 GW eind 2024. In bovenstaande grafiek wordt de spreiding van de minimum- en maximumproductie van elektriciteit op basis van zonne-energie per maand gedurende de periode 2015-2023 weergegeven in het lichtgroen.
2023 was een jaar van zonneschijn dat door de KMI als “normaal” werd omschreven. Het productieniveau steeg echter ten opzichte van voorgaande jaren na een toename van de geïnstalleerde capaciteit (+25 % tussen 2022 en 2023).
Ondanks de sterke ontwikkeling van het geïnstalleerd vermogen blijft het productieniveau in 2024 dicht bij de maximale historische waarden van 2023. Door ongunstige weersomstandigheden kon het nieuwe potentieel niet volledig worden benut. Volgens het KMI werd 2024 een van de drie minst zonnige jaren sinds 1991. Aan de andere kant bereikte de productie in augustus 2024 dankzij een iets hoger dan normale zonneschijn een nieuw maandelijks record (1.207 GWh).
Ondanks een lager dan normaal aantal uren zonneschijn in januari 2025 bleef het productieniveau gelijkaardig aan januari 2024 dankzij extra vermogen. Aan de andere kant, waren er normale zonneschijnwaarden gemeten in februari 2025, wat leidde tot een verhoging van de productie.
Contact E2-EMES@economie.fgov.be