Maandelijkse elektriciteitsproductie per energiebron in GWh
* Thermisch - hernieuwbaar omvat vaste en vloeibare biomassa, biogas en hernieuwbaar afval. Thermisch - niet-hernieuwbaar omvat vaste en vloeibare fossiele brandstoffen, aardgas en niet-hernieuwbaar afval. Andere omvat waterstof en de recuperatie van chemische warmte.
In de 12 maanden van juli 2022 tot juni 2023 varieerde de maandelijkse bruto-productie van elektriciteit tussen 5.836 GWh (in mei 2023) en 8.480 GWh (in januari 2023). De productie in mei 2023 is de laagste maandelijkse bruto elektriciteitsproductie sinds eind 2018
De elektriciteitsproductie op basis van wind- en zonne-energie kent een sterke schommeling (tussen 477 GWh en 1.770 GWh voor windenergie, en tussen 99 GWh en 1.185 GWh voor zonne-energie voor het lopende jaar) vanwege hun afhankelijkheid van de weersomstandigheden. De wintermaanden kennen doorgaans een piek in de productie van windenergie vanwege een hogere gemiddelde windsnelheid. Voor zonne-energie bevindt de productiepiek zich in het late voorjaar tot de zomer vanwege de langere periodes van zonneschijn.
Vanaf april 2023 wordt een sterke daling van de bruto-productie opgemerkt. Dat is het gevolg van een combinatie van de permanente sluiting van, ondertussen 2 nucleaire installaties, en ook van de tijdelijke sluiting van diverse productie-eenheden.
Bevorrading van de Belgische elektriciteitsmarkt in GWh
Sinds juli 2019 wordt regelmatig een productieoverschot waargenomen in vergelijking met het Belgische verbruik, wat resulteert in een negatieve netto-invoer, wat aangeeft dat er meer elektriciteit wordt geëxporteerd dan geïmporteerd. Vanaf april 2023 is na 18 maanden, de netto-invoer opnieuw positief. Gelet op de zeer hoge interconnectiviteit van het Belgische elektriciteitsnet, kunnen vele factoren deze veranderde positie verklaren. We kunnen met name een daling van de binnenlandse productie noemen, evenals een hogere productie in Frankrijk door een betere beschikbaarheid van hun nucleaire productiepark ten opzichte van de winter van 2022-2023.
Het verschil tussen de beschikbare hoeveelheid elektriciteit (nettoproductie + netto-invoer) en de berekende finale consumptie is te wijten aan enerzijds de hoeveelheid elektriciteit verbruikt in de pompcentrales, en anderzijds de verliezen op het net. Beide factoren zitten niet vervat in de berekende finale consumptie.
Die consumptie van elektriciteit bereikte in juni 2023 een historisch dieptepunt (5.742 GWh) sinds het begin van de officiële records (2008). Die daling van de consumptie kan deels worden toegeschreven aan de energiecrisis ten gevolge de geopolitieke situatie in Oekraïne.
Verloop consumptie elektriciteit in GWh
In vergelijking met voorgaande jaren was het Belgische elektriciteitsverbruik in 2022 relatief laag en is vanaf september 2022 aanzienlijk lager geworden in vergelijking met dezelfde maanden van de voorbije jaren. In de winter van 2022-2023 werd een historisch laag niveau van het elektriciteitsverbruik waargenomen (met uitzondering van april 2020 (5.788 GWh), toen vele economische activiteiten werden stilgelegd als gevolg van de beperkingen in verband met de covid crisis) en blijft dit ondanks de gedaalde energieprijzen tot dit moment merkbaar.
Deze structurele daling van het elektriciteitsverbruik wordt niet enkel waargenomen in de industrie, maar ook in andere economische sectoren en is deels te wijten aan de hoge prijzen, die resulteren in een lagere economische activiteit.
Netto-import met de buurlanden in GWh
België is verbonden met al zijn grenslanden (Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Nederland), en het Verenigd Koninkrijk voor een maximale commerciële importcapaciteit van 6.500 MW. In de netto-import grafiek zien we een belangrijke Noord-Zuid flux ontstaan. Er werden namelijk grote hoeveelheden elektriciteit geïmporteerd uit Nederland, en in mindere mate uit Duitsland, die door België richting Frankrijk stromen. In Frankrijk werd een uitzonderlijk lage beschikbaarheid van de kerncentrales ervaren. Vanaf april 2023 is dit niet langer het geval en wordt opnieuw een positieve netto-invoer uit Frankrijk waargenomen.
Hernieuwbare energiebronnen
Elektriciteitsproductie in GWh op basis van hernieuwbare energiebronnen voor juni 2023
In juni 2023 bedroeg de elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare energiebronnen 2.103 GWh, ofwel 33,3 % van de totale bruto-elektriciteitsproductie. De voornaamste bijdragen zijn afkomstig van windenergie (691 GWh) en zonne-energie (1.185 GWh).
Vanaf april 2023 beperkt de productie van elektriciteit op basis van vaste biomassa zich door het stilleggen van de centrale Rodenhuize, de belangrijkste biomassa centrale in België.
Elektriciteitsproductie in GWh op basis van windenergie
De recordproductie, geregistreerd in de maand februari 2022 (1.843 GWh), werd op heden nog niet overschreden
De tweede golf van de bouw van offshore windmolenparken werd eind december 2020 afgerond en brengt het geïnstalleerd vermogen van de offshore-windmolenparken op 2.261 MW.
Elektriciteitsproductie in GWh op basis van zonne-energie
Het geïnstalleerde vermogen van zonnepanelen is de afgelopen jaren fors toegenomen, en sinds 2015 (3,1 GW) zelfs verdubbeld tot 6,5 GW eind 2022. In bovenstaande grafiek wordt de spreiding van de minimum- en maximumproductie van elektriciteit op basis van zonne-energie per maand gedurende de periode 2015-2021 weergegeven in het lichtgroen.
Bovenop de stijging van het geïnstalleerd vermogen, kent het jaar 2022 een zeer hoog aantal zonne-uren (bij de 3 hoogste waarden sinds 1991). Dit vertaalt zich in een recordproductie van zonne-energie in 2022. Het geïnstalleerd vermogen blijft stijgen in 2023 (circa +25 % tussen 2022 en 2023) maar aangezien het aantal zonne-uren begin 2023 lager is, blijft de productie van zonne-elektriciteit in dezelfde grootteorde als die van 2022.
Contact E2-EMES@economie.fgov.be