Table of Contents
Indien ondernemingen de hernieuwbare energiebronnen in de Noordzee wensen te exploiteren, moeten ze een vergunning aanvragen bij de Algemene Directie Energie. Er zijn drie soorten vergunningen:
- de domeinconcessie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit
- de vergunning voor het leggen van kabels in zee
- de domeinconcessie voor de opslag van hydro-elektrische energie
Domeinconcessie voor de productie van hernieuwbare energie
De eerste vergunning is een domeinconcessie voor de productie van hernieuwbare energie. De windmolenparken in de Oostelijke zone verkregen hun domeinconcessies voor de productie van hernieuwbare energie op basis van het koninklijk besluit (KB) van 20 december 2000. Dat koninklijk besluit bepaalt de procedure en de voorwaarden voor het geven van domeinconcessies. Op basis van het KB van 20 december 2000 kunnen er geen nieuwe domeinconcessies meer worden toegekend. Bestaande domeinconcessies kunnen wel nog gewijzigd worden op basis van dit besluit.
De windmolenparken in de Prinses Elisabeth-zone krijgen een domeinconcessie toegewezen op basis van het KB van 3 juni 2024. In dat nieuwe regelgevend kader wordt het principe van een concurrerende inschrijvingsprocedure of tender gehanteerd. Dat principe is gelijkaardig aan tenders in de buurlanden en overeenkomstig de Europese staatssteunregels.
Vergunning voor het leggen van kabels in zee
De tweede vergunning is een vergunning voor het leggen van kabels. De procedure voor het bekomen van een kabellegvergunning in het Belgisch deel van de Noordzee is terug te vinden in het koninklijk besluit van 12 maart 2002. Dat besluit bepaalt de regels voor het leggen van offshore kabels (cf. elektrische kabels, telecommunicatiekabels, enz.).
De kabellegvergunning wordt verleend door de minister van Noordzee. Indien het een elektrische kabel betreft, ondertekent ook de minister voor Energie.
Om een vergunning te bekomen, dient de aanvrager een aanvraagdossier in bij de Algemene Directie Energie. De vergunningsaanvraag dient overeenkomstig te zijn met de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 maart 2002.
Indien het dossier volledig en ontvankelijk is, organiseert de Algemene Directie Energie een consultatie van 40 werkdagen. Tijdens de consultatie worden de betrokken instanties geraadpleegd. Na consultatie wordt het dossier voorgelegd aan de minister die een vergunning voor een periode van maximaal 40 jaar, eenmaal verlengbaar met 30 jaar, kan verlenen.
Domeinconcessie voor hydro-elektrische energieopslag
De derde vergunning is een domeinconcessie voor een hydro-elektrische energieopslag. De wettelijke basis voor deze vergunning is het koninklijk besluit van 8 mei 2014. De domeinconcessie wordt verleend door de minister voor Energie.
Om een domeinconcessie te bekomen, dient de aanvrager een aanvraagdossier in bij de Algemene Directie Energie. De vergunningsaanvraag moet overeenkomstig zijn met de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 mei 2014.
Indien het dossier volledig en ontvankelijk is, organiseert de Algemene Directie Energie een consultatie van 30 dagen. Tijdens de consultatie worden de betrokken instanties geraadpleegd. Na consultatie wordt het dossier voorgelegd aan de minister die een vergunning voor een periode van maximaal 50 jaar, eenmaal verlengbaar met 25 jaar, kan verlenen.
Contact
Raadpleeg de Algemene Directie Energie voor meer informatie over de vergunningen.
Algemene Directie Energie – Dienst OffshoreKoning Albert II-laan 16
1000 Brussel
E-mail: offshore.info@economie.fgov.be