Table of Contents

    Hernieuwbare motorbrandstoffen omvatten vloeibare of gasvormige brandstoffen die gebruikt worden voor vervoer en die een rechtstreeks vervangmiddel zijn voor de fossiele brandstoffen in de transportsector. Ze worden geproduceerd uit

    • biomassa (biofuels/biobrandstoffen), onderverdeeld naar gebruikstype of generatie;
    • niet-biologische hernieuwbare motorbrandstoffen (RFNBO’s).

    Biobrandstoffen volgens gebruikstype

    Afhankelijk van het type brandstof zijn er ook verschillende compatibele biobrandstoffen:

    • In diesel wordt meestal biodiesel FAME (Fatty Acid Methyl Ester-methylestervetzuur) bijgemengd maar er komen ook steeds meer biodiesels op de markt met een chemische structuur die zeer gelijkaardig is aan die van fossiele diesel, zoals HVO-biodiesel (Hydrotreated Vegetable Oil - waterstofbehandelde plantaardige olie).
    • In benzine wordt meestal ethanol bijgemengd, een alcoholproduct dat ontstaat door vergisting. Dat kan ook getransformeerd worden in ETBE (ethyl tertio butyl ether) en zo bijgemengd worden.
    • In kerosine (luchtvaartbrandstof) spreken we over duurzame luchtvaartbrandstoffen (SAF’s)

    Biobrandstoffen volgens generatie

    Biobrandstoffen worden ook ingedeeld volgens generatie:

    Eerste generatie

    Onder de eerste generatie biobrandstoffen verstaan we biobrandstoffen die worden geproduceerd uit voedingsgewassen die zetmeelrijk (bieten, rietsuiker, tarwe, maïs…) of olierijk (koolzaad, zonnebloem, soja, palm…) zijn. Er bestaat discussie in hoeverre die biobrandstoffen duurzaam zijn (voor meer informatie over hoe de duurzaamheid van biobrandstoffen wordt gecontroleerd, zie de informatie op de website van de FOD Volksgezondheid). In dat opzicht wordt de toegestane bijmenging van deze biobrandstoffen afgebouwd en werd biobrandstof afkomstig van soja of palm volledig uitgefaseerd via de wet van 16 december 2022.

    Tweede generatie

    Onder de tweede generatie biobrandstoffen verstaan we biobrandstoffen die worden geproduceerd uit stromen niet geschikt voor voeding. Het verbruik hiervan wordt gestimuleerd doordat zij dubbel kunnen meetellen voor de verplichtingen. Deze tweede generatie wordt nog opgedeeld in twee categorieën: 

    • niet-geavanceerde biobrandstoffen, afkomstig van afvalstromen die makkelijk verwerkbaar zijn maar beperkt in aanbod (dierlijk vet, gebruikte braadolie);
    • geavanceerde biobrandstoffen die afkomstig zijn van moeilijker verwerkbare stromen zoals stro, algen, voedselafval, mest, rioolslib…

    Een overzicht van hoe bepaalde grondstofstromen in België worden opgedeeld is te vinden in Grondstoffen Biobrandstoffen Categorie C [link naar 7_Overzicht van grondstoffen die in aanmerking komen voor goedkeuring Categorie C (dubbeltelling)]

    Hernieuwbare motorbrandstof van niet-biologische oorsprong (RFNBO)

    Bij RFNBO’s wordt hernieuwbare energie uit andere bronnen dan biomassa gebruikt om brandstoffen te synthetiseren. Voorbeelden:

    • Waterstof, gesynthetiseerd met wind- of zonne-energie
    • E-fuels, waarbij brandstoffen worden gesynthetiseerd met groene waterstof en CO2

    Categorieën hernieuwbare motorbrandstoffen

    Hernieuwbare motorbrandstoffen worden onderverdeeld in vijf categorieën, zoals omschreven in de wet van 31 juli 2023. Die indeling is gebaseerd op de oorsprong van de brandstof (bijvoorbeeld biologisch, synthetisch of uit afvalstromen) en op de mate waarin de brandstof al officieel is genormeerd of erkend.

    1. Categorie A: biobrandstoffen waarvoor reeds een Europese of Belgische norm bestaat (bijvoorbeeld biodiesel, ethanol…);
    2. Categorie B: biobrandstoffen waarvoor nog geen Europese of Belgische norm bestaat en die toch in fossiele motorbrandstoffen kunnen worden bijgemengd
      • Dergelijke brandstoffen mogen op de markt worden gebracht als daarvoor een technisch dossier wordt goedgekeurd door de minister van Energie en als de Algemene Directie Energie daarvoor een vergunning aflevert.
    3. Categorie C: biobrandstoffen van categorie A of B die geproduceerd zijn uit een grondstof die dubbel kan worden geteld volgens de criteria van Richtlijn (EU) 2018/2001 en die vermeld is in bijlage 3 van het koninklijk besluit van 14 december 2023
      • Dergelijke brandstoffen mogen op de markt worden gebracht als daarvoor een technisch dossier wordt goedgekeurd door de minister van Energie en als de Algemene Directie Energie daarvoor een vergunning aflevert.
    4. Categorie D: hernieuwbare motorbrandstof van niet-biologische oorsprong (RFNBO): gasvormige of vloeibare motorbrandstoffen waarvan de energie-inhoud afkomstig is van andere hernieuwbare bronnen dan biomassa (bijvoorbeeld waterstof geproduceerd door middel van wind- of zonne-energie)
      • Dergelijke brandstoffen mogen op de markt worden gebracht als daarvoor een technisch dossier wordt goedgekeurd door de minister van Energie en als de Algemene Directie Energie daarvoor een vergunning aflevert.
    5. Categorie E: motorbrandstof op basis van hergebruikte koolstof (RCF): gasvormige of vloeibare motorbrandstoffen die worden geproduceerd uit:
      • vloeibare of vaste afvalstromen van niet-hernieuwbare oorsprong, die niet geschikt zijn voor terugwinning van materialen, in overeenstemming met artikel 4 van de Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen;
      • of afvalverwerkings- en uitlaatgas van niet-hernieuwbare oorsprong die worden geproduceerd als een onvermijdelijk en onbedoeld gevolg van het productieproces in industriële installaties;
      • en waarvoor een technisch dossier  wordt goedgekeurd door de minister van Energie en een vergunning wordt afgeleverd door de Algemene Directie Energie.

    Opmerking: elektriciteit uit hernieuwbare bronnen voor transport (categorie F) wordt niet als motorbrandstof gecatalogeerd.

    Heeft u nog vragen of opmerkingen?

    Voor meer vragen over dit onderwerp kan u terecht bij oil-biofuels@economie.fgov.be

    Laatst bijgewerkt
    12 mei 2025