Table of Contents
De FOD Economie houdt toezicht op de elektriciteitsbevoorradingszekerheid in België. Daartoe controleert hij of er voldoende productiecapaciteit beschikbaar is om aan de voorzienbare vraag van gezinnen en bedrijven te beantwoorden.
Elia, als beheerder van het Belgische transmissienet voor elektriciteit, zorgt permanent voor het evenwicht van het netwerk, d.w.z. het evenwicht tussen de hoeveelheid beschikbare elektriciteit (aanbod) en het verbruik (vraag).
Het aanbod omvat zowel de kWh elektriciteit geproduceerd in België als de kWh die we in het buitenland kunnen kopen.
Elk jaar publiceert Elia, de beheerder van het Belgische midden- en hoogspanningsnet, zijn wintervooruitzichten voor de elektriciteitsvoorziening in ons land.
Voor de winter van 2022-2023 verwacht Elia geen bevoorradingsproblemen voor België. Door de gevolgen van het conflict tussen Rusland en Oekraïne en de onbeschikbaarheid van kernenergie in Frankrijk is het risico van elektriciteitsschaarste in Europa echter groter dan in voorgaande jaren.
Elia en de Algemene Directie Energie van de FOD Economie volgen de evolutie van de parameters over de elektriciteitsbevoorrading van België op de voet. Ze geven de regering regelmatig een update over de stand van zaken.
Op elk moment kunt u het risico op een elektriciteitstekort voor de komende zeven dagen inschatten door de stroomindicator van Elia te raadplegen.
Het systeem BE-Alert van het Crisiscentrum kan u waarschuwen in het geval van een kans op elektriciteitsschaarste, of van elk ander noodgeval.
Voorlopig zijn er geen directe gevolgen van het conflict voor de elektriciteitsbevoorradingszekerheid vastgesteld of te verwachten. Het Belgische elektriciteitssysteem is in staat te reageren op eventuele technische problemen. Het zal ook kunnen blijven functioneren als de gasvoorziening terugloopt.
Door de escalatie van het conflict zijn de gasprijzen op de internationale gasmarkten sterk gestegen. Hoewel er voldoende aardgas op de Belgische markt is, wordt het tegen zeer hoge prijzen verkocht. Deze situatie wordt nog versterkt door de onzekerheid over mogelijke sancties tegen Rusland en de reacties van dat land.
De prijs van elektriciteit wordt bepaald door de laatste elektriciteitscentrale die nodig is om aan de vraag te voldoen. Dit is meestal een gasgestookte elektriciteitscentrale omdat kerncentrales en hernieuwbare energiebronnen meestal niet volstaan. De gasprijs is dan ook een essentieel element bij de bepaling van de elektriciteitsprijs, aangezien het een belangrijke kostenpost is voor gasgestookte elektriciteitscentrales. De sterke stijging van de aardgasprijs als gevolg van het conflict in Oekraïne wordt dan ook weerspiegeld in de elektriciteitsprijs.
Ongeacht het seizoen kan België elektriciteit invoeren vanuit zijn Europese buurlanden, namelijk Frankrijk, Nederland, Duitsland en Luxemburg.
Bovendien hebben onze buurlanden zich ertoe verbonden om de export naar België te vergroten als België om diverse redenen, zoals bijzonder slechte weersomstandigheden (in België of in de buurlanden), problemen heeft om elektriciteit in te voeren.
Op internationaal vlak zijn er verscheidene acties ondernomen om de capaciteit van de interconnecties tussen de verschillende landen te optimaliseren. Die internationale interconnecties zorgen ervoor dat het risico van elektriciteitsschaarste sterk afneemt. Er zal echter altijd een zeker risico blijven bestaan.
Om het risico op elektriciteitsschaarste maximaal te beperken, heeft de regering op verschillende niveaus maatregelen getroffen:
- Aanleggen van een strategische reserve die in geval van elektriciteitstekort wordt geactiveerd. De minister van Energie beslist elk jaar in september hoe groot de reserve moet zijn voor de komende winter. Die reserve kan bestaan uit de potentiële elektriciteitshoeveelheid:
- die enerzijds geproduceerd wordt door de productie-eenheden die onlangs werden stopgezet, maar die op elk moment tijdens de winterperiode opnieuw geactiveerd kunnen worden. Dat wordt het "aanbodbeheer" genoemd;
- die anderzijds bespaard wordt doordat klanten aanvaarden om hun elektriciteitsverbruik geheel of gedeeltelijk en voor een bepaalde duur te verminderen, in geval van noodtoestand. Dat wordt het "vraagbeheer" genoemd.
- Verbeteren van de interconnectie van het Belgische en Duitse transmissienet. Hierdoor zijn we beter in staat om in Duitsland opgewekte elektriciteit in te voeren wanneer dat nodig is.
- Instellen van een onevenwichtstarief. Die maatregel is niet gericht op particulieren en gewone ondernemingen. Het betreft spelers van de groothandelsmarkt van elektriciteit die stroom kopen en verkopen voor rekening van de leveranciers. Met die tamelijk complexe maatregel moeten energieleveranciers hun klanten stimuleren om hun stroomverbruik in geval van schaarste te verminderen.
- Aanpassen van de kalender van de nucleaire uitstap, waarbij de levensduur van Doel 1, Doel 2 en Tihange 3 verlengd werd tot en met 2025.
- Voorbereiden van een reeks maatregelen met als doel het elektriciteitsverbruik te verminderen tijdens het piekverbruik in de winterperiode.
De regering kan bewustmakings- en verbodsmaatregelen nemen, afhankelijk van de ernst van de toestand, om het elektriciteitsverbruik te laten dalen.
Er bestaat al een inventaris van denkbare maatregelen: uitschakelen van de openbare verlichting op de snelweg, verbod op decoratieve verlichting (reclameborden, kerstverlichting, monumentenverlichting ...), besparingen in de verschillende administraties, verbod op het opladen van elektrische auto's, elektrische verwarming van huizen en warm water tijdens piekverbruik. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van mogelijke maatregelen. Niet al deze maatregelen zullen noodzakelijkerwijs tegelijkertijd worden genomen en andere kunnen worden toegevoegd.
De volledige uitschakeling van de openbare verlichting maakt geen deel uit van de vooropgestelde maatregelen.
Die eerst overwogen mogelijkheid werd uiteindelijk uitgesloten, enerzijds om technische redenen en anderzijds wegens de veiligheidsproblemen die hiermee gepaard kunnen gaan.
Iedereen kan bijdragen tot de vermindering van de vraag door zijn elektriciteitsverbruik te beperken.
In geval van dreiging tot schaarste, kan een openbare oproep tot energiebesparing, bij ondernemingen en burgers, worden verspreid.
U vindt op de website van de FOD Economie enkele tips om het elektriciteitsverbruik van uw onderneming te verminderen.
Enkele voorbeelden van eenvoudige handelingen om het elektriciteitsverbruik te verminderen:
- doe het licht uit waar het niet nodig is (bv. toiletten, gangen, kopieerruimten ...);
- verlaag de thermostaat (zeker wanneer het kantoor gesloten is);
- zet computers, printers enzovoort volledig uit (laat ze niet op stand-by staan);
- vermijd buitenverlichting;
- beperk, na sluitingstijd, zoveel mogelijk de binnenverlichting;
- moedig uw medewerkers en collega's aan hetzelfde te doen.
Indien vrijwillige acties van burgers, overheidsdiensten en bedrijven het elektriciteitsverbruik niet voldoende verminderen, kan de regering besluiten bepaalde maatregelen op te leggen om deze vermindering af te dwingen
Dit zou kunnen inhouden:
- een verbod op het verwarmen van woningen of op warm water tijdens verbruikspieken
- een verbod op het opladen van elektrische auto's tijdens verbruikspieken;
- telewerken verplicht stellen
- een verbod op het gebruik van elektrische apparaten tijdens verbruikspieken
- ….
Niet al deze maatregelen zullen noodzakelijkerwijs tegelijkertijd worden genomen. Dat hangt af van de ernst van de situatie.
Pas in laatste instantie, als alle andere maatregelen ontoereikend blijken, wordt een afschakelplan in werking gesteld. Dit betekent dat de regering zal besluiten om de elektriciteitsvoorziening van een specifieke schijf of schijven tijdens verbruikspieken te onderbreken om een algemene netstoring (black-out) te vermijden waardoor het hele land van elektriciteit verstoken zou blijven.
Het systeem BE-Alert van het Crisiscentrum kan u waarschuwen in het geval van een kans op elektriciteitsschaarste, of van elk ander noodgeval.
Wanneer we niet op de hele Belgische elektriciteitsproductiecapaciteit kunnen rekenen, zijn we afhankelijker van andere, duurdere productiebronnen en van de invoer van elektriciteit uit de buurlanden. Het is een economische wetmatigheid: als de vraag hoog is en het aanbod laag, stijgen de prijzen.
Maar de elektriciteitsprijs is niet de enige factor die het bedrag van uw elektriciteitsfactuur kan beïnvloeden. De kosten voor andere soorten energie om onze elektriciteitscentrales te laten draaien, spelen eveneens een belangrijke rol, ongeacht of er een tekort dreigt of niet. Dit geldt met name voor gas, omdat 35% van de elektriciteitscentrales op gas werkt.
Het ministerieel besluit Afschakelplan bepaalt dat de minister van Energie, in overleg met de minister van Economie, het afschakelplan en de uitvoeringsbepalingen ervan vaststelt op basis van een voorstel van Elia, de transmissienetbeheerder voor elektriciteit, na advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG).
In 2015 werd de regelgeving alsook de modaliteiten van het afschakelplan herzien door Elia.
Het afschakelplan is opgesteld ter bescherming van het Belgische elektriciteitsnet om een complete black-out te voorkomen, dat wil zeggen dat heel het land zonder elektriciteit valt. Als dat gebeurt, leidt dat onvermijdelijk tot grote problemen.
Het afschakelplan is opgesteld op basis van de volgende drie criteria:
- Gradualiteit: meerdere schijven kunnen tegelijkertijd afgeschakeld worden om het stroomtekort op te vangen.
- Geografische spreiding: steunt op de configuratie van het elektriciteitsnet, een gevolg van de historiek van het net en van de industriële ontwikkeling in België. Op basis van de huidige configuratie van ons net zijn er acht schijven, gaande van 500 MW tot 750 MW, verspreid over het hele land om geen onevenwicht te creëren op het net.
- Volgorde van prioriteit (zoals vastgelegd in het ministerieel besluit).
Deze drie criteria bepalen:
- of een gemeente al dan niet wordt getroffen,
- in welke mate,
- welke gebruikers mogelijk van elektriciteit verstoken zullen blijven.
Prioritaire klanten zijn voornamelijk:
- algemene en psychiatrische ziekenhuizen
- de beheerscentrales van de noodoproepen (112, 100 en 101)
- de posten van de netbeheerders.
Rusthuizen en zorgcentra horen daar niet bij.
Als een afschakeling niet kan worden vermeden, dan wordt de bevoorrading van die prioritaire klanten in principe niet onderbroken. Mocht hun stroomtoevoer toch onderbroken worden dan worden ze zo snel mogelijk herbevoorraad.
De transmissienetbeheerder en de beheerders van de ermee verbonden lokale transmissie- en distributienetten zorgen voor een hervoeding van de prioritaire netverbindingen.
De onderbrekingen zouden normaal gezien maar een paar uur duren, op de momenten met het hoogste stroomverbruik.
We weten uit het gemiddelde verbruik in België dat de kans op schaarste het grootst is tussen 17 en 20 uur. Op basis van de bestaande afschakelprocedures kunnen we inschatten dat het heropstarten van het transmissienet binnen een periode van ongeveer drie uur kan gebeuren.
In de praktijk vergt die herbevoorrading echter ook lokale en manuele handelingen. Deze kunnen de concrete heropstart in bepaalde wijken vertragen, en dit naargelang de omstandigheden (bv. strenge winteromstandigheden die de mobiliteit bemoeilijken of de personeelsbezetting buiten de kantooruren). Hierdoor is het mogelijk dat bepaalde gezinnen en bedrijven misschien iets langer in het donker blijven.
Het systeem BE-Alert van het Crisiscentrum kan u waarschuwen in het geval van een kans op elektriciteitsschaarste, of van elk ander noodgeval.
We weten uit het gemiddelde verbruik in België dat de kans op schaarste het grootst is tussen 17 uur en 20 uur.
In de praktijk kan een afschakeling echter op elk moment plaatsvinden Plotse factoren zoals ongunstige weersomstandigheden in binnen- en buitenland, een onverwachte uitval van een productie-eenheid of een massale verplaatsing van het tijdstip van het piekverbruik naar aanleiding van de bewustmakingscampagnes, kunnen ook op andere ogenblikken van de dag een schaarste uitlokken.
Het systeem BE-Alert van het Nationaal Crisiscentrum kan u waarschuwen in het geval van een kans op elektriciteitsschaarste, of van elk ander noodgeval.
In het schaarsteplan wordt het risico op afschakeling een dag vooraf vastgelegd op basis van de beschikbare gegevens en projecties.
Elia, de transmissienetbeheerder, krijgt van de ministers van Energie en Economie het mandaat om – indien nodig – bepaalde schijven af te schakelen. De minister van Energie mandateert Elia echter ook om op basis van de meest actuele gegevens die afschakeling alsnog niet door te voeren. Dat kan het geval zijn als op basis van actuele gegevens blijkt dat er minder geconsumeerd en/of meer geproduceerd en geïmporteerd wordt dan verwacht en dat er dus geen risico op een algemene stroomonderbreking is.
De overheid en Elia huldigen hierbij het voorzorgsprincipe. Het is immers beter één keer te veel een mogelijke afschakeling aan te kondigen, dan één keer te moeten afschakelen zonder het op voorhand te hebben aangekondigd. Deze situatie kan ongemakken met zich meebrengen voor de betrokken actoren die de nodige maatregelen moeten nemen, maar zo kan iedereen er zich toch optimaal op voorbereiden.
We rekenen op de inspanningen van de volledige bevolking om het elektriciteitsverbruik zo veel mogelijk te beperken op het moment dat de overheid hiertoe oproept.
Om beter bestand te zijn tegen structurele tekorten aan elektriciteit heeft de federale overheid beslist in een strategische reserve te voorzien om een mogelijke afschakeling te vermijden.
De minister van Energie beslist elk jaar in september hoe groot de reserve moet zijn voor de komende winter.
Die strategische reserve kan bestaan uit de potentiële elektriciteitshoeveelheid
- die enerzijds geproduceerd wordt door de productie-eenheden die onlangs werden stopgezet, maar die op elk moment tijdens de winterperiode opnieuw geactiveerd kunnen worden;
- die anderzijds bespaard wordt doordat klanten aanvaarden om hun elektriciteitsverbruik geheel of gedeeltelijk en voor een bepaalde duur te verminderen, in geval van noodtoestand.
Ondersteunende reserves zijn aldus gewaarborgd en kunnen de hele winter gebruikt worden om het noodzakelijke evenwicht op het net te behouden (door het verlagen van de consumptie en/of het verhogen van de productie).
De activatie van die strategische reserve is de verantwoordelijkheid van Elia, de transmissienetbeheerder. Die reserve mag slechts in hoogste nood geactiveerd worden en mag de markt niet beïnvloeden.
Elia informeert het publiek over de activatie van die reserve via zijn website.
De strategische reserve is een hulpmiddel voor het evenwichtsbeheer van het netwerk. Het betekent niet automatisch dat er een onmiddellijke schaarste dreigt.
Over het algemeen kan een dreigende schaarste tot ongeveer een week op voorhand gedetecteerd worden. De bevolking kan dus ten vroegste één week vooraf op de hoogte worden gebracht.
Tijdens die week worden de particulieren en de ondernemingen gevraagd hun verbruik, vermoedelijk op het eind van de dag, te verminderen. Als iedereen meedoet, is het mogelijk om de dreigende schaarste af te wenden.
Als allerlaatste middel, dus indien alle andere acties niet voldoen, wordt een afschakelplan geactiveerd. De regelingen van die afschakeling (afgeschakelde schijven, periode, duur ...) worden nader bepaald en op de vooravond van de afschakeling aan de bevolking meegedeeld.
Wanneer een dreigende schaarste onverwachts opduikt, kan de aankondiging ervan minder dan een week op voorhand gebeuren. Maar het instellen van afschakeling wordt altijd op de vooravond gemeld.
Het systeem BE-Alert van het Crisiscentrum kan u waarschuwen in het geval van een kans op elektriciteitsschaarste, of van elk ander noodgeval.
Niemand kan vandaag zeggen wanneer een afschakeling plaatsvindt, zelfs niet of het gebeurt. Alles wordt in het werk gesteld om die extreme maatregel die bestaat uit het zonder stroom zetten van bepaalde zones tijdens verbruikspieken, niet te moeten toepassen.
Het is wel degelijk een maatregel in geval van noodtoestand die enkel getroffen wordt als alle andere maatregelen onvoldoende resultaten hebben opgeleverd.
Het systeem BE-Alert van het Crisiscentrum kan u waarschuwen in het geval van een kans op elektriciteitsschaarste, of van elk ander noodgeval.
In het geval van dreigende schaarste, wordt de bevolking regelmatig geïnformeerd via de media en, indien de regering het vraagt, wordt er specifieke informatie gegeven voor de inwoners van de gemeenten waar distributiecabines waarschijnlijk worden afgeschakeld (tijdelijke onderbreking van de stroomvoorziening van die cabines).
Als de toestand nog steeds kritiek is de dag voor de schaarste (dag D-1), delen de ministers van Economie en Energie ’s avonds in een persconferentie mee welke schijf/schijven de volgende dag moet/moeten worden afgeschakeld, als de toestand niet verandert. Die informatie wordt via tv, radio, pers, internet … verspreid.
Het systeem BE-Alert van het Crisiscentrum kan u waarschuwen in het geval van een kans op elektriciteitsschaarste, of van elk ander noodgeval.
Maar als we allemaal solidair zijn en de gevraagde inspanningen leveren om ons elektriciteitsverbruik te beperken, kan een afschakeling misschien worden voorkomen.
Met uitzondering van enkele industriële klanten met een hoog elektriciteitsverbruik, wordt elke gebruiker van elektriciteit voorzien door een distributienetbeheerder. Elke gebruiker is verbonden met een distributiecabine met laagspanning.
De FOD Economie kent de precieze ligging van de distributiecabines noch hun precieze geografische dekking. Om veiligheidsredenen (met name gevaar van terrorisme) kan deze informatie niet openbaar worden gemaakt. De provinciegouverneurs en de burgemeesters beschikken over die gegevens. Zo kunnen ze plaatselijk de noodzakelijke dringende maatregelen treffen.
De FOD Economie heeft echter op zijn website een interactieve kaart beschikbaar gesteld met daarop vermeld de gemeenten die door het afschakelplan worden getroffen, de afschakelschijven die op de gemeenten betrekking hebben en het aantal afschakelbare cabines.
Dezelfde gemeente - of zelfs dezelfde straat – kan worden bevoorraad door verschillende distributieposten die tot verschillende schijven behoren. Zo kan ook een cabine op het grondgebied van een gemeente straten in de naburige gemeente bevoorraden. De toestand kan soms veranderen naargelang precieze factoren, zoals werkzaamheden op het distributienetwerk.
De kaart van de FOD Economie is bijgevolg een benaderende weergave van de exacte situatie van het afschakelplan op het terrein.
U vindt, op de website van uw distributienetbeheerder, informatie over de straten die getroffen worden door een afschakeling. Op de website van de FOD Economie vindt u verschillende links naar de websites van de distributienetbeheerders.
De FOD Economie kent de precieze ligging van de distributiecabines noch hun precieze geografische dekking.
Dezelfde gemeente - of zelfs dezelfde straat – kan worden bevoorraad door verschillende distributieposten die tot verschillende schijven behoren. De toestand kan soms veranderen naargelang precieze factoren, zoals werken op het distributienetwerk. De toestand kan soms veranderen naargelang precieze factoren, zoals werkzaamheden op het distributienetwerk.
U vindt, op de website van uw distributienetbeheerder, informatie over de straten die getroffen worden door een afschakeling. Op onze website vindt u verschillende links naar de websites van de distributienetbeheerders.
U kunt ook uw distributienetbeheerder bellen. Het telefoonnummer staat vermeld op uw factuur. Gebruik bij voorkeur dit nummer in plaats van het nummer dat bedoeld is om contact op te nemen in geval van storingen.
Het afschakelplan wordt enkel door de regering geactiveerd in geval van absolute noodzaak (extreme toestand) en alleen als alle andere maatregelen om het aanbod te vergroten of het elektriciteitsverbruik te verminderen ontoereikend blijken.
België is ingedeeld in 8 afschakelbare schijven. De afschakeling van één schijf komt neer op een bewuste en gecontroleerde onderbreking van een aantal hoogspannings- en distributieposten van elektriciteit die op het hele grondgebied werden geïdentificeerd met het oog op een vermindering van het verbruik met van +/-500 MW à 750 MW. Elke schijf heeft dus betrekking op gemeenten van verschillende gewesten van het land. Ook kan eenzelfde gemeente, en zelfs eenzelfde straat, bevoorraad worden door diverse distributieposten die tot verschillende schijven behoren.
Elia heeft de afschakelbare hoogspanningsposten in elke schijf bepaald met het oog op de naleving van het wettelijke principe van proportionaliteit t.o.v. het verbruik van de verschillende elektrische zones. Hierbij heeft Elia er ook voor gezorgd dat de impact op de bevoorrading zoveel mogelijk wordt beperkt:
- in stadscentra van gemeenten met meer dan 50.000 inwoners;
- in de provinciehoofdplaatsen,
- belangrijke havens en luchthavens.
In geval van activatie van het afschakelplan beslissen de ministers van Energie en van Economie welke schijf wordt afgeschakeld. In principe wordt maar één schijf tegelijk afgeschakeld. Bij ernstige problemen zou het kunnen dat er meerdere worden afgeschakeld.
In elk geval worden sommige gebruikers (vooral algemene en psychiatrische ziekenhuizen en beheercentrales voor noodoproepen 112, 100 en 101) met voorrang opnieuw bevoorraad in geval van een afschakeling.
De onderbrekingen zouden duren ongeveer drie uur duren op momenten van piekverbruik in de winter, in principe tussen 17 en 20 uur. Indien de concrete situatie het eist, kan het echter zijn dat de onderbrekingen ook op andere momenten plaatsvinden en langer duren.
Bij de bekendmaking aan de media van de door de afschakeling getroffen schijf (of schijven in een extreme toestand), wordt het algemeen nummer van de schijf meegedeeld (bijvoorbeeld: schijf 8).
De manuele afschakelingsprocedure in geval van elektriciteitsschaarste voorziet in een beurtrol tussen de afschakelbare schijven in dalende volgorde, van schijf 8 tot schijf 2 en dan opnieuw van schijf 8 tot schijf 2. Schijf 1 zou dus a priori niet manueel worden afgeschakeld bij stroomtekort. Die is bestemd voor de automatische afschakeling in het geval van een plots incident dat het evenwicht van het Belgische of Europese elektriciteitsnet in gevaar zou brengen.
Er is voorzien in een schijfrotatiesysteem als de afschakeling op verscheidene dagen na elkaar of verscheidene keren in korte perioden moet plaatsvinden. De schijven worden om beurten, in dalende volgorde, afgeschakeld. Als bijvoorbeeld schijf 8 op maandag werd afgeschakeld en er op dinsdag een schaarste dreigt, dan wordt schijf 7 automatisch gekozen om te worden afgeschakeld. Dit kan ook het geval zijn als schijf 8 uiteindelijk toch niet daadwerkelijk hoefde te worden afgeschakeld. Indien er enkele weken later opnieuw moet worden afgeschakeld, wordt er overgegaan naar schijf 6, dan schijf 5 enzovoort.
Wanneer er tijdens eenzelfde dag meerdere periodes wordt afgeschakeld, gebeurt er geen schijfrotatie tussen de verschillende afschakelbare schijven. Het rotatieprincipe geldt enkel voor verschillende dagen. Indien dat niet zo zou zijn, zou het voor de plaatselijke overheid onmogelijk zijn om de volksgezondheid en de noodhulp aan de bevolking te waarborgen.
Dit systeem van schijfrotatie is gebaseerd op principes die op ieder moment kunnen worden gewijzigd. Uiteindelijk zijn het altijd de ministers die beslissen welke schijven worden afgeschakeld rekening houdend met de feitelijke omstandigheden, het tijdstip waarop de afschakeling zal plaatsvinden, de precieze voorwaarden en de omvang van de mogelijke gevolgen.
Enkele woningen die zich in de grenstreek in het buitenland bevinden, worden ook bevoorraad vanuit het Belgische distributienetwerk.
Ongeveer 145 woningen zijn verbonden met distributiecabines die in de schijven 2 en 8 van het afschakelplan liggen. Ze zijn dus eveneens betrokken bij een eventuele afschakeling.
Van die woningen bevinden er zich 130 in Nederland (in de gemeenten Roosendaal, Woensdrecht, Eijsden-Margraten, Leudal, Gulpen-Wittem, Baarle-Nassau). De overige 15 liggen in Frankrijk (gemeenten Lameries, Jeumont, Givet, Les Hautes Rivières, Fagny, Matton en Clémency).
De Belgische distributienetbeheerders informeren tijdig de betrokken lokale besturen en hulpdiensten.
Het afschakelplan werd in 2015 volledig herzien. Bij het begin van elke winter wordt het afschakelplan geëvalueerd en zo nodig aangepast. Het gaat daarbij meestal om kleine aanpassingen.
Het huidige afschakelplan werd zodanig opgesteld dat het benodigde afschakelbare volume gedurende het gehele jaar voortdurend wordt gewaarborgd, rekening houdend met de fluctuaties in verbruik en de herbevoorrading van prioritaire gebruikers. Het anticipeert ook op de Europese verordeningen die ondertussen van kracht zijn.
Het afschakelplan werd opgesteld om:
- het benodigde afschakelbare volume gedurende het gehele jaar te waarborgen (rekening houdend met de fluctuaties in verbruik);
- steeds een vermogen van ongeveer 5.000 MW voor het piekverbruik tijdens de winterperiode te waarborgen.
Die cijfers houden geen rekening met de herbevoorrading van prioritaire gebruikers.
Bovendien vrijwaart het afschakelplan ook de naleving van een reeks Europese wettelijke verplichtingen (ENTSO-E en Network Codes).
De keuze van de afschakelbare distributieposten per schijf gebeurt volgens het wettelijke principe van proportionaliteit t.o.v. het verbruik van de verschillende elektrische zones. Hierbij werd er ook voor gezorgd dat de impact op de bevoorrading zoveel mogelijk wordt beperkt:
- in stadscentra van gemeenten met meer dan 50.000 inwoners;
- in de provinciehoofdplaatsen.
- belangrijke havens en luchthavens.
Zie ook Wordt de gemeente waar mijn onderneming zich bevindt, getroffen door het afschakelplan?
De ministers van Energie en Economie beslissen op de dag die een eventueel tekort voorafgaat welke schijf wordt afgeschakeld (a priori tijdens de verbruikspiekuren) om een algemene black-out te vermijden. In principe wordt slechts één schijf afgeschakeld, maar als het stroomtekort te groot wordt, kunnen er meerdere schijven betrokken zijn.
Bij de bekendmaking aan de media van de door de afschakeling getroffen schijf (of schijven in een extreme toestand), wordt het algemeen nummer van de schijf meegedeeld (bijvoorbeeld: schijf 8).
De afschakelingsprocedure in geval van elektriciteitsschaarste voorziet in een beurtrol tussen de afschakelbare schijven in dalende volgorde, van schijf 8 tot schijf 2 en dan opnieuw van schijf 8 tot schijf 2. Schijf 1 zou dus a priori niet "manueel" worden afgeschakeld bij stroomtekort. Die is bestemd voor de "automatische" afschakeling in het geval van een plots incident dat het evenwicht van het Belgische of Europese elektriciteitsnet in gevaar zou brengen.
Er is voorzien in een schijfrotatiesysteem als de afschakeling op verscheidene dagen na elkaar of verscheidene keren in korte perioden moet plaatsvinden. De schijven worden om beurten, in dalende volgorde, afgeschakeld. Als bijvoorbeeld schijf 8 op maandag werd afgeschakeld en er op dinsdag een schaarste dreigt, dan wordt schijf 7 automatisch gekozen om te worden afgeschakeld. Dit kan ook het geval zijn als schijf 8 uiteindelijk toch niet daadwerkelijk hoefde te worden afgeschakeld. Indien er enkele weken later opnieuw moet worden afgeschakeld, wordt er overgegaan naar schijf 6, dan schijf 5 enzovoort.
Wanneer er tijdens eenzelfde dag meerdere periodes wordt afgeschakeld, gebeurt er geen schijfrotatie tussen de verschillende afschakelbare schijven. Het rotatieprincipe geldt enkel voor verschillende dagen. Indien dat niet zo zou zijn, zou het voor de plaatselijke overheid onmogelijk zijn om de volksgezondheid en de noodhulp aan de bevolking te waarborgen.
Die principes zijn voor wijziging vatbaar. Uiteindelijk zijn het altijd de ministers die op basis van de werkelijke omstandigheden beslissen wanneer en volgens welke uitvoeringswijze de afschakeling exact gebeurt.
Bij de opmaak van het afschakelplan heeft Elia, de transmissienetbeheerder, het principe van de "zo beperkt mogelijke gevolgen" in alle onderhandelingen centraal gezet.
Zo werd er bepaald welke types verbruikers als eerste worden afgesloten en welke types verbruikers in geval van afschakeling met voorrang herbevoorraad moeten worden (algemene en psychiatrische ziekenhuizen, beheercentrales voor noodoproepen 112, 100 en 101 …).
De plattelandsgebieden behoren tot de gebieden waar de ongemakken van afschakeling het minst worden gevoeld. Ze zijn het minst bevolkt en hebben minder verkeerslichten, liften ...
Als onderneming moet u zich zo goed mogelijk voorbereiden om de ongemakken van een aangekondigde stroomonderbreking te minimaliseren. Het is belangrijk om een risicoanalyse te maken om te bepalen wat de invloed is van een stroomonderbreking op de processen (bv. machines die stilvallen, computerservers die uitvallen …). Op basis van deze analyse kunt u een actieplan opstellen.
Ga alvast op voorhand na tot welke schijf uw onderneming behoort in het afschakelingsplan. U vindt, op de website van uw distributienetbeheerder, informatie over de straten die getroffen worden door een afschakeling. Op de website van de FOD Economie werden links geplaatst naar de websites van de distributienetbeheerders.
Volg ook de berichtgeving nauwgezet op de voet om te weten welke schijven wanneer afgeschakeld worden.
Doe hetzelfde als bij een gewone stroomonderbreking. De onderbrekingen duren normaal gezien niet langer dan drie uur. Bovendien zal de regering een dag op voorhand de schijven meedelen die eventueel worden afgeschakeld. Zo hebt u een dag de tijd om uw voorzorgen te nemen.
Hier volgen enkele algemene tips in geval van een lange stroomonderbreking:
- schakel gevoelige elektrische toestellen (computers, printers ...) uit om schade te voorkomen door een te hoge spanning bij het heropstarten;
- zet om dezelfde reden de thermostaat van uw verwarmingsketel zo laag mogelijk;
- volg de berichtgeving in de media (bv. via een radio op batterijen of de autoradio);
- gebruik zaklampen;
- bel enkel wanneer het nodig is, om het net niet te overbelasten;
- sluit ramen en deuren in uw onderneming om de warmte binnen te houden;
- als u met gas, stookolie, kolen of hout verwarmt, zorg dan voor voldoende verluchting om koolstofmonoxidevergiftiging te voorkomen;
- laat een schakelaar aanstaan zodat u weet wanneer er weer stroom is;
- voorzie het nodige voor automatische deuren en draaideuren, liften, alarmsystemen, elektronische betalingssystemen;
- zorg ervoor dat vluchtwegen veilig en open zijn;
- breng uw klanten op de hoogte;
- sluit, indien nodig, tijdelijk uw bedrijf.
Als een afschakeling noodzakelijk is, gebeurt die tijdens de piekmomenten, wat normaal gezien tussen 17 en 20 uur is. Op dat ogenblik is er ’s winters wellicht geen zonneproductie, omdat de dagen korter zijn.
Mocht er om uitzonderlijke redenen overdag afgeschakeld worden, dan is het wegens het gebrek aan elektriciteit in uw zonnepaneleninstallatie, toch niet mogelijk om de energie in het net te injecteren.
Warmtekrachtkoppelingsinstallaties gebruiken ook elektriciteit. Ze kunnen niet werken bij een afschakeling.
De gasnetbeheerder in België, Fluxys, heeft de nodige maatregelen genomen om de continuïteit van de aardgasvoorziening voor de eindgebruikers alsook van de grensoverschrijdende stromen te waarborgen. Een eventuele afschakeling heeft geen impact op de installaties die onontbeerlijk zijn voor het netbeheer en voor de aardgasbevoorradingszekerheid van het land. In geval van schaarste heeft aardgas immers een beslissende rol te spelen om het tekort op te vangen, met name op het vlak van elektriciteitsproductie in de aardgascentrales.
Bovendien heeft Fluxys, in overleg met de distributienetbeheerders, de nodige voorzorgsmaatregelen genomen, zodat de drukreduceerstations – die de schakel vormen tussen de hogedrukgasleidingen van Fluxys en de distributieleidingen op middelhoge en lage druk – geen nadelen ondervinden van een eventuele afschakeling.
Een grootschalige stroomonderbreking als gevolg van een afschakeling heeft dus geen rechtstreekse impact op de aardgasdistributie noch op de veiligheid van de infrastructuur. U kunt echter maar aardgas gebruiken als uw kook-, uw gasverwarmingstoestel enzovoort niet van elektriciteit moeten worden voorzien om te kunnen functioneren of als ze aangesloten zijn op een autonome stroombron.
Toestellen met thermo-elektrische vlambeveiliging (thermokoppel) hebben enkel stroom nodig om de piëzo-ontsteking in werking te stellen. In dat geval kan een lucifer of een aansteker als alternatieve ontstekingsbron dienen zodat die toestellen perfect zonder stroom kunnen werken. Toestellen met elektronische vlamcontrole (ionisatie) kunnen daarentegen niet functioneren zonder stroom.
Afhankelijk van de geografische ligging kan het zijn dat de druk op uw waterleiding lager is dan normaal. Pas indien een stroomonderbreking meerdere uren aanhoudt of in sommige hoger gelegen gebieden, kan de watervoorziening stilvallen.
Belangrijke processen en data in de financiële sector zijn beveiligd tegen een stroomonderbreking van lange duur. Geldautomaten werken echter niet meer, evenmin als betaalautomaten in winkels.
Gsm-masten kunnen één tot twee uur zonder elektriciteit. Gebruikers met een vaste lijn zullen geen gebruik kunnen maken van telefonie of internet. Toegang tot mobiel internet (3G/4G) zal snel, wellicht onmiddellijk, worden afgesloten.
Hoe dan ook, na een tijdje kunnen de netwerken verzadigd raken als iedereen begint te bellen.
Vaste telecomdiensten
Indien u beschikt over een klassieke telefoonlijn waarbij het telefoontoestel werkt zonder specifieke stroomtoevoer, kunt u blijven bellen gedurende ongeveer vier uur vanaf het moment van de stroomafschakeling.
In de meeste gevallen is de werking van uw lijn rechtstreeks verbonden met de stroomtoevoer, hetzij voor uw modem, hetzij voor de lijnapparatuur van uw operator. Indien er geen elektriciteit is, kunt u uw vaste lijn of andere vaste communicatiediensten niet langer gebruiken.
Indien u beschikt over specifieke toepassingen die met uw vaste telefoonlijn (alarm) verbonden zijn, raden we u aan om de nodige veiligheidsvoorzorgen te treffen.
Gsm-diensten
In geval van een lange stroomonderbreking is het erg waarschijnlijk dat de werking van het deel van het mobiele netwerk van uw operator dat zich in de getroffen zone bevindt, verstoord zal zijn.
In de afgeschakelde zone blijft uw gsm werken gedurende één tot twee uur (zorg ervoor dat uw gsm volledig opgeladen is) voor telefonie en sms’en. Het verschil in mogelijke duur (één tot twee uur) hangt samen met de belasting van het netwerk en het type apparatuur dat geïnstalleerd is; het aantal oproepen heeft eveneens een invloed op de autonomie van de antenne.
Ondanks alle inspanningen om de toegang tot de netwerken te garanderen, zou het kunnen dat er gedurende één tot twee uur geen toegang is tot het gsm-netwerk, zelfs als u niet van het elektriciteitsnet bent afgesloten. Dat kan te wijten zijn aan het feit dat de gsm-antenne zich in een zone bevindt die wel afgeschakeld is. Het omgekeerde is ook mogelijk: het kan dat u probleemloos mobiel kunt blijven bellen.
In het geval van stroomafschakeling raden we over het algemeen aan om het gebruik van uw mobiele toestel te beperken tot enkel de onmisbare communicatie, om de noodbatterijen van uw operator niet onnodig te belasten.
Bovendien kunnen sommige operatoren zich genoopt zien om het verkeer van mobiele data (3G en 4G) stop te zetten en om voorrang te geven aan de klassieke mobiele telefoonoproepen en dus aan de noodoproepen.
Zodra er opnieuw stroom is, kunnen er manuele interventies nodig zijn voor sommige gsm-masten die door een stroomonderbreking getroffen zijn. In bijzondere gevallen is het mogelijk dat u pas enkele uren na het herstel van de stroomvoorziening mobiel kunt bellen.
Vast internetdienst, analoge televisie en digitale televisie
Deze diensten hangen rechtstreeks af van de stroomtoevoer en blijven buiten dienst gedurende de hele stroomafschakeling. Er bestaan uitzonderingen voor businessklanten.
Mobiele-internetverbinding (3G/4G)
In de gebieden die worden bediend door basisstations voor mobiel internet zal de dienst, afhankelijk van de middelen van de operator, 0 tot 60 minuten beschikbaar zijn.
Sommige operatoren kiezen ervoor om de reservebatterij beschikbaar te stellen voor telefonie met voorrang aan de noodoproepen. Daarom zal 3G/4G sneller of onmiddellijk worden onderbroken.
(Bron BIPT)
Zolang uw vaste telefoon werkt (u hoort een kiestoon), kunt u de nooddiensten bellen. Toch is het weinig waarschijnlijk dat u uw vaste lijn nog kunt gebruiken.
Bij een stroomonderbreking van de antennes, schakelen die automatisch over op hun noodbatterijen. Zolang de antenne van uw operator werkt, kunt u de noodnummers rechtstreeks bellen met uw mobiele telefoon.
Indien de stroomuitval lang duurt, raken de reservebatterijen leeg en zullen onvermijdelijk sommige antennes niet meer werken.
Het is mogelijk dat antennes van andere operatoren in uw omgeving wel nog werken. Indien u voldoende signaal heeft, kunt u het noodnummer 112 bellen, ongeacht uw operator. De toegang tot de noodnummers 100 en 101 is echter niet gegarandeerd.
Bel enkel in geval van dringende nood naar de noodnummers 112, 100 en 101. Indien u de noodnummers belt zonder geldige reden, kunnen de noodcentrales de oproepen van personen die echt in nood zijn, niet beantwoorden.
Indien het niet langer mogelijk is om te bellen: gelieve de algemene informatie verspreid door de overheid te raadplegen of vraag hulp in uw buurt.
(Bron BIPT)
In de meeste gevallen moeten uw telefoontoestellen blijven werken indien u zich niet in een afgeschakelde schijf bevindt. Toch kan het in uitzonderlijke gevallen gebeuren dat de werking van sommige van uw telecomdiensten getroffen wordt door een afschakeling, zelfs wanneer u zich buiten de afgeschakelde schijf bevindt.
Voor de vaste diensten is het bijvoorbeeld mogelijk dat een netwerkelement dat nodig is voor de dienstverlening aan bepaalde gebruikers, zich in de afgeschakelde schijf bevindt. Daardoor kan het gebeuren dat uw vaste telecomdiensten toch worden getroffen, hoewel u zich niet in een afgeschakelde schijf bevindt.
Zo kan het ook, voor mobiele telefonie, dat een antenne die zich in een afgeschakelde schijf bevindt, een stuk grondgebied dekt dat zich buiten die schijf bevindt. Zelfs indien u zich in een niet-afgeschakelde schijf bevindt, zou het kunnen dat de antenne in uw buurt zich in een afgeschakelde schijf bevindt en dat die getroffen is. Omgekeerd zou het kunnen dat u zich in een afgeschakelde schijf bevindt maar dat u dekking krijgt door een andere antenne die zich buiten die zone bevindt en zonder noemenswaardige problemen werkt.
(Bron BIPT)
Het kan gebeuren dat operatoren manuele interventies moeten uitvoeren nadat de stroom is teruggekeerd, waardoor surfen op internet of bellen niet meteen mogelijk is. Ook alle eindapparatuur moet opnieuw worden verbonden met het netwerk en dat neemt tijd in beslag. In bijzondere gevallen is het mogelijk dat u niet mobiel kunt bellen tot enkele uren nadat de stroom is teruggekeerd.
Er wordt aangeraden om even te wachten om uw eindapparatuur opnieuw te verbinden voor communicatie.
Operatoren doen de nodige inspanningen om de dienstverlening te herstellen. Bel niet meteen naar de klantendienst.
(Bron BIPT)
Een smarttoestel (bijvoorbeeld uw alarmsysteem) zal doorgaans blijven werken, maar de communicatie (bijvoorbeeld contact met de alarmcentrale) kan verstoord zijn tijdens een afschakeling. De duur en de omvang van de storingen hangen af van de manier waarop het toestel verbonden is: met een vaste lijn of via een simkaart.
Raadpleeg voor meer informatie de vragen over mobiele telefonie, vast en/of mobiel internet.
(Bron BIPT)
Operatoren wijzen doorgaans elke aansprakelijkheid af in de algemene voorwaarden wanneer onderbreking van dienstverlening het gevolg is van een situatie veroorzaakt door derden, zoals stroomonderbrekingen.
Operatoren leveren de nodige inspanningen om de gevolgen voor klanten zoveel mogelijk te beperken en om zo snel mogelijk de dienstverlening te hervatten na de stroomonderbreking.
(Bron BIPT)
Het wegverkeer kan snel verstoord geraken door het uitvallen van de verlichting op snelwegen en andere wegen, het uitschakelen van de verkeerslichten en door het sluiten van spoorwegovergangen. Er zouden ook verkeersopstoppingen kunnen ontstaan. Vooral omdat ook het trein-, metro- en tramverkeer kan stilvallen. Om die hinder in grote steden echter te beperken, werden de stadscentra van gemeenten met meer dan 50.000 inwoners uitgesloten van het afschakelplan.
Infrabel en NMBS hebben de minister van Mobiliteit en de minister van Energie sterk aanbevolen om bij een toepassing van het afschakelplan door de overheid, behalve bij afschakeling van schijf 8, het treinverkeer in het hele land preventief stil te leggen gedurende de hele dag.
Na een grondige en uitvoerige impactanalyse zijn Infrabel en NMBS tot de bevinding gekomen dat de veiligheid van het treinverkeer niet meer kan worden gewaarborgd in geval van afschakeling van een andere schijf dan schijf 8. Dat is eveneens het geval indien, na een initiële afkondiging van de toepassing van schijf 8, de afschakeling van een bijkomende schijf voor diezelfde dag wordt afgekondigd.
Bij een stroomstoring gaan overwegen en seinsystemen automatisch in de veiligheidsmodus en is het niet meer mogelijk het treinverkeer te volgen. De kans op ongevallen, agressie of paniek in donkere stations is reëel. Kortom, zowel de exploitatieveiligheid als de veiligheid van de reizigers en medewerkers kan niet gegarandeerd worden.
Het systeem van zonale afschakeling (buiten schijf 8) is bovendien niet compatibel met de nationaal georganiseerde spoorinfrastructuur en treindienst. Heel wat treinen doorkruisen het hele land. Het gevolg is dat een trein op zijn traject door verschillende zones kan rijden waar de stroomvoorziening onderbroken is en dus de seininrichting stilligt en de overwegen gesloten zijn. Bovendien vereist schijfrotatie dat voor elk geval een ander scenario wordt uitgewerkt om de treinen te laten rijden, wat in werkelijkheid een onmogelijke opgave is.
Door het late tijdstip van beslissing tot afschakelen (ten vroegste de avond ervoor) kan een alternatieve treindienst voor de volgende dag bovendien onmogelijk worden georganiseerd én gecommuniceerd aan de reizigers.
Zowel Infrabel als NMBS wil geen mobiliteitschaos creëren in het land. Ze willen vooral vermijden dat pendelaars die ’s morgens vertrekken ’s avonds niet meer kunnen terugkeren.
(Bron Infrabel en NMBS)
De meeste spoorwegovergangen die zich in een afgeschakelde zone bevinden, gaan dicht. Infrabel is zich ervan bewust dat dit een nefaste invloed kan hebben op de mobiliteit in bepaalde gemeenten, met name wat betreft de hulpdiensten en het openbaar vervoer.
Gemeenten die betrokken zijn bij het afschakelplan en die geen haalbare alternatieve omleidingen via bruggen en tunnels kunnen bieden, werd daarom aangeraden om de prioritair strategisch gelegen overwegen aan te geven. Op basis van die vragen bekijkt Infrabel wat de mogelijkheden zijn om de overwegen die in die lijst zijn opgenomen, open te stellen voor het wegverkeer.
(Bron Infrabel en NMBS)
Infrabel en NMBS zijn grootverbruikers van elektriciteit. Daarom werken ze, in overleg met de FOD Mobiliteit en de FOD Economie, actief mee aan een programma om hun stroomverbruik in kritische perioden sterk aan banden te leggen door:
- de verlichting en verwarming in gebouwen en werkplaatsen zoveel mogelijk te beperken;
- indien gevraagd, een aangepast transportplan aan te bieden met minder treinen en dus ook minder energieverbruik.
Infrabel stelt samen met NMBS alles in het werk om toepassing van het afschakelplan te vermijden.
(Bron Infrabel en NMBS)
De luchthavens blijven operationeel en de veiligheid van het luchtruim blijft verzekerd. De capaciteit op de internationale Belgische luchthavens van vertrekkende en aankomende vliegtuigen kan na een aantal uren verminderen.
De scheepvaart op Belgische zeewateren ondervindt niet meteen grote hinder bij activatie van het afschakelplan als gevolg van elektriciteitsschaarste. Bijna alle systemen van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum en de Schelderadarketen zijn voorzien van noodstroomgeneratoren die een aantal uren kunnen overbruggen.
Bij de opmaak van het huidige afschakelplan werd er bijzondere aandacht geschonken aan de grote zeehavens. Ze zouden dus weinig, of zelfs geen impact moeten ondervinden.
De binnenscheepvaart kan wel ernstig verstoord worden door het stilvallen van bruggen en sluizen.
U neemt dan best contact op met uw Key Account Manager bij Elia voor meer informatie.
De relatie tussen leverancier en klant is contractueel vastgelegd. Of u al dan niet schadevergoeding van de leverancier kunt vragen, vindt u terug in de contractuele bepalingen.
Voor de relatie tussen eindconsument en netbeheerder enerzijds en de overheid anderzijds zijn de regels van buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht van toepassing. Het is aan de rechter om de fout, schade en oorzakelijk verband te beoordelen.
De overheid en de netbeheerder trachten in ieder geval met de uitwerking van het afschakelplan een black-out te vermijden.
Als u ten gevolge van een langdurige stroomonderbreking schade hebt geleden, kijk dan na of die gedekt wordt door een van uw verzekeringen (verzekering tegen exploitatieverlies, brandverzekering …): dit hangt af van het contract.
De kans is gering dat de verzekering zal vergoeden, aldus Assuralia. De meeste standaardcontracten, voor zowel zaakschade als exploitatieverlies, gaan er immers van uit dat er sprake moet zijn van schade als gevolg van een incident, zoals brand, ontploffing, blikseminslag, overbelasting van het netwerk, kortsluiting, om aanleiding te geven tot een uitkering. Uitvallen van stroomvoorziening is dus strikt genomen geen "plotselinge gebeurtenis" zoals gewoonlijk in de polissen wordt bepaald. We raden u aan contact op te nemen met uw makelaar om hierover uitsluitsel te krijgen.
De beslissing over de activatie van het afschakelplan wordt op de vooravond of op de dag zelf van de schaarste 's ochtends aangekondigd. Deze is gebaseerd op een schatting van het toekomstige verbruik en is dus altijd afhankelijk van de reële verbruikscijfers op het ogenblik zelf.
In de praktijk zal afschakeling alleen worden geactiveerd als er in real time geen andere oplossing mogelijk is. Indien bijgevolg wordt vastgesteld, tegen alle verwachting in, dat het verbruik bijvoorbeeld vijftien minuten voor het geplande tijdstip van afschakeling veel lager is dan verwacht en de hoeveelheid elektriciteit voldoende is, dan komt er geen afschakeling.
Het is dan ook altijd belangrijk om ons verbruik maximaal te beperken, zelfs tot op het laatste moment.
Het gebruik van een generator kan risico’s inhouden. We raden u dan ook ten zeerste aan, indien u overweegt om een generator te installeren op de elektriciteitsinstallatie van uw woning, deze door een vakman te laten plaatsen. Nadien bent u verplicht om de installatie te laten keuren door een erkend controleorgaan (bijvoorbeeld Vinçotte).
Bovendien moet u de toestemming van uw distributienetbeheerder vragen voor de aansluiting van een noodgenerator die parallel werkt met het openbaar laagspannings- of middenspanningsdistributienet.
Er bestaan echter ook generatoren waarbij u direct verschillende elektrische apparaten kunt aankoppelen in geval van stroomonderbreking. Daarvoor bestaat de verplichting tot controle niet. Maar hou er rekening mee dat hun installatie en gebruik risico’s kunnen inhouden, zowel voor uw elektrische toestellen in het bijzonder als voor uzelf.
Indien de netstroom wegvalt, gaat u het best in deze volgorde te werk:
- zet het elektrische toestel uit via de aan/uitknop;
- trek de stekker van het toestel uit;
- zet de autonome generator op een stabiele plaats en controleer vóór gebruik (lees zeker de gebruiksaanwijzing volledig na vóór ingebruikname). De generator kan nu worden aangezet;
- sluit het toestel met de stekker via het stopcontact van de generator aan;
- zet het toestel aan.
Schakel, zodra de stroom is hersteld, eerst het elektrische apparaat uit voordat u de generator loskoppelt.
Hier zijn nog enkele veiligheidsinstructies die wij u adviseren te volgen:
- plaats de grote generator buiten op een droge plaats (zowel voor aanzuiging van lucht, als voor evacuatie van uitlaatgassen);
- vul nooit brandstof bij terwijl de generator draait;
- sluit de generator altijd aan op een aarding;
- wijzig in geen geval de elektrische installatie van uw onderneming of het gebouw, ook niet via een stroomgenerator. Uw elektrische installatie is vóór ingebruikname door een erkende instantie op conformiteit gecontroleerd. Ze moet na elke aanpassing opnieuw worden goedgekeurd.
En als u een oude noodgenerator hebt die draait op benzine, vergeet dan niet met de fabrikant of de verkoper contact op te nemen om te weten of deze compatibel is met benzine 95 E10 (met maximaal 10 % bio-ethanol). Is dat niet het geval, gebruik dan enkel benzine 98 om risico op schade te vermijden.
Naast maatregelen om het elektriciteitsverbruik op vrijwillige basis te beperken, kunnen er ook verbodsmaatregelen via regelgevende teksten worden genomen om die beperking af te dwingen.
De Algemene Directie Energie van de FOD Economie heeft nagedacht over
- te overwegen dwingende maatregelen
- en, voor elke maatregel, over de bijdrage ervan in termen van energiebesparing,
- de sociaaleconomische impact voor de bevolking en de ondernemingen,
- evenals de concrete uitvoeringsbepalingen, met name op wettelijk vlak.
De verbodsmaatregelen worden in vier hoofdcategorieën ingedeeld:
- Maatregelen voor openbare verlichting: decoratieve verlichting, verlichting langs autosnelwegen, verlichting bij openbare evenementen ...
- Maatregelen voor privéverlichting: reclameverlichting, buitenverlichting van privégebouwen, binnenverlichting van handelszaken buiten de openingstijden, verlichting van privéparken en -tuinen, verlichting op recreatieve plaatsen, verlichting op culturele of sportevenementen …
- Maatregelen voor openbare gebouwen: ventilatie, airco, verwarming, buiten- en binnenverlichting, liften, hardware …
- Maatregelen voor huishoudactiviteiten van gezinnen: energieverslindende elektrische huishoudtoestellen (wasmachines, vaatwassers, elektrische drogers strijkijzers, stofzuigers …), elektrische wellnessuitrusting (sauna's, jacuzzi's, hammams, zwembaden, zonnebanken …), buiten- of decoratieve verlichting, elektrische buitenverwarming, elektrische auto's …
In geval van elektriciteitsschaarste worden waarschijnlijk niet alle maatregelen tegelijkertijd toegepast. Alles hangt af van de ernst van de toestand en van de beslissing van de ministers.
Rusthuizen worden niet als prioritaire gebruikers beschouwd.
Enkel algemene en psychiatrische ziekenhuizen worden binnen de gezondheidssector als prioritaire gebruikers beschouwd overeenkomstig het koninklijk besluit tot opstelling van de categorieën van prioritaire gebruikers. Ze zullen verder worden bevoorraad, ook al bevinden ze zich in een afschakelschijf
In die omstandigheden raden we de rusthuisbeheerders en –bewoners aan hun voorzorgen te nemen om een eventuele afschakeling het hoofd te bieden als hun instelling in een afschakelschijf ligt.
Patiënten met speciale behoeften
Een aantal patiënten heeft thuistherapie die afhankelijk is van elektriciteit: elektrisch gestuurde zuurstofapparatuur, pompsystemen, thuisdialyse …
Wanneer die apparatuur met tussenpozen wordt gebruikt, zoals bij thuisdialyse, is het logisch dat de patiënt er zelf voor zorgt dat zijn/haar toestel niet is aangesloten op het ogenblik van afschakeling.
Voor een aantal patiënten is dat niet mogelijk. Voor hen moet worden nagegaan of de autonomie van de volledig opgeladen interne batterijen in hun toestel groter is dan de verwachte duur van de afschakeling.
- Als dat het geval is, is de zorg voor die patiënten gegarandeerd.
- Als dat niet het geval is, moet een oplossing worden gezocht. Dan moeten die personen elders opvang kunnen krijgen tijdens de afschakeling.
Indien een van uw patiënten specifieke medische behoeften heeft, wacht dan niet tot een eventuele afschakeling. Ga de autonomie van het toestel na en bekijk de mogelijkheden tot opvang op een andere plaats.
Noodplanning in gemeenten en provincies
In het kader van de noodplanning, hebben de burgemeesters en de gouverneurs, in overleg met het federale crisiscentrum, noodmaatregelen voorbereid die in geval van afschakeling in hun gemeenten en provincies kunnen worden toegepast (bijvoorbeeld het opstellen van een informatie- en onthaalpunt voor de bevolking).
Informeer bij uw gemeentebestuur om na te gaan welke oplossingen in uw gemeente overwogen worden.
Wanneer een stroomonderbreking binnen een redelijke termijn op voorhand wordt aangekondigd, kan in de eerste plaats worden onderzocht of het binnen de onderneming mogelijk is om de stroomonderbreking te omzeilen door een aanpassing van de toepasselijke uurroosters (bv. wisseling van ploegen zodat er geen ploeg werkzaam is tijdens de afschakeling), en dat uiteraard binnen het wettelijke en conventionele kader.
Daarnaast kan een werkgever er bijvoorbeeld aan denken zijn werknemers te laten telewerken, een opleiding of een teambuildingsactiviteit te organiseren, de werknemer voorstellen een dag inhaalrust te nemen, zorgen voor aangepast werk …
Als geen van die alternatieven wordt toegepast, kunnen zich verschillende situaties voordoen.
Situatie 1 – Problemen met het openbaar vervoer
Een stroomonderbreking kan problemen met het openbaar vervoer tot gevolg hebben. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat er tijdelijk geen treinen, trams of metro’s rijden of dat er grote vertragingen zijn.
De werknemer heeft enkel recht op zijn normaal loon voor de niet-gepresteerde uren wanneer de stroomonderbreking voor hem onvoorzienbaar was. Indien hij op voorhand kon weten dat hij niet of te laat op het werk zou geraken (bv. problemen met het openbaar vervoer waren aangekondigd via de media), heeft hij geen recht op loon voor de niet-gepresteerde uren. Hij wordt in dat geval immers verondersteld de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen en bijvoorbeeld alternatieve vervoerswijzen te gebruiken om tijdig op het werk te geraken.
Situatie 2 - De onderneming wordt geconfronteerd met een stroomonderbreking die een geval van overmacht uitmaakt.
Wanneer de onderneming wordt geconfronteerd met een stroomonderbreking die het voor de werkgever onmogelijk maakt om zijn werknemers te werk te stellen, is er sprake van overmacht.
Die onmogelijkheid moet steeds geval per geval en met de nodige redelijkheid worden beoordeeld. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van het feit of de stroomonderbreking al dan niet binnen een redelijke termijn vooraf werd aangekondigd en van de mogelijkheden voor de werkgever om redelijke en passende maatregelen te nemen om zijn werknemers alsnog te werk te stellen. Het principe is namelijk dat de werkgever als een "goede huisvader" al het mogelijke moet doen om zijn verbintenissen na te komen, meer bepaald het tewerkstellen van zijn werknemers.
Als de werknemer door de stroomonderbreking de hele werkdag niet kan werken, wordt de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst geschorst op basis van overmacht. De werknemer kan onder bepaalde voorwaarden een uitkering krijgen van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening in verband met tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Dat geldt zowel voor arbeiders als bedienden.
Als de stroomonderbreking zich tijdens de werkdag voordoet en de werkgever geen aangepast werk kan aanbieden, heeft de werknemer recht op loon voor de niet-gepresteerde uren.
Situatie 3 - De onderneming wordt geconfronteerd met een stroomonderbreking die geen geval van overmacht uitmaakt
In een derde situatie wordt de onderneming getroffen door een stroomonderbreking die geen geval van overmacht uitmaakt. De stroomonderbreking is geen geval van overmacht wanneer het voor de werkgever nog mogelijk was om zijn werknemers te werk te stellen Dat moet opnieuw geval per geval en met de nodige redelijkheid worden beoordeeld.
Wanneer de werkgever in die situatie heeft nagelaten de passende maatregelen te nemen die van hem redelijkerwijs konden worden geëist, en de stroomonderbreking tot gevolg heeft dat hij zijn werknemers niet of niet langer kan tewerkstellen, moet hij het normaal loon betalen voor de niet-gepresteerde uren.
Op 29 september 2014 hield het VBO een informatiesessie over het risico op elektriciteitsschaarste in België. Daaropvolgend heeft het VBO een aantal FAQ’s op zijn website geplaatst, die de ondernemingen rechtstreeks aanbelangen. Hierna nemen we er enkele over. De verantwoordelijkheid voor de antwoorden berust geheel bij het VBO.
De schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht is voorzien in artikel 26 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (hierna "arbeidsovereenkomstenwet"). Het begrip ‘overmacht’ veronderstelt een plotselinge, niet te voorziene gebeurtenis, onafhankelijk van de wil van de partijen, die de uitvoering van de arbeidsovereenkomst volkomen onmogelijk maakt. Die maatregel kan zowel voor arbeiders als voor bedienden worden ingevoerd.
Het moet gaan om een gebeurtenis:
- onafhankelijk van de wil van de werkgever en van de werknemer: een stroomonderbreking ten gevolge van het afsluiten van de elektriciteit van een cabine vormt wel degelijk een buiten de onderneming gelegen oorzaak;
- die de uitvoering van de arbeidsovereenkomst volkomen onmogelijk maakt. De onmogelijkheid om de arbeidsovereenkomst uit te voeren, moet voor iedere arbeidsovereenkomst afzonderlijk worden onderzocht.
Als de werknemer zijn werk niet kan uitvoeren vanwege een stroomonderbreking zal de werkgever zich kunnen beroepen op overmacht om de arbeidsovereenkomst te schorsen.
Of de werknemer in dat geval recht heeft op een uitkering wegens tijdelijke werkloosheid hangt af van het vervullen van de hierna bepaalde voorwaarden.
(Bron VBO)
Tijdelijke werkloosheid kan enkel worden ingeroepen voor het verlies van een volledige arbeidsdag. Derhalve zal, wanneer er een aantal arbeidsuren zijn geweest op de dag van de onderbreking, die dag niet kunnen worden vergoed in het kader van tijdelijke werkloosheid. Voor de verloren uren zal de werknemer recht hebben op zijn normale loon, op grond van artikel 27 van de arbeidsovereenkomstenwet.
(Bron VBO)
Die situatie wordt gedekt door artikel 27 van de arbeidsovereenkomstenwet. De werknemer die de arbeid waaraan hij bezig was niet kan voortzetten wegens een oorzaak die onafhankelijk is van zijn wil, behoudt het recht op zijn normale loon.
De werkgever zal dus het normale loon moeten uitbetalen aan alle werknemers die wegens een stroomonderbreking hun arbeid hebben moeten onderbreken.
(Bron VBO)
De werkgever mag de uurroosters die van toepassing zijn in de onderneming niet eenzijdig wijzigen. Hij moet de procedure voor het wijzigen van het arbeidsreglement in acht nemen om nieuwe uurroosters in te voeren.
De nieuwe uurroosters zullen aan de betrokken werknemers worden opgelegd, behalve als het uurrooster is vermeld in de arbeidsovereenkomst en als een essentieel bestanddeel van de overeenkomst wordt beschouwd.
Theoretisch zou de werknemer zich kunnen verzetten tegen een eenzijdige wijziging van zijn arbeidsvoorwaarden en een impliciet ontslag kunnen aanvoeren (hiervoor zou hij in staat moeten zijn de impliciete wil van de werkgever te bewijzen om een einde te maken aan de overeenkomst, wat bij die hypothese niet het geval is).
(Bron VBO)
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85 van 9 november 2005 bepaalt de essentiële principes die het telewerk moeten regelen wanneer dat op regelmatige wijze en niet occasioneel wordt verricht.
We gaan ervan uit dat het telewerk waar het hier om gaat een occasioneel karakter zal hebben
Sinds de wet werkbaar wendbaar werk van 5 maart 2017 kan de werknemer voor gevallen van overmacht of om persoonlijke redenen aan de werkgever vragen om thuis te werken. Het is een flexibiliteitsinstrument ten voordele van de werknemer en kan dus niet eenzijdig door de werkgever worden opgelegd. Niets belet een werkgever om tijdens een periode van stroomonderbreking afspraken te maken met de werknemers om tijdens die periode thuis te werken.
(Bron VBO)
Om te vermijden dat ze vast raken in het vervoer, zouden sommige werknemers die worden tewerkgesteld op werkplaatsen die niet betrokken zijn bij een afkoppeling, kunnen vragen om in een verschoven uurrooster tewerkgesteld te worden.
Hiervoor is het akkoord van de werkgever vereist. Het toegepaste uurrooster moet in het arbeidsreglement staan.
(Bron VBO)
Als de oorzaak van het technisch incident of van de niet-levering ligt bij de afkoppeling (externe oorzaak), kan het eventueel om overmacht gaan. In dat geval zal de werkgever vrijgesteld zijn van zijn verplichting en zal de werknemer voor iedere volledige dag dat hij niet heeft gewerkt worden vergoed door de RVA in de regeling van de tijdelijke werkloosheid.
Wanneer een werkgever al zijn personeel of een deel ervan tijdelijk werkloos wil stellen wegens overmacht, is het verkieslijk dat hij dat vooraf aangeeft bij de directeur van het plaatselijke werkloosheidsbureau. Die heeft een beoordelingsbevoegdheid en kan de overmacht laten nagaan door een RVA-inspecteur.
(Bron VBO)
Op grond van artikel 27, 1° van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten zal de betrokken werknemer, als hij het gewaarborgd loon wenst te genieten, moeten bewijzen:
- dat hij op het ogenblik dat hij zich naar het werk begaf geschikt was om te werken;
- dat hij zich normaal naar zijn werk heeft begeven. Hij moet zijn woonplaats hebben verlaten en moet in de onmogelijkheid hebben verkeerd om tijdig op de plaats van zijn werk aan te komen. Het feit dat het moeilijker is om de plaats van het werk te bereiken, is geen afdoend bewijs;
- dat de vertraging of de afwezigheid te wijten is aan een oorzaak die overkomen is op de weg naar het werk en onafhankelijk is van zijn wil.
Dat betekent dat de werknemer verplicht is te handelen als een goede huisvader en het nodige moet doen om tijdig op het werk aan te komen of om zijn vertraging zoveel mogelijk te beperken. Zoals in het geval van een staking van het openbaar vervoer zal het antwoord afhangen van de voorzienbaarheid van de onderbreking.
(Bron VBO)
De werkgever kan geen verplichting opleggen om verlof of inhaalrust op te nemen.
Werkgever en werknemer moeten blijk geven van gezond verstand.
(Bron VBO).