Table of Contents

    Het risico op schaarste is het grootst in de winter, tijdens het piekverbruik op het einde van de dag (17 tot 20u).

    Een dreiging tot elektriciteitsschaarste kan ten vroegste 7 dagen op voorhand gedetecteerd worden op basis van prognoses door Elia. Maar sommige bijzondere omstandigheden kunnen ertoe leiden dat een dreiging tot schaarste niet zo vroeg kan ontdekt worden en slechts enkele dagen op voorhand duidelijk wordt, of zelfs pas op de dag zelf van de schaarste. Hoe vroeger de schaarste gedetecteerd wordt, hoe meer tijd er is om te beslissen welke maatregelen moeten worden genomen om een elektriciteitsschaarste te vermijden of er de effecten van te beperken. Dan wordt de procedure bij elektriciteitsschaarste opgestart. 

    Die procedure wordt beschreven in het ministerieel besluit van 3 juni 2005 tot vaststelling van het afschakelplan van het transmissienet van elektriciteit.

    Juridisch gezien verwijst het begrip “afschakelplan” naar dat ministerieel besluit. Om de communicatie te vergemakkelijken en voor een eenvoudiger begrip, gebruiken wij op deze site "afschakelplan" om de concrete uitvoering van de afschakeling aan te duiden zoals die voorzien is in het ministerieel besluit (praktische modaliteiten van de afschakeling.

    De procedure in het geval van een elektriciteitsschaarste werd in 2012 door de FOD Economie uitgewerkt, in nauwe samenwerking met het Nationaal Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken en Elia. Eind 2017 werd deze procedure herzien, op basis van de resultaten van een crisisoefening in 2016.

    De procedure bij elektriciteitsschaarste omvat 3 fasen.

    Fase 1, omvat de te doorlopen stappen ingeval van een dreiging tot schaarste

    • detectie,
    • notificatie,
    • voorbereiding crisisoverleg,
    • crisisoverleg,
    • communicatie over de genomen beslissingen,
    • coördinatie van de maatregelen en informeren van de bevolking,
    • opvolging en
    • terugkeer naar een normale situatie of overgang naar een effectieve schaarste.

    Fase 2, beschrijft de stappen ingeval van een effectieve schaarste

    • detectie,
    • notificatie,
    • crisisoverleg,
    • communicatie over de genomen beslissingen,
    • coördinatie van de maatregelen en informeren van de bevolking,
    • opvolging en
    • terugkeer naar een normale situatie

    Fase 3, beschrijft de terugkeer naar een normale toestand na een dreiging tot schaarste of na effectieve schaarste.

    Voor elke stap zijn de rollen en de verantwoordelijken van de verschillende actoren beschreven.

    Detectie en notificatie (maximaal 7 dagen voor een mogelijke schaarste)

    Elia volgt voortdurend op of aanbod en vraag van elektriciteit in evenwicht zijn.

    Een dreiging tot schaarste kan ten vroegste 7 dagen voor de dag van de effectieve schaarste (dag D) door Elia gedetecteerd worden en, a fortiori, aangekondigd worden. Dus als dag D de dag van het begin van de effectieve schaarste is, kan de detectie ervan ten vroegste op dag-7 gebeuren.

    Elia kan een dreiging tot schaarste detecteren, door analyse van onder meer

    • weersvoorspellingen van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI),
    • vooruitzichten van de productie en
    • informatie van de energiemarkten.

    Zodra een schaarstedreiging is gedetecteerd, informeert Elia met een formele notificatieprocedure de federale ministers van Energie en van Economie, de minister van Binnenlandse Zaken, de gewestelijke ministers van Energie, de directeur-generaal van de Algemene Directie Energie (FOD Economie), en het Nationaal Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken.

    Bij de notificatie van die personen, nodigt Elia hen uit op een technische briefing, die zo snel mogelijk na de notificatie plaatsvindt. Elia licht er de dreiging tot schaarste nader toe aan de hand van

    • haar oorzaak,
    • haar voorziene datum,
    • het moment wanneer het tekort zich voordoet (op piekmoment(en) of baseload),
    • haar grootte,
    • haar geografische reikwijdte,
    • haar verwachte duur,
    • mogelijke aanbevelingen om er aan het hoofd te bieden.

    Crisisoverleg

    Een eerste stap wordt gezet door de FOD Economie die de leden van de departementale crisiscel van de FOD Economie samenroept. Die crisiscel heeft onder andere als taak de economische impact en in het bijzonder de impact op vitale producten na te gaan. Daarnaast analyseert ze het pakket maatregelen dat in aanmerking kan komen om de vraag naar elektriciteit te beperken. Die verschillen naargelang van de grootteorde van de verwachte elektriciteitsschaarste en van de toepasbaarheid / haalbaarheid ervan. Het kunnen, volgens de omstandigheden, zowel sensibilisatiemaatregelen als verbodsmaatregelen zijn.  

    Tijdens de fase van het crisisoverleg beslissen de federale ministers van Energie en van Economie na een overleg met Elia, de gewestelijke ministers van Energie, de directeurs-generaal van de AD Energie (FOD Economie) en van het Nationaal Crisiscentrum (FOD Binnenlandse Zaken) welke maatregelen genomen kunnen worden om de mogelijkheid tot elektriciteitsschaarste te beperken.

    Aan dat crisisoverleg neemt ook de minister van Binnenlandse Zaken deel om, indien nodig, zelf maatregelen te nemen om de openbare orde alsook de individuele en collectieve veiligheid te verzekeren. Indien die maatregelen betrekking hebben op de bevoegdheden van andere ministers, organiseert hij de nodige afstemming met deze ministers.

    Indien de situatie het toelaat, komen de betrokken leden van het Federaal coördinatiecomité en van de informatiecel samen, voorafgaand aan het crisisoverleg en op initiatief van het de federale crisiscel van de FOD Binnenlandse Zaken. Tenzij de minister van Binnenlandse Zaken anders beslist, impliceert de samenkomst van deze cellen noch een activering van de federale crisisbeheersingsfase noch een alarm.

    Informeren van de crisispartners en de bevolking

    Tijdens het crisisoverleg wordt beslist wanneer en op welke manier de bevolking gesensibiliseerd wordt over de dreiging tot schaarste en hoe gecommuniceerd wordt over de besliste maatregelen. Hiervoor kunnen de federale ministers van Energie en van Economie de leden van de informatiecel raadplegen.

    Het Nationaal Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken verspreidt de informatie naar de voorziene crisispartners zoals

    • de ministers-presidenten van de gewesten,
    • de burgemeesters (via de gouverneurs van de provincies),
    • de “disciplines” 1 tot en met 4 (100 en 112 centrales), de FOD Volksgezondheid, de algemene directie van de operaties (DAO) van de federale politie, de Civiele Bescherming en het ministerie van Defensie,
    • andere betrokken ministers en hun departementale crisiscellen en
    • de Belgische regulator voor de postdiensten en telecommunicatie (BIPT).

    Opvolging (van dag-7 tot de dag van effectieve schaarste)

    Elia voorziet op regelmatige basis in verschillende telefoonconferenties waarop zij de federale ministers van Energie en van Economie, de minister van Binnenlandse Zaken en de gewestelijke ministers van Energie een regelmatige update geeft van de situatie.

    Indien de ministers het wensen, kan een vergadering bij het Nationaaal Crisiscentrum (FOD Binnenlandse Zaken) georganiseerd worden in plaats van een telefoonconferentie.

    Het Nationaal Crisiscentrum (FOD Binnenlandse Zaken) verspreidt ook regelmatig situatierapporten (Sitreps) naar zijn crisispartners op basis van de informatie die het krijgt van Elia.

    Afschakeling

    Elia kan een effectieve schaarste pas op dag-1, ten vroegste in de late namiddag/vooravond, inschatten. Elia beschikt dan over de noodzakelijke informatie (productieprogramma’s, importprogramma’s, schatting van het verbruik, enz.) van de marktspelers voor het inschatten van het al dan niet optreden van een effectieve schaarste gedurende bepaalde uren van dag D.

    Wanneer Elia de detectie van effectieve schaarste notificeert op dag-1, dan kan beslist worden om de federale fase van het crisisbeheer in te roepen omdat dan de focus wordt gelegd op het beheer van de gevolgen van een eventuele afschakeling. De bevolking wordt dan ook op de vooravond zo snel mogelijk geïnformeerd over de eventuele afschakeling (tijdelijke en punctuele stopzetting van de elektriciteitslevering) en de getroffen zones.

    Een afschakeling is de maatregel, die wordt genomen in het extreme geval als er geen enkele andere maatregelen voldoende blijken te zijn om een tekort aan elektriciteit tijdens bepaalde uren af te wenden.

    Tot op het laatste moment kunnen de ministers beslissen om de afschakeling niet te laten doorgaan indien de werkelijke situatie het niet vereist (bv. indien het verbruik sterk gedaald is door de inspanningen van burgers en bedrijven).

    Terugkeer naar een normale situatie

    Van zodra Elia vaststelt dat geen enkele maatregel meer nodig is of een onderbreking van de elektriciteitsbevoorrading niet meer nodig is, adviseert Elia de federale ministers van Energie en van Economie, de minister van Binnenlandse Zaken, de gewestelijke ministers van Energie, de directeurs-generaal van de AD Energie (FOD Economie) en het van het Nationaal Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken met de formele notificatieprocedure en komen hiervoor zo snel mogelijk samen.

    Wanneer de beslissing wordt genomen om terug te keren naar een normale situatie wordt de beslissing gecommuniceerd naar de crisispartners en naar de bevolking. Indien de federale fase van toepassing is, dan wordt de federale fase opgeheven.

    Laatst bijgewerkt
    26 augustus 2022