Table of Contents
De temperatuur kiezen voor het warm water dat de boiler levert, voor onze diepvriezer of de baktemperatuur voor een gerecht in de oven – het zijn handelingen die we in een oogwenk verrichten zonder ons af te vragen wat erachter schuilgaat. Een ogenblik uittrekken om meer te vernemen over dit boeiende onderwerp loont dus de moeite.

Kwikthermometers kennen we allemaal. Het principe is eenvoudig: kwik zet uit wanneer het warmer wordt. Tegenwoordig werken de meeste thermometers echter elektrisch. Achter de temperatuurweergave gaat een elektrische meting schuil. De temperatuur werkt op verschillende manieren in op metaal: uitzetting maar ook de mate waarin ze elektriciteit geleiden, d.w.z. hun elektrische weerstand. Tot de weergave van graden komt men door een weerstand te meten dankzij ijking.
In een thermometrisch laboratorium wekt men meerdere temperaturen op waarvan de waarde bekend is en noteert men hoe hoog de weerstand van de thermometer daarbij is. Aan de hand van die metingen legt men een wiskundige functie vast die toelaat om de temperatuur te berekenen op basis van de weerstand. Deze functie is ingebouwd in de chip van de digitale thermometer.
Om temperaturen op te wekken waarvan de waarde bekend is, gebruiken we vaste punten, d.w.z. temperaturen waarbij een stof van aggregatietoestand verandert, bv. van vloeibaar naar gasvormig (kookpunt) of van vast naar vloeibaar (smeltpunt). Tijdens de hele duur van faseverandering blijft de temperatuur constant. Wanneer men bijvoorbeeld water aan de kook brengt (bij atmosferische druk), blijft de temperatuur 100°C tot al het water verdampt is.