Table of Contents

    De dienst Conjunctuur en Sectorale Ontwikkelingen voert regelmatig een follow-up van de conjunctuur uit om de recente evolutie van de economische bedrijvigheid in België te bekijken via kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren (zoals enquêtes).

    Naast een overzicht, dat de belangrijkste recente waarnemingen samenvat, bestaat die monitoring uit drie delen:

    1. Het eerste deel omvat de conjuncturele ontwikkelingen van de Belgische economie. Dat gebeurt via de analyse van recente statistieken over de voornaamste economische indicatoren zoals het bbp, de tewerkstelling en de inflatie. De gebruikte gegevens zijn afkomstig van Statbel, de Nationale Bank van België, het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), Eurostat en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA).

    Wat valt op in het conjunctuurverloop van de Belgische economie in het eerste kwartaal van 2025, vergeleken met een jaar eerder?

    • Het bbp van België groeide met 1,1 %, enkel gestut door de binnenlandse vraag (exclusief voorraden).
    • Diensten zijn de drijvende kracht achter de economische groei in België.
    • De productie daalt in de verwerkende nijverheid, de elektriciteits- en gassector en de bouwnijverheid.
    • Het ondernemerschap vertoont begin 2025 een lichte verbetering dankzij de sterke daling van het aantal stopzettingen en de stijging van het netto saldo van oprichtingen en schrappingen. Dat herstel blijft echter fragiel, aangezien het aantal oprichtingen daalt en het aantal faillissementen blijft stijgen. De context blijft dus contrastrijk, met een gedeeltelijk herstel en aanhoudende druk.
    • De totale werkloosheidsgraad en de werkloosheidsgraad voor jongeren onder de 25 jaar zijn in het eerste kwartaal van 2025 verslechterd, terwijl de werkgelegenheidsraad verder is verbeterd en het hoogste niveau in meer dan tien jaar heeft bereikt.
    • De inflatie (Harmonised Index of Consumer Prices - HICP) is in het eerste kwartaal van 2025 vertraagd, voornamelijk als gevolg van de daling van de prijzen van niet-energetische industrieproducten.
    1. Het tweede deel biedt een overzicht van de handelsbetrekkingen, zowel voor de voornaamste uitvoerproducten als van de uitvoer- en invoerpartners, met dank aan de gegevens van het Instituut voor de Nationale Rekeningen en de Nationale Bank van België (INR/NBB). 

    Dit deel leert ons, onder meer, dat bijna twee derde van de Belgische goederenuitvoer naar andere Europese landen gaat, vooral naar de buurlanden van België. Buiten de Europese Unie zijn het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten de belangrijkste bestemmingen voor Belgische uitvoerproducten. België voert vooral chemische producten en minerale producten uit.

    1. Het derde deel omvat de groeiprognoses op korte termijn voor België en voor de belangrijkste economische regio’s. Die worden weergegeven in een samenvattende tabel. Daartoe worden de gegevens van het Federaal Planbureau gebruikt voor België, terwijl de gegevens van internationale organisaties zoals het IMF gebruikt worden voor de andere economische regio’s.

    De Belgische economische groei vertraagde in 2024. Er wordt verwacht dat de groei in 2025 herstelt, en hetzelfde tempo als in 2023 terugvindt. De inflatie is in 2024 verder afgenomen en zou dat ook in 2025 en 2026 moeten blijven doen.

    Het IMF heeft zijn wereldwijde groeiprognoses voor 2025 en 2026 licht naar boven bijgesteld, evenals die voor de eurozone (alleen voor 2025).

    Economische context van België

    België is van nature een kleine, open economie:

    • “klein” met zijn bruto binnenlands product (bbp in lopende prijzen) van 614 miljard euro in 2024, goed voor 3,4 % van het bbp van de Europese Unie (EU27; 17.941,9 miljard euro) of 4,1 % van het bbp van de eurozone (15.157,5 miljard euro), en
    • “open” door zijn openheidsgraad van 79,2 % (84,5 % in 2023).

    Creatie van toegevoegde waarde in 2023

    De Belgische economie kenmerkt zich, net als elke moderne geïndustrialiseerde economie, door het toenemende belang van diensten. In 2023 waren de commerciële diensten (waaronder handel en financiële activiteiten en verzekeringen) goed voor 64,1 % van de totale bruto toegevoegde waarde, tegenover 12,4 % voor de industrie en 5,4 % voor de bouwsector. Het resterende deel is verdeeld onder niet-commerciële diensten (14,5 %), energie (2,6 %), winning van delfstoffen (0,1 %) en landbouw (0,9 %).

    Ondanks een relatief gering aandeel is de verwerkende nijverheid nog steeds essentieel voor de Belgische economie. Ze genereert niet alleen een belangrijk aandeel van de commerciële diensten, maar creëert daarenboven toegevoegde waarde door aan de buitenlandse vraag te voldoen dankzij de Belgische uitvoer.

    Kernsectoren van de Belgische industrie

    In 2023 waren de kernsectoren van de Belgische industrie:

    • de farmaceutische industrie (22,5 % van de totale toegevoegde waarde van de industrie)
    • de chemische industrie (15,8 %)
    • de voedings- en drankenindustrie (11,8 %)
    • de metallurgie en de vervaardiging van producten van metaal (10,2 %)
    Laatst bijgewerkt
    12 augustus 2025