Table of Contents

    De dienst Conjunctuur en Sectorale Ontwikkelingen voert regelmatig een follow-up van de conjunctuur uit met als doel de recente evolutie van de economische bedrijvigheid in België te bekijken aan de hand van kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren (zoals enquêtes).

    Naast een overzicht, dat de belangrijkste recente waarnemingen samenvat, bestaat deze monitoring uit 3 delen:

    1. Het eerste deel omvat de conjuncturele ontwikkelingen van de Belgische economie via de analyse van recente statistieken over de voornaamste economische indicatoren zoals het bbp, de tewerkstelling en de inflatie. De gebruikte gegevens zijn afkomstig van Statbel, de Nationale Bank van België, het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), Eurostat en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA).

      Wat te onthouden van het conjunctuurverloop van de Belgische economie voor het eerste kwartaal van 2024 ten opzichte van het jaar ervoor?

      • Het bbp van België groeide met 1,3 %, vooral gestut door de netto-uitvoer en de consumptieve bestedingen.
      • Diensten zijn de drijvende kracht achter de economische groei in België.
      • Terwijl de productie in de verwerkende nijverheid daalt, neemt ze toe in de bouwsector.
      • De ondernemersdynamiek in België blijft sterk, met een grotere groei van het aantal opgerichte bedrijven. Het aantal faillissementen is gestegen.
      • De werkloosheidsgraad is licht toegenomen, terwijl de tewerkstellingsgraad daalde.
      • Ook de inflatie (HICP) blijft in de meeste productgroepen dalen, maar het is de duidelijke daling van de energieprijzen die de inflatie naar beneden trekt. In het eerste kwartaal van 2024 begon de inflatie echter weer te stijgen.
         
    2. Het tweede deel biedt een overzicht van de handelsbetrekkingen, zowel voor de voornaamste uitvoerproducten als van de uitvoer- en invoerpartners, met dank aan de gegevens van de Nationale Bank van België (INR). 

      Dit deel leert ons, onder meer, dat bijna twee derde van de Belgische uitvoer van goederen bestemd is voor de Europese binnenmarkt en dat de buurlanden van België er de voornaamste afzetgebieden van zijn. Buiten de Europese Unie zijn het de Verenigde Staten van Amerika die van belang zijn voor de Belgische uitvoer. Tot slot is België hoofdzakelijk een uitvoerland voor chemische producten en minerale producten.
       

    3. Het derde deel omvat de groeiprognoses op korte termijn voor België en voor de belangrijkste economische regio’s. Die worden weergegeven in een samenvattende tabel. Daartoe worden de gegevens van het Federaal Planbureau gebruikt voor België, terwijl de gegevens van internationale organisaties zoals het IMF gebruikt worden voor de andere economische regio’s.

    De Belgische economische groei zou in 2024 voor het derde jaar op rij vertragen. Deze vertraging zou zich in 2025 voortzetten. De inflatie zou in 2024 voor de tweede keer en in 2025 voor de derde keer afnemen om vervolgens weer onder de drempel van 2% te vallen.

    Context

    België is een van de zes oprichtende landen van de Europese Unie. De ligging, in het hart van Europa, is ongetwijfeld een belangrijk aspect van de economie. In Brussel, de hoofdstad van het land, zijn een groot aantal Europese en internationale instellingen gevestigd.

    België is van nature een “kleine, open economie”:

    • “klein” met zijn bruto binnenlands product (bbp in lopende prijzen) van 584,7 miljard euro in 2023, goed voor 3,4 % van het bbp van de Europese Unie (EU27; 16.969,7 miljard euro) of 4,1 % van het bbp van de eurozone (14.375,9 miljard euro),en
    •  “open” door zijn openheidsgraad van 87,1 % (96,5 % in 2022).

    Samenstelling en infrastructuur van België

    België is opgedeeld in drie gewesten:

    • het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
    • het Vlaams Gewest en
    • het Waals Gewest.

    De bevolking bestaat uit drie taalgroepen:

    • Nederlandstaligen,
    • Franstaligen en
    • Duitstaligen,

    vandaar dat het land ook drie gemeenschappen telt:

    • de Vlaamse Gemeenschap,
    • de Franse Gemeenschap en
    • de Duitstalige Gemeenschap.

    België beschikt in het hele land over een sterk ontwikkelde communicatie-infrastructuur, zo beschikt het land over een van de meest ontwikkelde breedbandtelecommunicatienetwerken van Europa. België beschikt dus over een uitgebreid aanbod van transportmodi en -infrastructuur, met onder andere

    • een netwerk van hoofdwegen, spoorlijnen en waterwegen en
    • internationale luchthavens (Brussel, Luik, Charleroi, Oostende, Antwerpen en Kortrijk) en
    • zeehavens (Antwerpen, Zeebrugge, Gent en Oostende).

    Bevolking

    België heeft een oppervlakte van 31.000 km². Op 1 januari 2024 telde het bijna 11,8 miljoen inwoners, waarvan 50,7 % vrouwen en 49,3 % mannen. De Belgische bevolking groeide met bijna 0,6 % ten opzichte van het jaar ervoor. De grafiek van de leeftijdspiramide toont de vergrijzing van de bevolking in België. België is, samen met Nederland, een van de dichtstbevolkte landen van Europa.

    Creatie van toegevoegde waarde

    De Belgische economie kenmerkt zich, net als elke moderne geïndustrialiseerde economie, door het toenemende belang van diensten. In 2022 waren de commerciële diensten (waaronder groot- en kleinhandel en financiële– en verzekeringsactiviteiten) goed voor 55,6 % van de totale bruto toegevoegde waarde, tegenover 14,1 % voor de industrie en 5,3 % voor de bouwsector. Het resterende deel is verdeeld onder niet-commerciële diensten (waaronder gezondheidszorg; 21,3 %), energie (2,9 %), winning van delfstoffen (0,7 %) en landbouw (0,1 %).

    Ondanks een relatief gering aandeel is de verwerkende nijverheid nog steeds essentieel voor de Belgische economie. Ze genereert niet alleen een belangrijk aandeel van de commerciële diensten, maar creëert daarenboven toegevoegde waarde door aan de buitenlandse vraag te voldoen dankzij de Belgische uitvoer.

    Kernsectoren van de Belgische industrie

    In 2022 waren de kernsectoren van de Belgische industrie:

    • de farmaceutische industrie (19,2 % van de totale toegevoegde waarde)
    • de chemische industrie (15,1 %)
    • de voedings- en drankenindustrie (13,9 %)
    • de metallurgie en de vervaardiging van producten van metaal (12,6 %)
    Laatst bijgewerkt
    1 oktober 2024