Table of Contents

    Deze pagina bevat indicatoren uit 2021 om de digitale vaardigheden van gebruikers van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in te schatten.

    Digitale vaardigheden van individuen

    De “Digital Skills Indicator” (DSI) is gebaseerd op het Digitale Competentie Kader (DigComp Framework). Het is een van de belangrijkste prestatie-indicatoren in het kader van het Digitale Decennium (Digital Decade), waarin de digitale ambitie van Europa wordt omschreven en een visie op digitale transformatie en concrete doelstellingen voor 2030 worden gepresenteerd op  vier assen:

    • vaardigheden
    • infrastructuur
    • digitale transformatie van ondernemingen
    • overheidsdiensten

    De doelstelling van het Digitaal Kompas (Digital Compass) 2030 is dat ten minste 80 % van de burgers (personen tussen 16 en 74 jaar) over digitale basisvaardigheden beschikt. De nieuwe samengestelde indicator Digital Skills wordt ook gebruikt bij de samenstelling van de Digital Economy and Society Index (DESI).

    De indicator ziet ook toe op de uitvoering van de Europese agenda voor vaardigheden (European Skills Agenda), die bepaalt dat het percentage volwassenen tussen 16 en 74 jaar met ten minste digitale basisvaardigheden 70 % moet bedragen in 2025.

    Ten slotte ondersteunt de DSI de uitvoering van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals).

    De indicator is nuttig om de algemene digitale geletterdheid en de vaardigheden op het gebied van internetgebruik in de loop van de tijd te beschrijven. De herziene indicator (2.0) is het resultaat van aanpassingen in 2019-2022 om de eerste DSI-indicator te moderniseren en aan te passen aan het herziene conceptuele kader en de technologische vooruitgang. Dit bijgewerkte en geconsolideerde kader heet DigComp 2.2. Het bevat voorbeelden van kennis, vaardigheden en attitudes om burgers te helpen digitale technologieën met vertrouwen en veiligheid te gebruiken, evenals een overzicht van bestaand referentiemateriaal dat eerder gepubliceerde publicaties en referenties consolideert.

    De “Digital Skills Indicator 2.0” (DSI) is een samengestelde indicator gebaseerd op een selectie van activiteiten voor het gebruik van internet of software die personen van 16-74 jaar uitvoeren op vijf specifieke gebieden:

    • informatie en digitale geletterdheid
    • communicatie en samenwerking
    • creëren van internetinhoud
    • veiligheid
    • probleemoplossing

    Aangenomen wordt dat personen die bepaalde activiteiten hebben verricht, over de overeenkomstige vaardigheden beschikken. Daarom kunnen de indicatoren worden beschouwd als indicatoren voor de digitale vaardigheden van personen.

    Afhankelijk van de verscheidenheid aan verrichte activiteiten worden voor elk van de vijf gebieden twee bekwaamheidsniveaus berekend ("basis" en "gevorderd").

    • Basis: één activiteit;
    • Gevorderd: meer dan één activiteit;
    • Basis of gevorderd: basisvaardigheden of meer.

    Ten slotte wordt op basis van de indicatoren voor de onderdelen van elk domein een algemene indicator van digitale vaardigheden berekend om de digitale vaardigheden van personen te beoordelen ("geen vaardigheden", "beperkt", "beperkt", "zwak", "basis", "gevorderd" of "basis of gevorderd").

    Informatie en digitale geletterdheid

    Volgens het digitale competentiekader (Digital Competence Framework 2.0) omvat deze activiteit:

    • het formuleren van informatiebehoeften;
    • het lokaliseren en opzoeken van digitale gegevens, informatie en digitale inhoud;
    • het beoordelen van de relevantie van de bron en de inhoud ervan;
    • het opslaan, beheren en organiseren van gegevens, informatie en digitale inhoud.

    Meer specifiek komen de volgende activiteiten in aanmerking voor de beoordeling van informatie- en digitale vaardigheden:

    • zoeken naar informatie over goederen of diensten;
    • zoeken naar informatie over gezondheid;
    • lezen van online-informatiesites, kranten of nieuwsbladen;
    • het controleren van online-informatie en de bronnen daarvan.

    België zit boven het Europese gemiddelde voor basis- en gevorderde vaardigheden, maar er is nog veel ruimte voor verbetering, gezien het verschil van 9 procentpunten met onze Nederlandse buren.

     

    Communicatie en samenwerking

    Communicatie en samenwerking omvat:

    • interactie, communicatie en samenwerking via digitale technologieën, waarbij men zich bewust is van culturele en generationele diversiteit;
    • deelname aan de samenleving via openbare en particuliere digitale diensten en participatief burgerschap;
    • het beheer van de eigen digitale identiteit en reputatie.

    De volgende activiteiten komen in aanmerking om die indicator te berekenen:

    • het verzenden/ontvangen van e-mails;
    • internettelefonie/videogesprekken;
    • instant messaging;
    • deelname aan sociale netwerken;
    • het uiten van meningen over maatschappelijke of politieke kwesties op websites of in sociale media;
    • deelname aan online raadplegingen of stemmen om maatschappelijke of politieke kwesties te definiëren.

    In 2023 ligt België boven het Europese gemiddelde in communicatie- en samenwerkingsvaardigheden op het internet. Er is een groot verschil tussen personen met basis- en gevorderde vaardigheden (bijna 73 procentpunt). Voor basis- en geavanceerde vaardigheden is er een daling van bijna 2 procentpunt ten opzichte van 2021.

    Inhoud creëren op het internet

    Inhoud creëren op het internet omvat:

    • het creëren en bewerken van digitale inhoud;
    • het verbeteren en integreren van informatie en inhoud met een bestaande hoeveelheid kennis, met begrip van de toepassing van auteursrechten en licenties;
    • het geven van begrijpelijke instructies voor een computersysteem.

    Voor de berekening van die indicator komen de volgende activiteiten in aanmerking:

    • gebruik van tekstverwerkingssoftware;
    • gebruik van spreadsheetsoftware;
    • bewerken van foto's, video- of audiobestanden;
    • kopiëren of verplaatsen van bestanden (zoals documenten, gegevens, afbeeldingen, video's) tussen mappen, apparaten (via e-mail, instant messaging, USB, kabel) of de cloud;
    • bestanden maken (zoals documenten, afbeeldingen, video's) met meerdere elementen zoals tekst, afbeelding, tabel, grafiek, animatie of geluid;
    • geavanceerde spreadsheetfuncties gebruiken (functies, formules, macro's en andere ontwikkelingsfuncties) om gegevens te organiseren, te analyseren, te structureren of te wijzigen;
    • code schrijven in een programmeertaal.

    In 2023 ligt België boven het Europese gemiddelde voor basis- en gevorderde vaardigheden. We zitten hier echter iets onder bij personen met basisvaardigheden voor het creëren van internetinhoud (verschil van 0,24 procentpunt). Hoewel er een positieve verandering heeft plaatsgevonden tussen 2021 en 2023 (een stijging van 7,14 procentpunt), , is er nog ruimte voor verbetering als we kijken naar Luxemburg en Nederland.

    Veiligheid

    Veiligheid omvat:

    • bescherming van apparatuur, inhoud, persoonsgegevens en privacy in digitale omgevingen;
    • bescherming van de lichamelijke en psychische gezondheid, en bewust zijn van digitale technologieën voor sociaal welzijn en sociale insluiting;
    • bewust zijn van de milieueffecten van digitale technologieën en het gebruik ervan.

    Voor de berekening van die indicator komen de volgende activiteiten in aanmerking:

    • de toegang tot de eigen persoonsgegevens beheren door na te gaan of de website waarop de respondent persoonsgegevens heeft verstrekt, beveiligd is;
    • de toegang tot de eigen persoonsgegevens beheren door de privacyverklaringen te lezen alvorens persoonsgegevens te verstrekken;
    • de toegang tot de eigen persoonsgegevens beheren door de toegang tot de eigen geografische locatie te beperken of te weigeren;
    • de toegang tot hun eigen persoonsgegevens beheren door de toegang tot hun profiel of inhoud op sociale netwerken of gedeelde online opslagsites te beperken;
    • de toegang tot hun eigen persoonsgegevens beheren door het gebruik van hun persoonsgegevens voor reclamedoeleinden te weigeren;
    • hun eigen internetbrowserinstellingen wijzigen om cookies op de apparaten van de respondent te voorkomen of te beperken.

    In 2023 ligt België iets onder het Europese gemiddelde en behaalt het de laagste score van onze buurlanden voor wat betreft de digitale veiligheidsvaardigheden op het internet van personen. Vergeleken met 2021 betekent dit alsnog een stijging van 3,2 procentpunt.

    Problemen oplossen

    Problemen oplossen omvat:

    • het vaststellen van behoeften en problemen en het oplossen van conceptuele problemen en probleemsituaties in digitale omgevingen;
    • het gebruik van digitale hulpmiddelen om processen en producten te innoveren;
    • het op de hoogte blijven van digitale ontwikkelingen.

    De volgende activiteiten komen in aanmerking voor de berekening van die indicator:

    • downloaden of installeren van software of een toepassing;
    • wijzigen van de instellingen van software, toepassingen of apparaten;
    • online winkelen (in de afgelopen 12 maanden);
    • online verkopen;
    • gebruik van online onderwijsmiddelen;
    • internetbankieren;
    • zoeken naar een baan of solliciteren voor een baan.

    In 2023 scoort België voor die indicator boven het Europese gemiddelde, waardoor we ons voor  basis- en gevorderde vaardigheden vóór Duitsland en Frankrijk plaatsen. Dit is een stijging van 2,25 procentpunten ten opzichte van 2021.

    Algemene indicator voor algemene digitale vaardigheden

    In 2023 zit België soms boven en soms onder het Europese gemiddelde. Wat minder beperkte en zwakke algemene digitale vaardigheden betreft, zit België boven het EU27-gemiddelde, terwijl onze Franse en Nederlandse buren daaronder zitten, wat aantoont dat er nog ruimte is voor verbetering . Voor basisvaardigheden en gevorderde vaardigheden en hun aggregaat zitten we ook boven het Europese gemiddelde, maar ver achter Nederland. Vergeleken met 2021 zien we een positieve trend, met een dalende trend voor vaardigheden variërend van zwak tot niet-bestaand, en een stijgende trend voor basis- en gevorderde vaardigheden.

    • Geen vaardigheden: geen algemene digitale vaardigheden
    • Beperkt: twee van de vijf onderdelen van de samengestelde indicator zijn elementair of gevorderd.
    • Minder beperkt: drie van de vijf onderdelen van de samengestelde indicator bevinden zich op een basis- of gevorderd niveau.
    • Zwak: vier van de vijf onderdelen van de samengestelde indicator bevinden zich op een basis- of gevorderd niveau.
    • Basis: alle vijf componenten van de samengestelde indicator zijn basis of gevorderd, maar niet allemaal gevorderd.
    • Gevorderd: alle vijf componenten van de samengestelde indicator zijn gevorderd.
    • Basis of gevorderd: alle vijf onderdelen van de samengestelde indicator bevinden zich op een basis- of gevorderd niveau.
    • Niet beoordeeld: digitale vaardigheden konden niet worden beoordeeld omdat personen de afgelopen 3 maanden geen internet hebben gebruikt.  

     

    Voor meer informatie: toelichting bij de dataset.

    Laatst bijgewerkt
    18 oktober 2024

    Laatste nieuws voor dit thema