Table of Contents
De index voor de digitale economie en de samenleving (in het Engels “Digital Economy and Society Index”, hierna DESI genoemd) is een samengestelde index die de Europese Commissie ontwikkelde. De index meet en vergelijkt de prestaties van de lidstaten op het vlak van de digitale economie en samenleving. De index bestaat sinds 2014, en in 2022 werd de DESI voor de laatste keer gepubliceerd.
Met ingang van 2023, en in overeenstemming met het beleidsprogramma voor het digitale decennium 2030 (Digital Decade) dat ontwikkeld werd door de Europese Commissie, is de DESI nu geïntegreerd in het verslag over de stand van het digitale decennium “State of the Digital Decade” en wordt het gebruikt om de vooruitgang in de richting van de digitale doelstellingen te monitoren.
Het beleidsprogramma Digital Decade beschrijft de digitale ambities voor het komende decennium in de vorm van duidelijke concrete en meetbare doelen. De belangrijkste doelen worden samengevat volgens vier kardinale punten:
- veilige en duurzame digitale infrastructuren (infrastructuur);
- digitale transformatie van bedrijven (bedrijven);
- een digitaal geschoolde bevolking en hooggeschoolde digitale professionals (vaardigheden);
- digitalisering van overheidsdiensten (overheid).
In die vier domeinen worden verschillende indicatoren (“KPI’s”) die de prestaties van Europa samenvatten, opgenomen. In tegenstelling tot voorgaande jaren, wordt er geen globale score per lidstaat gepubliceerd.
Naast de doelstellingen voor elk van de kardinale punten worden de lidstaten aangemoedigd om hun investeringen in onderzoek en innovatie in alle sectoren te verhogen. Lidstaten moeten er meer bepaald naar streven om 3 % van het bbp zowel publiek als privaat te investeren in kritieke infrastructuren (netwerkconnectiviteit, cybersecurity, etc.) en technologieën of projecten (bv. AI, kwantumtechnologieën, next generation chips,etc.) die van strategisch belang zijn voor de digitale soevereiniteit van de EU.
Algemene prestatie van België
Als we een momentopname maken aan de hand van het “State of the Digital Decade report 2024”, kunnen we stellen dat België anno 2024 (cijferjaar 2023) nog steeds solide presteert op het vlak van digitalisering van bedrijven en op vlak van digitale overheidsdiensten voor bedrijven en burgers. De prestaties op het vlak van digitale vaardigheden en digitale infrastructuur is eerder matig, toch zien we dat er ten opzichte van de cijfers van het voorgaande jaar er hier heel wat progressie is. De lancering van verschillende initiatieven om onze infrastructuur te verbeteren en de vele maatregelen ter ondersteuning van digitale vaardigheden (verschillende initiatieven m.b.t. digitale inclusie bijvoorbeeld) lijken hun vruchten af te werpen.
Hieronder wordt de stand van zaken voor elk kardinaal punt (onderverdeeld langs de doelstellingen) van het DDPP-kompas geanalyseerd om een vollediger beeld te krijgen van wat er achter deze dynamiek schuilgaat.
Sterke punten van België:
- percentage bedrijven die elektronisch informatie uitwisselen (59,5 %, 2e EU27);
- percentage bedrijven die Artificial Intelligence (AI) toepassingen gebruiken (13,8 %, 4eU27);
- de mate waarin e-overheidsdiensten mobiel gebruiksvriendelijk zijn (99,26 %, 6e EU27);
- percentage bedrijven die sociale media gebruiken (45,3 %, 3eEU27);
- percentage bedrijven die big data analyseren (44,5 %, 5e EU27);
- totale omzet uit e-commerce van kmo’s (14,5 %, 6e EU27);
- Dekking/ connectiviteit van het vaste netwerk met zeer hoge capaciteit (VHCN) (95,95 %, 5e EU27)
- Eerste EU-land dat target bereikt van 100 % van zijn burgers die toegang hebben tot hun elektronische medische dossiers.
Aandachtspunten voor België:
- percentage van de huishoudens gedekt door FTTH (Fiber to the Home) en FTTB (Fiber to the Building) (25 %, 27e EU27);
- percentage bevolkte gebieden met dekking door ten minste één 5G mobiel netwerk (40,35 %, 26e EU27);
- percentage van de afgestudeerden met een ICT-diploma (3 %, 24e EU27).
Vaardigheden
Doel: ten minste 80 % van de individuen tussen 16 en 74 jaar beschikt over digitale basisvaardigheden.
Uit onderstaande grafiek blijkt dat bijna 60 % van de Belgische bevolking over digitale basisvaardigheden beschikt (59,4 %). Hiermee scoort België beter dan het Europees gemiddelde (55,6 %). Ten opzichte van de laatste meting van deze KPI (2021) betekende dat een progressie van 5,17 procentpunt, beduidend beter dan de vooruitgang van het EU gemiddelde (+1.68 procentpunt) over dezelfde periode.
Wat betreft het percentage individuen die meer dan digitale basisvaardigheden bezitten, ligt de score van België (28,26 %) eveneens boven het Europees gemiddelde (27,32 %). Dat terwijl dat cijfer in 2023 nog onder het gemiddelde lag.
Doel: ten minste 20 miljoen ICT-specialisten in dienst hebben in de Unie en tegelijkertijd de toegang van vrouwen op dit gebied bevorderen en het aantal ICT-afgestudeerden verhogen.
Net als in de meeste landen in de EU vertoonde het aantal tewerkgestelde ICT-specialisten in België de afgelopen jaren een eerder stagneerde trend. Voor 2023 was er ten opzichte van 2022 zelfs een lichte achteruitgang: van 5,6 % naar 5,4 %. Het cijfer ligt wel nog steeds boven het EU gemiddelde van 4,8 %.
Als we rekening houden met de Belgische bevolking (als aandeel van de EU-bevolking), zouden er zich conform het DDPP-programma 514.000 ICT-specialisten in 2030 onder onze beroepsbevolking moeten bevinden (of 10 % van onze beroepsbevolking). Dat betekent dat we reeds over de target zitten, maar de stagnerende trend over de laatste jaren lijkt hier toch zorgwekkend, temeer de instroom van ICT-afgestudeerden in België onder het Europees gemiddelde ligt..
België heeft een groot tekort aan ICT-afgestudeerden (3 % in 2023 ten opzichte van 4,5 % in de EU), wat leidt tot een tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Dat tekort kan het vermogen van Belgische bedrijven om te innoveren en te profiteren van de mogelijkheden die digitale technologieën bieden beperken.
Daarnaast ligt met 19,44 % het aandeel vrouwelijke ICT-specialisten in lijn met het EU-gemiddelde van 19,42 %.
Bedrijven (business)
Doel: ten minste 75 % van de ondernemingen in de Unie heeft een of meer van de volgende zaken in gebruik genomen, in lijn met hun bedrijfsactiviteiten: cloudcomputing, big data, kunstmatige intelligentie (AI).
België presteert boven het EU-gemiddelde op het vlak van cloud, big data en AI, maar ligt nog steeds onder de EU-doelstelling voor het Digitale Decennium, namelijk dat 75 % van de ondernemingen in de Unie tegen 2030 gebruik maakt van een of meer van deze technologieën. België moet zijn maatregelen intensiveren om de invoering te versnellen en ervoor te zorgen dat de doelstelling tegen 2030 wordt gehaald.
In 2023 gebruikte 47,7 % van de bedrijven in België cloudcomputing-diensten. Dat cijfer ligt boven het Europees gemiddelde van 38,9 %, maar met slechts een stijging van 0,8 % beneden de doelstelling die België zichzelf oplegde om de 75 % in 2030 te behalen.
In 2023 deed 44,5 % van de bedrijven in België aan data-analyse. Dat cijfer ligt boven het Europese gemiddelde van 33,2 %.
In 2023 gebruikte 13,8 % van de bedrijven in België artificiële intelligentie. Dat cijfer ligt boven het Europese gemiddelde van 8 %. België is hiermee ook een van de koplopers in Europa.
Doel: meer dan 90 % van de kmo’s in de Unie bereiken ten minste een basisniveau van digitale intensiteit.
Wat betreft de doelstelling om 90 % van de kmo's minstens een basisniveau van digitale intensiteit te laten bereiken, doet België het vrij goed. In 2023 bereikten 74,5 % van de Belgische bedrijven al een basisniveau van digitale intensiteit, tegenover een Europees gemiddelde van 57,5 %. Ten opzichte van vorig jaar is het voor zowel de EU als België een stap achteruit, maar dit is te wijten aan de nieuwe methodologie waarmee deze KPI wordt berekend. Alles wijst erop dat België tegen 2030 een relevante bijdrage zal leveren aan de doelstelling als het huidige tempo behouden kan worden..
Infrastructuur
Doel: Veilige, veerkrachtige, performante en duurzame digitale infrastructuren, waarbij: alle eindgebruikers op een vaste locatie worden gedekt door een gigabitnetwerk tot aan het netwerkaansluitpunt, en alle bevolkte gebieden worden gedekt door draadloze hogesnelheidsnetwerken van de volgende generatie met prestaties die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van 5G, in overeenstemming met het beginsel van technologieneutraliteit.
Die doelstelling wordt weerspiegeld in twee te bereiken indicatoren:
- Gigabitconnectiviteit wordt gemeten als het percentage huishoudens dat toegang heeft tot vaste netwerken met zeer hoge capaciteit (Very High Capacity Networks = VHCN). Technologieën die momenteel in staat zijn om die te leveren zijn Fibre to the Premises (FTTP) and Cable DOCSIS 3.1.
- 5G-dekking, gemeten als het percentage bevolkte gebieden dat door ten minste één 5G-netwerk wordt bestreken
Wat de eerste indicator betreft, heeft België de eindmeet in zicht met een dekking van 96 % van het vaste VHCN-netwerk, waarmee ons land op de 5e plaats staat in de EU27-rangschikking, ver boven het Europese gemiddelde (78,8 %).
Voor de tweede indicator staat België met, 40,4 % 5G-dekking op zijn hele grondgebied, onderaan de EU27-ranglijst (voorlaatste plaats), ver onder het Europese gemiddelde (89,3 %). Een late spectrumveiling wordt hier als een van de oorzaken aangehaald. In één jaar steeg deze indicator wel met een aanzienlijke 11 procentpunt..
Voor de tweede indicator staat België met, 40,4 % 5G-dekking op zijn hele grondgebied, onderaan de EU27-ranglijst (voorlaatste plaats), ver onder het Europese gemiddelde (89,3 %). Een late spectrumveiling wordt hier als een van de oorzaken aangehaald. In één jaar steeg deze indicator wel met een aanzienlijke 11 procentpunt.
De Europese commissie houdt ook de uitrol van het fibernetwerk nauwlettend in het oog. België staat op de laatste plaats in Europa wat betreft de dekking door glasvezel tot aan de eigendom (Fiber To The Premises), met een dekking van slechts 1 op 4 huishoudens (25 %), tegenover een Europees gemiddelde van 63,99 %. Die slechte prestatie moet gerelativeerd worden, aangezien ons land reeds historisch een goede dekking had en heeft door vaste (vooral kabel-)netwerken met een zeer hoge capaciteit (VHCN). De Belgische telecomregulator BIPT verwacht dat tegen 2025 de helft van de gezinnen FTTP zou moeten hebben en tegen 2028 zouden dat er 3 op de 4 moeten zijn.
Doel: Veilige, veerkrachtige, performante en duurzame digitale infrastructuren waarbij de productie, in overeenstemming met de wetgeving van de Unie over milieuduurzaamheid, van geavanceerde halfgeleiders in de Unie ten minste 20 % van de wereldproductie in waarde bedraagt.
Doel: Veilige, veerkrachtige, performante en duurzame digitale infrastructuren waarin ten minste 10.000 klimaatneutrale, zeer veilige edge nodes in de Unie worden ingezet, zodanig gedistribueerd dat toegang tot datadiensten met een lage latency (d.w.z. enkele milliseconden) wordt gegarandeerd, waar bedrijven zich ook bevinden.
Doel: Veilige, veerkrachtige, performante en duurzame digitale infrastructuren waarin de Unie tegen 2025 haar eerste computer met kwantumversnelling heeft, waarmee de weg wordt vrijgemaakt voor de Unie om tegen 2030 aan de spits van de kwantumcapaciteiten te staan.
Wat die drie doelstellingen op Europese schaal betreft, worden de Belgische inspanningen voortgezet met investeringen in het onderzoekscentrum voor halfgeleiders van IMEC (dat de meest geavanceerde onderzoekslijn ter wereld herbergt in het halfgeleiderecosysteem), lidmaatschap van het EuroHPC LUMI-consortium voor supercomputers en deelname aan een meerlandenproject rond een test- en experimenteerfaciliteit voor Edge-AI.
Overheid
Doel: De digitalisering van overheidsdiensten waarbij de belangrijkste overheidsdiensten 100 % online toegankelijk zijn en, waar relevant, burgers en bedrijven in de Unie de mogelijkheid hebben om online te communiceren met overheidsdiensten.
België behaalde een score van 82,33/100 voor die doelstelling. Die indicator meet het aandeel van de administratieve procedures die online kunnen worden afgehandeld voor belangrijke levensgebeurtenissen. Hiermee staat België 11e op de Europese ranglijst, boven het EU gemiddelde.
Wat bedrijven betreft, scoort België met 91,59/100 beter dan het Europese gemiddelde (85,42). Die indicator meet het aandeel van de overheidsdiensten die nodig zijn om een bedrijf op te starten en te runnen die online beschikbaar zijn. België staat op de 9e plaats in de EU27 voor die indicator..
Doel: De digitalisering van overheidsdiensten waarbij 100 % van de burgers van de Unie toegang heeft tot hun elektronische medische dossiers.
Die indicator meet de online beschikbaarheid van toegangsdiensten voor burgers tot hun elektronische medische dossiergegevens. België behaalde hier als eerste de maximumscore van 100 % en heeft hiermee reeds de 2030 doelstelling bereikt..
Doel: De digitalisering van overheidsdiensten waarbij 100 % van de burgers van de Unie toegang heeft tot veilige elektronische identificatiemiddelen (eID) die in de hele Unie worden erkend, zodat zij volledige controle hebben over identiteitstransacties en gedeelde persoonsgegevens.
België biedt zes eID-schema's aan (eCards, itsme®, e-mail OTP, SMS OTP, TOTP en Gebruikersnaam/Wachtwoord). Bijna 70 % van de Belgische bevolking gebruikt er minstens één. 100 % van de Belgische burgers heeft op deze dag toegang tot een eID-middel dat onder eIDAS wordt aangemeld.