Table of Contents
Verder afnemende aantrekkelijkheid van België, maar nog steeds positieve toekomstperspectieven
De aantrekkelijkheid van een land is de mate waarin een land investeringen en een basis voor de ontwikkeling van concurrentievoordelen kan aantrekken. Ze hangt samen met de kwaliteit van het zakenklimaat, de voor- en nadelen van een land. Hoe aantrekkelijker een land, hoe meer het productieapparaat bestaat uit performante en concurrerende ondernemingen. Hoe concurrerender een land, hoe meer het performante ondernemingen aantrekt en dus hoe meer het zijn aantrekkelijkheid vergroot.
Minder directe buitenlandse investeringen, maar terug meer belangstelling voor de industriële bedrijvigheid
De evolutie van de buitenlandse directe investeringen (BDI) in een land helpt ook de aantrekkelijkheid van het land te beoordelen. Buitenlandse directe investeringen zijn investeringen door buitenlandse ondernemingen in nationale ondernemingen waarbij de investeerder ten minste 10 % stemrecht krijgt. Volgens de laatste studie van Ernst & Young (EY Attractiveness Survey 2024) komt België op de 8e plaats van meest aantrekkelijke landen van Europa in 2023 op het vlak van BDI-projecten, na een 9e plaats in 2022, een 6e plaats in 2021 en een 5e in 2020. Na twee jaar op rij gezakt te zijn, gaat België er terug een plaats op vooruit door een afname van het aantal BDI-projecten in Italië, dat de laatste jaren een snelle vooruitgang had gekend.
Met 215 directe buitenlandse investeringsprojecten in 2023 (8 % minder dan in 2022) en 4.918 gecreëerde banen (39 % minder dan in 2022) staat België gerangschikt achter Frankrijk, het aantrekkelijkste land volgens EY (1e met 1.194 projecten, -5 %), en Duitsland (3e met 733 projecten, -12 %). In 2023 plaatst Nederland zich in de Europese top 10 met 157 projecten (7 % meer dan in 2022). Op Europees niveau, als we alle landen samen nemen (inclusief niet-EU-landen), is zowel het aantal BDI-projecten als het aantal gecreëerde banen gedaald (respectievelijk met -4 % en -7 %).
De Belgische BDI-projecten waren in 2023 voornamelijk geconcentreerd in drie sectoren:
- zakelijke dienstverlening (40 projecten);
- transport en logistiek (33 projecten);
- farmaceutische nijverheid (24 projecten).
De volgende drie sectoren creëerden volgens EY in 2023 in België dankzij BDI het grootste aantal banen:
- transport en logistiek (1.382 banen, dat zijn 42 banen/project)
- transportmaterieel (847 banen, dat zijn 65 banen/project)
- chemie, rubber en kunststof (691, of 41 banen/project)
Naast de sectoren interesseert EY zich ook voor de activiteiten als dusdanig. In 2023 vormde de verwerkende nijverheid de eerste bestemming van de BDI in België (63 projecten), voor de zakelijke dienstverlening (46 projecten) en de logistiek (41 projecten). De meeste banen werden dan ook gecreëerd in de verwerkende activiteiten (2.550), voor de logistieke activiteiten (1.410) en de zakelijke dienstverlening (393). Bij deze laatste bedrijvigheid nam het aantal gecreëerde banen evenwel het sterkst af op jaarbasis (1.307 in 2022, of - 70 %). Deze dynamiek zou kunnen wijzen op een hernieuwde belangstelling voor de industriële activiteit in België en in Europa.
Hoewel het aantal BDI-projecten na 2021 en 2022 ook in 2023 nog is blijven dalen, gelooft 66 % van de door EY ondervraagde investeerders dat de aantrekkelijkheid van België in de nabije toekomst zal verbeteren, tegenover 58 % het jaar ervoor. Op Europees niveau verwacht 75 % van de bedrijfsleiders binnen drie jaar een verbetering van de Europese aantrekkelijkheid.
De aantrekkelijkheid van België volgens de Global Attractiveness Index 2023
De Global Attractiveness Index (GAI), samengesteld door Ambrosetti's European House, is gevalideerd door de Europese Commissie. In 2023 bestrijkt de index 146 landen. België staat op de 20e plaats van meest aantrekkelijke landen in 2023, wat een mooie prestatie is voor een klein land, en een verbetering ten opzichte van 2022 (21e). Het ligt echter nog steeds achter op zijn drie buurlanden, met Duitsland op de 1e plaats, Frankrijk op de 9e plaats en Nederland op de 13e plaats. België is dus een van de landen met een “goede aantrekkelijkheid”, zoals Frankrijk en Nederland, terwijl Duitsland een van de landen is met een “hoge aantrekkelijkheid”.
De GAI is gebaseerd op vier thematische indexen. De eerste index, die betrekking heeft op dynamiek, wordt berekend op basis van trends in de basisindicatoren van de GAI. Voor België toont deze index een duidelijke zwakte over de afgelopen jaren, terwijl Nederland en Duitsland weinig dynamiek vertoonden. Frankrijk daarentegen liet een gemiddelde dynamiek zien. Op het gebied van duurzaamheid en toekomstgerichtheid scoorden onze drie buurlanden "hoog", terwijl België ook een hoge duurzaamheid had maar een gemiddelde toekomstgerichtheid. Tot slot liepen België en Frankrijk (hoge score) minder risico op blootstelling aan conflicten dan Nederland (gemiddelde score) en vooral Duitsland (lage score).
Bedrijfsklimaat
Het bedrijfsklimaat is bepalend voor het concurrentievermogen en voor de aantrekkelijkheid van een land. België kent een contrasterend beeld tussen goede economische prestaties en structurele zwaktes die reeds lang bekend zijn.
Verzwakt Belgisch concurrentievermogen op wereldvlak
Het International Institute for Management Development (IMD) stelt jaarlijks een World Competititiveness index op. Terwijl België in 2023 op de 13e plaats eindigde van de 64, zakte ons land naar de 18e plaats op 67 in 2024. De rangschikking wordt aangevoerd door Singapore, gevolgd door Zwitserland en Denemarken. Onder onze buren veroverde Nederland de 9e plaats (5e in 2023), Duitsland de 24e plaats (22e in 2023) en Frankrijk de 31e plaats (33e in 2023).
De IMD-indicator is onderverdeeld in vier prestatiecategorieën:
- De economische prestatie beoordeelt de macro-economische situatie van de economie,
- De overheidsefficiëntie geeft aan in welke mate de regeringsmaatregelen het concurrentievermogen bevorderen.
- De bedrijfsefficiëntie kijkt naar het aspect innovatie, winstgevendheid en verantwoordelijkheid in de prestatie van de ondernemingen.
- De infrastructuur evalueert de overeenstemming tussen de behoeften van de ondernemingen en de beschikbare basismiddelen, wetenschappelijke infrastructuur en mensen.
In 2024 noteerde België de 17e beste economische prestatie (13e in 2023) en kwam daarmee voor Frankrijk (29e) maar achter Duitsland (13e) en Nederland (9e). De opvallende kracht van ons land ligt in de internationale handel (9e), terwijl de zwakke kanten liggen in de werkgelegenheid (43e) en de prijzen (25e).
Op het vlak van overheidsefficiëntie komt België op de 35e plaats in 2024, na 22e in 2023. Nederland (14e) en Duitsland (32e) waren beter gerangschikt, maar Frankrijk presteerde minder goed (43e) dan ons land. Terwijl België nog steeds over een voordelig maatschappelijk kader beschikt (10e), vormen de overheidsfinanciën (53e) en het fiscaal beleid (66e) zwaktes die zwaar op ons land wegen.
Terwijl de bedrijfsefficiëntie een ware kracht van België vormde in 2023 (5e plaats), viel ons land terug naar de 17e plaats in 2024, achter Nederland (8e), maar nog steeds voor Frankrijk (32e) en Duitsland (35e). Ondanks een minder goede prestatie blijft België bij de koplopers op het vlak van bedrijfsproductiviteit en -efficiëntie (10e) en van managementmethoden (9e). Daarentegen vormen nu zowel de arbeidsmarkt (27e) als gedrag en waarden (27e) opmerkelijke zwaktes in 2024.
Op het gebied van infrastructuur is België nog slechts 17e in 2024 na een 10e plaats in 2023. De positie van ons land ten opzichte van de buurlanden bleef echter ongewijzigd: voor Frankrijk (21e) en Duitsland (20e), maar achter Nederland (8e). Onderwijs blijft een grote sterkte van ons land (7e), terwijl onze basisinfrastructuur nog steeds achterop blijft bij de andere ontwikkelde landen (39e).
Toegang tot financiering is niet de grootste zorg van de Belgische bedrijven
De toegang van bedrijven tot financiering, intern of extern, stimuleert groei en investeringen. Bovendien vergroot toegankelijke financiering de veerkracht door de impact van schokken op de financiële gezondheid van bedrijven te verminderen, waardoor het mogelijk wordt om crises zoals de coronacrisis of de energiecrisis te doorstaan.
De laatste enquête van de Europese Centrale Bank (ECB) over de toegang tot financiering van november 2023 (Survey on the Access to Finance of enterprises in the euro area, SAFE) wijst op een stijging van de omzet in 2023 en grotere kosten die op de winstgevendheid wogen. De bedrijven van de eurozone anticiperen niet op een verdere groei van de verkoopprijzen en de kosten in 2024. Hun grootste zorgen gaan naar de beschikbaarheid van arbeidskrachten en de inputkosten, veeleer dan naar de toegang tot financiering.
Die moeilijkheden ondervonden Belgische bedrijven ook in de zes maanden voorafgaand aan de enquête. Net als in de eurozone waren de belangrijkste moeilijkheden de beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten en de hoge productiekosten. Toegang tot financiering was pas de laatste prioriteit voor Belgische bedrijven.
Belgische bedrijven gebruiken verschillende methoden om financiering te verkrijgen, zoals bankleningen (56 % van hen), kredietlijnen (44 %) en leasing (40 %). Bijna de helft van de Belgische bedrijven had de afgelopen zes maanden echter geen banklening of kredietlijn aangevraagd, omdat ze geen verdere financiering nodig hadden. Zeven op tien Belgische bedrijven die een banklening of kredietlijn aanvroegen, kregen het volledige gevraagde bedrag. Voor dit laatste type financiering kregen onze bedrijven gemakkelijker wat ze wilden dan die in de buurlanden.
De gepercipieerde bereidheid van banken om krediet te verlenen is volgens Belgische bedrijven grotendeels gestagneerd. Ze percipieerden echter eerder een verslechtering dan een verbetering van deze bereidheid. De situatie lijkt echter gunstiger in België dan in Frankrijk, Duitsland of Nederland. Over het algemeen vinden Belgische bedrijven dat de beschikbaarheid van verschillende financieringsbronnen de afgelopen zes maanden is gestagneerd of verslechterd, zij het minder dan in de buurlanden.
Om hun groeiambities waar te maken, zouden Belgische bedrijven vooral een beroep doen op bankleningen (61 %), tegenover slechts 6 % die in aandelen zou investeren (6 %). Deze laatste externe financieringsoplossing wordt genoemd door evenveel bedrijven in Duitsland (6 %) en meer in Nederland (8 %).
Een van de beste governance scores ter wereld
De Wereldbank publiceert wereldwijde bestuursindicatoren (worldwide governance indicators), met de meest recente gegevens uit 2022. Zes synthetische indicatoren zijn gebaseerd op talrijke bronnen, waaronder de Economist Intelligence Unit, Reporters sans Frontières en het bovengenoemde IMD. De waarde van elke indicator is gebaseerd op een governance score en de positie van die score in percentielen. Het resultaat is een score op 100.
- Voice and accountability: België wordt gezien als een van de landen waar inspraak en verantwoordelijkheid wereldwijd het sterkst ontwikkeld zijn, met een score van 92,75. Het komt daarmee voor Frankrijk (85,99), maar achter Duitsland (94,69) en Nederland (97,58).
- Political stability and absence of violence/terrorism: Ons land kende in het verleden terreuraanslagen,wat onze governance score op het vlak van politieke stabiliteit en afwezigheid van geweld en terreur naar beneden haalt. We halen een score van 65,57, dat is meer dan Frankrijk (56,13), maar minder dan Duitsland (67,45) en vooral Nederland (71,23).
- Government effectiveness: Dit thema komt telkens terug in de zwakke punten van België. Ons land behaalt echter wereldwijd een van de beste scores (84,91), voor Frankrijk (83,02), dat ook vaak gewezen wordt op een gebrek aan overheidsefficiëntie. België eindigt niettemin achter Duitsland (88,21) en Nederland (95,28), die op dit vlak als goede leerlingen gelden.
- Regulatory quality: Opnieuw is ons land een betere regelgever (86,79) dan Frankrijk (85,38) maar het ligt vrij ver achter op Duitsland (92,45) en Nederland (96,70).
- Rule of law: België wordt als een van de meest democratische landen beschouwd, met een score van 88,21, voor Frankrijk (85,38), maar achter Duitsland (91,98) en Nederland (93,40).
- Control of corruption: België en zijn buren worden als goede leerlingen gezien op het vlak van corruptie. Hier geldt dezelfde rangschikking als in de andere landen: Frankrijk (85,38), België (89,62), Duitsland (95,75) en Nederland (96,70).