""

Verslag over de economische conjunctuur in de textiel- en kledingindustrie - januari 2022

Uitgever
Séverine Waterbley
Auteur(s)

FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Publicatiedatum

Economische context

In België en in de rest van de wereld liep de economische bedrijvigheid in 2020 in de pas van de lockdownmaatregelen die regeringen namen in een poging de verspreiding van het coronavirus in te perken. Hoewel er in 2021 andere varianten van het virus opdoken, lijkt de economie zich enigszins aangepast te hebben en leeft de wereldeconomie in 2021 duidelijk op. Na een terugval met 5,7 % in 2020 kende het bbp van België in 2021 een groei van 6,1 %. Die groei van de economische bedrijvigheid zou zich in 2022 voortzetten, met een stijging van 3,0 %.

Naast de effecten van de coronapandemie op de economie van ons land, die de solvabiliteit van een aantal ondernemingen in het gedrang bracht, dreigde België ook volop de gevolgen te voelen van een Brexit zonder akkoord. Uiteindelijk ondertekenden de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, in extremis, een handels- en samenwerkingsakkoord in december 2020. De Brexit blijft niettemin een complex proces, want hoewel de meeste producten die voldoen aan de oorsprongsregels vrijgesteld zijn van douaneheffingen en quota, moeten Belgische ondernemingen toch een aantal douane- en controleformaliteiten vervullen voor het transport van goederen.

We vermelden nog dat de Europese Unie in 2020 een iets sterkere daling van haar bbp kende dan België (met respectievelijk -5,9 % en -5,7 %) en in 2021 een iets geringere opleving haalt (+5,0 %) dan België (+6,1 %).

Algemene conjunctuur en voornaamste indicatoren

In het begin van 2020 ging het ondernemersvertrouwen van de textielindustrie er sterker op achteruit dan tijdens de financieel-economische crisis van 2008-2009. Het vertrouwen herstelde zich vervolgens in de loop van 2020 en daarna verder ook in 2021.

De textiel- en kledingindustrie (C13-C14) vertoonde een daling van de omzet in 2020 ten opzichte van 2019, en wel met 8,5 %. Het is de zesde jaardaling op rij. De textielsector (C13) kende een omzetdaling van 8,2 % in 2020, de omzet van de kledingsector daalde met 10,5 %.

In de eerste negen maanden van 2021 herstelde de omzet van de textielsector (C13) en de kledingsector (C14). De verkoop van de textielsector steeg met 17,8 % ten opzichte van dezelfde periode van 2020, die van de kledingsector met 6,7 %.

Terwijl de productie in de textiel- en kledingindustrie (C13-C14) in 2020 een daling vertoonde ten opzichte van 2019, zowel in de textielsector (C13) als in de kledingsector (C14), kende ze een ongelijk verloop in de eerste negen maanden van 2021 t.o.v. het jaar ervoor. Terwijl de productie een opleving vertoonde in de textielsector (C13 ; +16 %), bleef ze achteruitgaan in de kledingindustrie (C14 ; -16,7 %).

In 2020 daalde het aantal arbeidsplaatsen van de textiel- en kledingindustrie (C13-C14) met 2,9 % van 20.953 naar 20.345. Men ziet die daling zowel in de textielindustrie als in de
kledingindustrie. In de loop van de eerste zes maanden van 2021 telden beide sectoren (C13-C14) samen gemiddeld 19.961 arbeidsplaatsen, wat neerkomt op een daling met 2,8 % ten opzichte van dezelfde periode het jaar ervoor (20.538 arbeidsplaatsen).

De textielindustrie (C13)

In 2020 zijn er maar weinig indicatoren die op een gunstige evolutie in de textielindustrie duiden in het licht van de COVID-19-pandemie, die niet alleen België maar ook talloze andere landen harde klappen toegediend heeft. Er was een toename van het aantal oprichtingen van ondernemingen en van de btw-plichtigen, een afname van het aantal geschrapte ondernemingen en van de verloren arbeidsplaatsen door faillissementen en daarnaast ook een toename van de invoer. De indicatoren die daarentegen een schaduw op de tabel wierpen, zijn de daling van de omzet, van de investeringen en van de productie, de vermindering van de arbeidsplaatsen en van de loonmassa, de afname van het aantal werkgevers in de sector, de stijging van de faillissementen (in weerwil van de moratoria die de Belgische regering had ingesteld), de achteruitgang van de uitvoer en de forse verslechtering van het saldo van de handelsbalans.

De textielindustrie wist zich te herpakken in het eerste deel van 2021, toen de meeste indicatoren gunstig evolueerden. Het gaat daarbij enerzijds om een herstel van de omzet, van de investeringen en van de productie. Anderzijds kende de uitvoer opnieuw een stijging, terwijl de invoer daalde, hetgeen wijst op een versterking van het saldo van de handelsbalans, dat een veel beter overschot vertoont dan tijdens dezelfde periode van 2020. Echter bleef het aantal arbeidsplaatsen en werkgevers achteruitgaan in de eerste helft van 2021. Tot slot wogen nog twee elementen op de textielindustrie, namelijk de faillissementen en de daardoor verloren gegane arbeidsplaatsen, die beide toenamen in de eerste negen maanden van 2021.

De kledingindustrie (C14)

In 2020 evolueerden zo goed als alle indicatoren ongunstig in de kledingindustrie. Er was een opvallende afname van de omzet, van de investeringen en van de productie, een afname van de tewerkstelling, van de loonmassa en van het aantal werkgevers. Hetzelfde geldt voor de buitenlandse handel, die een afname van de uitvoer en van de invoer vertoonde, alsook een achteruitgang van het saldo op de handelsbalans. Enkel de ondernemingsdynamiek evolueerde positief in 2020, met een toename van de btw-plichtige ondernemingen, samen met een toename van de opgerichte ondernemingen en een afname van de geschrapte ondernemingen. De faillissementen en de verloren arbeidsplaatsen door die faillissementen namen eveneens af, hoewel dat effect toe te schrijven kan zijn aan de moratoria die de regering instelde.

De meeste indicatoren evolueerden gunstig in de kledingindustrie in het eerste deel van 2021. Er was met name een toename van de omzet en van de investeringen, een afname van de faillissementen en verloren arbeidsplaatsen door faillissementen, een bijzonder sterk herstel van de uitvoer en een verbetering van het saldo op de handelsbalans, hoewel die ruim deficitair blijft.

Omgekeerd drukten andere factoren op de kledingindustrie in het eerste deel van 2021. De productie bleef teruglopen, terwijl de tewerkstelling en het aantal werkgevers hun dalende trend voortzetten die tijdens de hele periode onder analyse waargenomen werd. ie ononderbroken daling van de tewerkstelling verdient speciale aandacht.

De geïnteresseerde lezer vindt meer informatie in hoofdstuk 3 van dit verslag. Dat omvat gedetailleerde sectorfiches volgens de 4-cijferige NACE-nomenclatuur.

Laatst bijgewerkt
25 mei 2022