Etude santé

Studie “Consumenten en e-Gezondheid”

Uitgever
Belgische Vereniging voor Onderzoek en Expertise voor Consumentenorganisaties
Auteur(s)

Billy-Ray Muraille

Publicatiedatum

Table of Contents

    Digitale en met het internet verbonden technologieën zijn een centrale rol gaan spelen in onze maatschappij. Ook in de gezondheidszorg zijn er meer en meer e-toepassingen. Met enkele honderdduizenden toepassingen lijkt de markt van “connected health producten” veelbelovend. 

    Is e-Gezondheid, rekening houdend met de trends inzake digitalisering, de economische druk op de gezondheidszorg en de schok van de Covid-19 pandemie, definitief haar intrede in onze gezondheidsbeleving te maken? Een korte literatuurstudie vat de belangrijkste voor-en nadelen van deze nieuwe technologieën samen. 

    We onderzochten vervolgens waar de Belgische patiënt-consument staat (gebruikt hij deze technologieën al? En hoe wordt dit beleefd?). We stelden aan een panel van 1.700 Belgen zowel vragen die peilden naar gebruik, de betrokkenheid van het zorgpersoneel, de beschikbaarheid van informatie, de financiële implicaties en het delen van persoonsgegevens.

    Korte samenvatting van de resultaten

    Minstens de helft van de Belgen in onze enquête blijkt e-Gezondheidsapplicaties te gebruiken, maar ook persoonlijke gezondheidsportalen, en raadpleging van documenten (elektronische voorschriften, medische resultaten). Teleconsultaties zijn eveneens in opmars (26% van onze respondenten heeft al een medische teleconsultatie meegemaakt). Onze resultaten bevestigen de gegevens in de literatuur: connected health wint steeds meer terrein.

    Onze studie toont echter aan dat deze vooruitgang, ondanks de economische en medische beloften, toch een aantal vragen oproept. Uiteraard is er een hemelsbreed verschil tussen echte gecertificeerde medische toepassingen, en eerder commerciële applicaties. Deze conclusies dienen dan ook geïnterpreteerd te worden rekening houdend met het type toepassing. 

    Bij de respondenten die problemen meldden bij het gebruik van gezondheidstoepassingen (42% van de gebruikers), betrof het een of meer van de volgende problemen: de toepassing niet voldeed niet aan de  verwachtingen (12%), de toepassing toonde teveel reclame (18%), de toepassing kon niet meer gebruikt worden op mijn toestel na een update (9%), en de toepassing was moeilijk te gebruiken (6%). Dit bevestigt wat er al in de literatuur wordt beschreven: 

    • Er is een gebrek aan gestandaardiseerde methodes en langetermijnstudies waardoor er nog onvoldoende evaluaties zijn over dergelijke toepassingen. Hierdoor weten de zorgverleners, patiënten en consumenten niet altijd wat de meest geschikte en veiligste toepassingen is;  
    • De rechten van gebruikers (gegevensbescherming, geïnformeerde toestemming,…) worden niet altijd gerespecteerd: de beschikbare informatie is niet altijd duidelijk en begrijpbaar, waardoor de patiënt-consument zich zelfs niet bewust van zijn rechten en hoe hij die kan toepassen; 
    • Sommige consumenten-patiënten hebben moeite met het gebruik van de applicaties wegens gebrek aan performante toestellen of gebrek aan digitale kennis. De digitale kloof blijft dan ook een belangrijk aandachtspunt. Waar mogelijk moeten er niet-digitale alternatieven blijven. We merken bijvoorbeeld op dat 26% van onze respondenten liefst nog steeds een papieren  voorschrift krijgt. 


    Enkele aanbevelingen

    Op basis van de literatuur en de resultaten van het onderzoek stellen we in ons onderzoek een aantal aanbevelingen voor om een veilig, inclusief en afgemeten kader op te bouwen voor het gebruik van connected health.

    • Er moet bij e-healthplannen en -ontwikkelingen actief rekening worden gehouden met diverse sociale ongelijkheden zoals de digitale kloof, handicaps, gezondheidsvaardigheden, sociaaleconomische ongelijkheden of generatieverschillen. We moeten immers garanderen dat ook de meest kwetsbaren toegang krijgen tot de beste verzorgingsmogelijkheden. Plannen en strategieën voor connected health moeten daarom gebaseerd zijn op de werkelijke behoeften van patiënten en consumenten, en blijven voorzien in niet-digitale alternatieven;
    • De kwaliteit van toepassingen dient nog verbeterd te worden: normen inzake betere evaluatiemethoden, meer transparantie, vertrouwelijkheid, gegevensbescherming en toegankelijkheid, zijn dan ook essentieel. De door de overheid ontwikkelde instrumenten (DMG's, gezondheidsportalen, enz.) kunnen in dit opzicht een voorbeeldfunctie vervullen. 
    • De gezondheidsprofessionals moeten beter worden opgeleid en gesensibiliseerd over de voor- en nadelen van deze technologieën, hun gebruik enz. Enkel zo kunnen ze hun patiënten correct voorlichten. 
    • De verdeling van de verantwoordelijkheid tussen zorgverleners, patiënten en aangesloten apparatuur moet worden verduidelijkt, zodat niet alle lasten bij individuen blijven liggen. 

    Over de uitgever

    Deze studie is een studie van de BV-OECO. De BV-OECO is een VZW die een platform biedt aan verschillende consumentenorganisaties. Deze studie wordt door een akkoord met de FOD Economie gepubliceerd op de website van de FOD. De FOD Economie biedt ons dit platform aan, maar is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de studies. 

     

    Laatst bijgewerkt
    28 mei 2024