Voedingsmiddelen

Concurrentievermogen vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken – 06.2021

Uitgever
FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Auteur(s)

Stéphanie Bonnard, Barnabé Donnay, Jean-Yves Jaucot, Julien Boyelo Loposso, Steffi Mignon, Liliane Turloot en Erwin Van Hirtum

Publicatiedatum

Table of Contents

    De prestaties van een sector op het vlak van concurrentievermogen kunnen sterk verschillen. Daarom besteedt de FOD Economie, als aanvulling op de jaarlijks gepubliceerde Boordtabel van het Belgische concurrentievermogen, ook aandacht aan het concurrentievermogen van de sectoren.

    De sector van de vervaardiging van voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten (C10-12) als geheel telt drie aparte bedrijfstakken: de sector C10 (vervaardiging van voedingsmiddelen) is de grootste subsector, met tussen 2011 en 2018 een relatief aandeel van gemiddeld 78 % in de totale toegevoegde waarde van C10-12. Het aandeel van C11 (vervaardiging van dranken) en C12 (vervaardiging van tabaksproducten) bedraagt gemiddeld respectievelijk 20,2 % en 1,8 %. De sector bestaat voornamelijk uit kmo’s.

    Zijn positie op de Europese markt is versterkt: het Belgische aandeel van de sector C10-12 in de toegevoegde waarde van de EU (zonder het Verenigd Koninkrijk) nam toe (+0,1 procentpunt op 10 jaar, naar 3,5 % in 2018), wat wijst op een verbetering van het globale concurrentievermogen. Verder kan de analyse van de concurrentiepositie van ons land ook opgesplitst worden in het externe en het interne concurrentievermogen. Enerzijds wijst het aandeel van de Belgische uitvoer in de totale Europese uitvoer op een goed extern concurrentievermogen van ons land. Anderzijds zijn de resultaten voor het interne concurrentievermogen minder gunstig: de Belgische binnenlandse vraag wordt steeds meer gedekt door de invoer, ten nadele van de binnenlandse productie.

    Laatst bijgewerkt
    3 september 2021