Table of Contents
Het reglementair kader voor de commerciële samenwerkingsovereenkomsten verschilt sterk van lidstaat tot lidstaat. Dat blijkt uit een studie die advocaten Kileste en Caluwaert hebben uitgevoerd op vraag van de federale minister van Zelfstandigen en KMO’s, in het kader van het Belgisch Voorzitterschap. De resultaten van die studie werden op 3 juni voorgesteld bij de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
De studie start met een vergelijkend studie van de situatie in twaalf verschillende lidstaten. Daaruit blijkt dat België een vrij uitgebreid wetgevend kader heeft. Maar voor verschillende types overeenkomsten bestaat er nog geen kader.
Voorstellen voor harmonisatie en aandachtspunten
De distributiesector staat onder druk. De auteurs hebben daarom een aantal voorstellen gedaan om de regels op Europees niveau te harmoniseren. Een aantal experten lieten hun licht schijnen op die voorstellen. Zij juichen die toe maar wijzen ook op bepaalde aspecten die aandacht verdienen:
- het is belangrijk om geen te strenge regels te maken, zodat kleine ondernemingen hun producten ook in andere landen kunnen verkopen;
- de kwestie van precontractuele informatie;
- het al dan niet handhaven van een onderscheid tussen verschillende types van overeenkomsten.
Tot slot mogen zeker de consumenten en de ondernemers zelf niet vergeten worden. Hebben consumenten bijvoorbeeld wel baat bij steeds groter wordende franchisegevers in de automobielsector? Als de wetgeving wordt aangepast, moeten ondernemingen voldoende tijd krijgen om hun bestaande contracten aan te passen.
Meer info?
Raadpleeg de samenvatting van de Studie over commerciële samenwerkingscontracten en Europees recht in de distributiesector