Table of Contents

    Sinds 1 januari 2018 zijn de vroegere “Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten” (CVC) en de “Raad voor het Verbruik” geïntegreerd in de nieuwe “bijzondere raadgevende commissie Verbruik”. Die commissie, opgericht bij KB van 13 december 2017 binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, neemt de taken van de Raad voor het Verbruik en een gedeelte van de taken van de CVC over. Bepaalde andere taken van de CVC worden overgenomen door de FOD Economie.

    De “bijzondere raadgevende commissie Verbruik” (brc Verbruik) is samengesteld uit:

    1. een voorzitter en twee ondervoorzitters;
    2. de leden:
      • dertien vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties;
      • acht vertegenwoordigers van de producentenorganisaties;
      • twee vertegenwoordigers van de distributieorganisaties;
      • twee vertegenwoordigers van de middenstandsorganisaties;
      • één vertegenwoordiger van de landbouworganisaties

    De brc Verbruik heeft als belangrijkste opdracht adviezen uit te brengen over problemen die de consumptie van producten en het gebruik van diensten aanbelangen, en over problemen die voor de consumenten van belang zijn. Dit gebeurt op vraag van een of meerdere ministers, de Ministerraad, het parlement, een andere federale overheidsinstantie of de CRB zelf. De brc Verbruik kan ook adviezen op eigen initiatief uitbrengen. De brc Verbruik is bijgevolg de centrale adviesstructuur voor alle problemen inzake consumptie en bescherming van de consument.

    De brc Verbruik is eveneens een plaats van dialoog en overleg waar consumentenvertegenwoordigers en professionele vertegenwoordigers informatie uitwisselen, standpunten kenbaar maken en compromissen vinden. Het is een bevoorrecht instrument voor de beleidsondersteuning. De adviezen zijn weliswaar niet bindend voor de overheid maar worden meer opgevolgd naarmate ze unaniem zijn.

    Daarnaast heeft de brc Verbruik een aantal opdrachten rond de veiligheid en de gezondheid van de consumenten. Het betreft:

    • het uitbrengen van adviezen bij het opstellen van reglementering die verband houdt met de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers;
    • het geven van advies over het beleid van de federale overheid inzake de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de gebruikers en de consumenten ten gevolge van het op de markt brengen en het gebruik van producten;
    • het geven van advies aan de minister wanneer men het publiek moet inlichten over risico’s en algemene problemen bij specifieke producten of diensten;
    • het organiseren van het overleg tussen de producenten, de distributeurs, de gebruikers, de overheid en de gespecialiseerde instellingen.
    Laatst bijgewerkt
    9 december 2021