De Commissie van Advies voor de niet-verspreiding van kernwapens (CANVEK) is belast met het uitbrengen van adviezen over nucleaire exportdossiers.
De commissie werd opgericht door het koninklijk besluit van 12 mei 1989.
Samenstelling van de CANVEK
Ze is samengesteld uit gewone leden en hun plaatsvervangers die respectievelijk de volgende ministers vertegenwoordigen:
- de federale minister van Energie;
- de federale minister van Economie;
- de minister van Buitenlandse Zaken;
- de minister van Buitenlandse Handel;
- de minister die bevoegd is voor Wetenschapsbeleid;
- de minister van Volksgezondheid;
- de minister van Landsverdediging;
- de minister die bevoegd is voor leefmilieu in het nucleaire domein;
- de minister die bevoegd is voor de staatsveiligheid;
- de minister die bevoegd is voor het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;
- de minister die bevoegd is voor de Administratie der Douane en Accijnzen;
- alsook een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter.
Elk gewest kan er zich ook door een waarnemer laten vertegenwoordigen.
Het secretariaat wordt waargenomen door de Algemene Directie Energie.
Rol van CANVEK
De Commissie van Advies treedt op in de procedure voor de toekenning van uitvoervergunningen van nucleaire materialen, nucleaire uitrustingen en technologie. Een aanvraag tot uitvoervergunning moet gebeuren volgens de Europese verordening.
Doorgaans bezorgt de vergunningsautoriteit (in België de 3 respectieve gewesten) alle relevante documenten aan het secretariaat van de Commissie van Advies.
Het secretariaat gaat na of alle relevante documenten volledig zijn en of de aanvraag alle nodige gegevens bevat.
De leden van de Commissie van Advies beoordelen de aanvraag en onderzoeken in het bijzonder:
- het product waarvoor de vergunning wordt aangevraagd;
- de bestemmeling/de gebruiker van het product;
- het aangegeven eindgebruik van het product;
- de uitvoervoorwaarden die op internationaal vlak zijn vastgesteld.
De Commissie van Advies neemt een beslissing. Op basis van deze beslissing staat de federale minister van Energie een voorafgaande machtiging al dan niet toe.
De voorafgaande machtiging of de weigering van machtiging wordt aan de vergunningsautoriteit en aan de exporteur meegedeeld.