Intelligente netwerken, ook “smart grids” genoemd, zijn elektrische netwerken die de verschillende belanghebbenden – gecentraliseerde en gedecentraliseerde producenten, leveranciers, transport- en distributienetbeheerders en consumenten – toelaten om met veel flexibiliteit op elkaar in te spelen. Zo verloopt de levering van elektriciteit efficiënt, duurzaam, economisch en veilig. De ontwikkeling van smart grids moet steunen op een grotere penetratie van de informatie- en communicatietechnologieën (ICT).

De term smart grids omvat onder meer:

  • “smart metering” (slimme metersystemen) voor de stroommeetapparatuur tussen het netwerk en de installatie van de consument. Dit geëvolueerde meetsysteem biedt talrijke functionaliteiten zoals het registreren van verbruiksgegevens, de meteropneming op afstand, de onderbreking of beperking op afstand van de levering, de wijziging op afstand van het gecontracteerde vermogen en van de tariefstructuur, enz. Dit is de eerste stap van smart grids;
  • “smart operation” (intelligent bestuur) voor het besturen van het net, rekening houdend met de capaciteiten ervan in reële tijd;
  • “smart home” (intelligent huis) voor het beheer van energie thuis.

Het concept “smart grids” houdt in dat de flexibiliteit van de productie, de distributie, de opslag en het gebruik van energie, samen met de groei van de hernieuwbare energiebronnen, steunt op een informatiesysteem dat het evenwicht van het elektrische systeem van begin tot einde waarborgt. Omgekeerd wordt ook het evenwicht van het eindgebruik bij de productie verzekerd. Daarom vervult ICT een fundamentele rol in de actieve interactie tussen alle tussenschakels van smart metering (intelligente of geëvolueerde meters).

De ontwikkeling van smart grids hangt nauw samen met de doelstellingen 20-20-20 die in 2009 door de Europese Raad in het kader het klimaat- en energiepakket uitgewerkt werden: het aandeel van hernieuwbare energie op 20 % brengen, het energieverbruik met 20 % verminderen en de broeikasgassen met 20 % terugdringen. Deze ontwikkeling strookt ook met de drie assen van het Europese energiebeleid zoals beschreven in het groenboek: concurrentievermogen, bevoorradingszekerheid en duurzaamheid.

De richtlijnen van 2009 over de interne markten voor gas en elektriciteit bepalen dat tegen 2020 ten minste 80 % van de consumenten uitgerust moet zijn met slimme meters, als de invoering van deze meters gunstig wordt geëvalueerd. In een aanbeveling van 2012 over de voorbereiding van de uitrol van slimme metersystemen heeft de Europese Commissie richtlijnen gegeven over:

  1. de ontwikkeling en de exploitatie van netwerken en slimme meters, met waarborging van het fundamentele recht op bescherming van persoonsgegevens;
  2. de methode om de kosten en voordelen van de invoering ervan te evalueren;
  3. de functionele vereisten die erop van toepassing zijn.
Laatst bijgewerkt
12 februari 2024