Table of Contents

    De werkgelegenheidsgraad van de 55-64-jarigen blijft laag in België

    In 2022 lag de werkgelegenheidsgraad van de 20-64-jarigen in België bij 73,1 % (streefdoel van 80 % in 2030), dat is een stijging met 1,2 procentpunt op jaarbasis. Dat cijfer blijft echter lager dan dat van Duitsland, Frankrijk en Nederland. Tijdens dezelfde periode werd ook een positieve evolutie vastgesteld bij onze voornaamste handelspartners. Daarnaast blijft de werkgelegenheidsgraad bij de 55-64-jarigen laag in België (56,6 %) en in Frankrijk (56,9 %) vergeleken met Duitsland en Nederland (respectievelijk 73,3 % en 73,1 %).

    Stijging van de vacaturegraad in 2022

    In België toonden de enquêtegegevens een constante stijging van de vacaturegraad sinds 2015 (2,4 %), met uitzondering van de stagnatie in 2019 en de daling in 2020 (begin van de coronacrisis), om dan bij 4,8 % te liggen in 2022. De vacaturegraad bij onze voornaamste handelspartners vertraagde eveneens in 2020, om dan terug een stijging te kennen in 2021 (NL: 3,8 % en DE: 3,2 %).

    Uit de analyse per bedrijfstak komen in 2022 vier sectoren naar voren met een hoge vacaturegraad:

    • de administratieve en ondersteunende diensten (9,4 %, het dubbele van de totale economie);
    • de informatie en communicatie diensten (8,5 %);
    • de technische en wetenschappelijke activiteiten (8,3 %);
    • de horeca (7,2 %).

    De evolutie van de vacatures ten opzichte van 2019 toont een stijging voor alle activiteitensectoren, met uitzondering van de vastgoedactiviteiten (-0,9 procentpunt) en de kunst, amusement en recreatieve activiteiten (-0,1). De vergelijking met 2021 weerspiegelt een stijging in de meeste bedrijfssectoren, behalve:

    • waterproductie en -distributie (-0,8 procentpunt);
    • vastgoedactiviteiten (-0,7),
    • kunst; amusement en recreatie (-0,7);
    • winningsindustrieën (-0,2);
    • bouw (- 0,1);
    • horeca (-0,4).

    Tussen 2021 en 2022 zijn er 15.400 arbeidsplaatsen gecreëerd in de horecasector

    Volgens de Nationale Rekeningen waren er in 2022 in België 5,2 miljoen wonende mensen werk, waarvan 83 % loontrekkenden en 17 % zelfstandigen. Tussen 2016 en 2022 groeide de totale binnenlandse werkgelegenheid jaarlijks gemiddeld met 0,9 %, tegenover 1,5 % tussen 2016 en 2019. Ondanks de coronacrisis toonde de arbeidsmarkt  toch een grote veerkracht.

    Het waren voornamelijk de sectoren horeca, kunst, amusement en recreatie en informatica- en informatiediensten die voor nieuwe arbeidsplaatsen zorgden tussen 2021 en 2022 (+103.700 mensen).

    De analyse per bedrijfstak wees op een negatieve evolutie van de werknemers in 2021 en 2022 in de volgende sectoren:

    • vervaardiging van cokes en geraffineerde aardolieproducten (-6,7 %),
    • financiële activiteiten en verzekeringen (-1,4 %),
    • productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht (-1,1 %),
    • telecommunicatie (-1,0 %),
    • vervaardiging van transportmiddelen (-0,8 %),
    • vervaardiging van elektrische apparatuur (-0,7 %).

    Op het vlak van arbeidsvolume kende ons land voor de totale economie een daling van de gewerkte uren in 2020 (-8,3 % ten opzichte van 2019), om dan een stijging te kennen in 2021 (+7,5 % ten opzichte van 2020) en 2022 (+4,4 %). Daardoor hebben we  het peil van voor corona kunnen overschrijden. Sectoren zoals cokes en raffinage, de vervaardiging van textiel, kleding, leer en producten van leer, de landbouw, bosbouw en visvangst en de telecommunicatie lieten de meest uitgesproken negatieve variatie in gewerkte uren zien tussen 2021 en 2022.

    Laatst bijgewerkt
    22 december 2023