Onrechtmatige afspraken omvatten alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemingsverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe leiden dat de mededinging op de betrokken Belgische markt of op een wezenlijk deel ervan merkbaar wordt beperkt of vervalst. Die restrictieve praktijken zijn verboden op grond van artikel IV.1, § 1, van het Wetboek van economisch recht en op grond van artikel 101, § 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Afspraken kunnen verschillende vormen aannemen zoals:

  • de vaststelling van een aankoopprijs, verkoopprijs of andere contractuele voorwaarden;
  • de beperking of controle van productiequota, afzet, technische ontwikkeling of investeringen;
  • de geografische verdeling van de markten of van de bevoorradingsbronnen;
  • de verdeling van de klanten;
  • de collectieve boycot om een klant, leverancier of concurrent te elimineren.

Die afspraken en kartels zijn verboden om de ondernemingen ertoe aan te zetten met elkaar te concurreren, ze aan te moedigen om nieuwe of betere producten en diensten te ontwikkelen, tegen competitieve prijzen, ten voordele van de consumenten.

Vrijstelling

Bepaalde afspraken stellen de ondernemingen echter in staat om risico's te delen, kostenbesparingen te verwezenlijken, een gemeenschappelijke knowhow te ontwikkelen of sneller te innoveren.

Artikel IV.1, § 3 van het Wetboek van economisch recht (naar het voorbeeld van artikel 101, § 3, van het VWEU) biedt de mogelijkheid dat zulke afspraken worden vrijgesteld van het verbod, voor zover ze de volgende voorwaarden naleven:

  • de afspraak moet leiden tot economische voordelen, zoals het verbeteren van de productie of de distributie van de producten, of tot een stimulans van de technische of economische vooruitgang, met andere woorden tot efficiëntieverbeteringen;
  • de eventuele mededingingsbeperkingen moeten onmisbaar zijn om die efficiëntieverbeteringen te bereiken;
  • consumenten moeten een billijk aandeel krijgen in die efficiëntieverbeteringen die met de onmisbare beperkingen werden bereikt;
  • de afspraak mag de partijen niet de mogelijkheid geven om, voor een wezenlijk deel van de betrokken producten, de mededinging uit te schakelen.

De evaluatie van die overeenkomsten in het licht van artikel IV.1 van het Wetboek van economisch recht (101 van het VWEU) gebeurt op basis van:

  • verordening (EU) nr. 330/2010 van de Europese Commissie en de richtlijnen ervan voor de verticale overeenkomsten;
  • de richtlijnen van de Europese Commissie voor overeenkomsten inzake horizontale samenwerking.

Clementie

Afspraken zijn doorgaans geheim. Er bestaat een clementieregeling die ondernemingen de mogelijkheid biedt om een geheim kartel te melden bij de Belgische Mededingingsautoriteit en met haar samen te werken. Dat in ruil voor een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van de geldboete die aan de onderneming of ondernemingsvereniging kan worden opgelegd voor deelname aan het geheime kartel.

Zo kan een onderneming of een ondernemingsvereniging die heeft deelgenomen aan een geheim kartel, geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van geldboeten als ze helpt bewijzen dat het geheime kartel bestaat en helpt de deelnemers te identificeren door informatie te verstrekken aan de Belgische Mededingingsautoriteit.

Artikel IV.54 e.v. van het Wetboek van economisch recht en de clementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit verduidelijken de voorwaarden waaraan de ondernemingen of de ondernemingsverenigingen moeten voldoen om die clementie te genieten.

Daarnaast bestaat voor natuurlijke personen de mogelijkheid om immuniteit (van vervolging) te genieten voor deelname aan een inbreuk op artikel IV.1, § 4, als tegenprestatie voor zijn samenwerking met de Belgische Mededingingsautoriteit in het kader van de clementieregeling (artikel IV.54/4 van het Wetboek van economisch recht). Voor informatie over een clementieverzoek of een immuniteitsverzoek, neem contact op met de Belgische Mededingingsautoriteit.

Schikking

Het auditoraat van de Belgische Mededingingsautoriteit kan in de loop van de procedure (maar voordat het voorstel van beslissing wordt ingediend) vragen aan de ondernemingen die partij zijn bij een afspraak of ze bereid zijn schikkingsbesprekingen te voeren, waardoor ze een vermindering van de opgelegde geldboeten voor een inbreuk op het mededingingsrecht kunnen verkrijgen (artikel IV.55 van het Wetboek van economisch recht).

Voor informatie over een procedure op het vlak van schikkingen, neem contact op met de Belgische Mededingingsautoriteit.

Laatst bijgewerkt
12 mei 2023

Laatste nieuws voor dit thema