Het is mogelijk dat een persoon te goeder trouw een domeinnaam heeft geregistreerd zonder dat die persoon de bedoeling had om rechten van derden op dezelfde benaming te schaden, bijvoorbeeld, omdat die persoon zelf een recht bezit op de benaming in kwestie.

Dit is onder meer het geval wanneer de houder van een handelsnaam deze benaming als domeinnaam registreert, terwijl een derde deze benaming als merk bezit. Of nog wanneer de houder van het merk LOTUS voor koekjes de domeinnaam lotus.be registreert, terwijl een ander bedrijf ook merkenrechten heeft op de term LOTUS, maar dan voor toiletpapier.

Zelfs wanneer de houder van een domeinnaam a priori geen enkel recht had op een benaming, kan hij toch te goeder trouw zijn. Zo kan de zaakvoerder van een kleine onderneming die een domeinnaam heeft geregistreerd, met verwijzing naar zijn commerciële projecten, correspondentie, verslagen of andere bewijsmiddelen aantonen dat hij werkelijk de intentie had om de domeinnaam te goeder trouw te gebruiken zonder schade te willen toebrengen aan derden. De registraties van domeinnamen die gerechtvaardigd zijn door een wettig recht op vrije meningsuiting of door niet-commerciële overwegingen, zouden ook te goeder trouw kunnen worden beschouwd.

Bij een registratie te goeder trouw geldt de regel “first come, first served”. Wie als eerste een betwiste domeinnaam te goeder trouw heeft geregistreerd, zal deze dus mogen behouden. In bepaalde gevallen echter zullen de houders van merken, auteursrechten, geografische benamingen, handelsnamen of familienamen voorrang krijgen op de domeinnaamhouder zelfs al bezat die een eigen recht en handelde die te goeder trouw.

Wanneer iemand een domeinnaam heeft geregistreerd en deze wettelijk mag behouden, is het denkbaar dat de houder van de domeinnaam en degene die rechten op de betrokken benaming kan laten gelden, onderling afspraken maken om de schade voor laatstgenoemde te beperken. Zo kan de website met een bepaalde domeinnaam duidelijk aangeven dat het niet gaat om de website van een concurrerende merk- of handelsnaamhouder en dat er tussen de partijen geen commerciële band bestaat. De houder van een domeinnaam kan met de titularis van het concurrerend recht ook overeenkomen dat hij niet zal leveren aan consumenten in landen waar het merk of de handelsnaam van deze titularis beschermd zijn. 

De registratie te kwader trouw heet cybersquatting.

Laatst bijgewerkt
8 december 2020