Het ziekenfonds dekt alle vooraf bestaande toestanden in de dienst hospitalisatie die samengaat met de verplichte aanvullende verzekering. De dekking gebeurt binnen de grenzen van de waarborg die hoe dan ook beperkt is rekening houdend met de aanvaardbare forfaitaire bijdrage.

De verzekeraars en de maatschappijen van onderlinge bijstand die verzekeringsproducten aanbieden, moeten volgende regels hanteren:

  • Logisch, wanneer de symptomen van een ziekte zich nog niet hadden gemanifesteerd bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst, kunnen de verzekeraar noch de maatschappij van onderlinge bijstand de verzekeringsdekking weigeren.

  • Wanneer de symptomen van de ziekte zich al wel hadden gemanifesteerd op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst en de ziekte niet gediagnosticeerd werd binnen een termijn van twee jaar, dan kan het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen niet meer worden ingeroepen na het verstrijken van die termijn van twee jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst.
    (art. 205, wet van 4 april betreffende de verzekeringen)

En voor de gehandicapten en de chronische zieken…

Op dit ogenblik heeft de kandidaat-verzekerde die leidt aan een chronische ziekte of gehandicapt is en tevens jonger dan 65 jaar is, het recht op een verzekering gezondheidszorg met dien verstande dat de kosten veroorzaakt door de ziekte of handicap die bestond op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst van de dekking worden uitgesloten.

De premie moet deze zijn die aangerekend zou worden aan dezelfde persoon indien hij of zij niet chronisch ziek of gehandicapt was.

(art. 206, wet van 4 april betreffende de verzekeringen)

Laatst bijgewerkt
11 oktober 2022