Zonnen... doet u met verstand

Zonnen doet niemand zonder risico. Daarom werden zonnecentra aan bepaalde regels onderworpen om u te beschermen.  Het koninklijk besluit van 20 juni 2002 legt een aantal verplichtingen op aan de uitbater/onthaalverantwoordelijke van een zonnecentrum. Op die manier worden enkele risico’s beperkt. Maar niet alle risico’s kunnen vermeden worden. Blijf dus alert.

Een zonnebank mag maximaal een stralingsintensiteit hebben van 0,3 W/m². Dit komt overeen met de straling op de middag in de zomer in het zuiden van Europa. Daar zont u ook niet onbeschermd . Waarom dan wel onder de zonnebank?

Gaat u naar de zonnebank, zon dan verstandig en neem de volgende regels in acht:

  1. Bij het eerste bezoek aan een zonnecentrum moet u een intakegesprek hebben met de onthaalverantwoordelijke. Deze verantwoordelijke moet een specifieke opleiding gevolgd hebben om u zo goed mogelijk te kunnen informeren en uw huidtype te kunnen bepalen. Tijdens dit gesprek legt hij de risico’s van de gevaren van uv-stralen aan u uit en hij stelt u enkele vragen aan de hand van een klantenfiche (PDF, 82.49 Kb) (DOCX, 13.98 KB). De onthaalverantwoordelijke moet ook nagaan of u meerderjarig bent. Bent u nog geen 18 jaar dan mag u niet onder de zonnebank.
  2. Samen met u moet de onthaalverantwoordelijke uw huidtype bepalen, meestal aan de hand van enkele vragen. Hoe gevoelig u bent voor uv-stralen, hangt af van uw huidtype. Beantwoord daarom zo eerlijk mogelijk deze vragen. Er bestaan 6 huidtypes. In België komen vooral type 2 en 3 voor. Heeft u een huidtype 1 dan mag u geen gebruik maken van de zonnebank. De onthaalverantwoordelijke mag u niet laten zonnen.
  3. Op het einde van het gesprek ondertekenen u en de onthaalverantwoordelijke de klantenfiche.

Bent u meerderjarig en hebt u geen huidtype I dan mag u gaan zonnen … maar vergeet niet volgende voorzorgen te nemen:

  1. Neemt u medicatie, vraag uw arts of apotheker dan of u wel onder de zonnebank mag. Sommige medicatie kan een huidallergie of een snellere verbranding veroorzaken.
  2. Maak samen met de onthaalverantwoordelijke een zonneplan op. Dit doet u aan de hand van uw huidtype en het blootstellingschema . Dit blootstellingsschema vindt u terug in elke cel.
  3. Draag altijd een bril die u beschermt tegen uv-stralen. Uv-stralen kunnen oogmelanoom veroorzaken. Uw ogen sluiten is onvoldoende.
  4. Om te zien hoe uw huid reageert op uv-stralen moet de duur van de eerste zonnebeurt gehalveerd worden en moet u 48 uur wachten voor u opnieuw mag zonnen. Nadien wacht u 24 uur tussen de zonnebeurten want ook uw huid moet kunnen rusten.

Sommige centra zijn geautomatiseerd; dit wil zeggen dat de zonnebanken elektronisch worden bestuurd. In deze centra moet de onthaalverantwoordelijke minstens 4 dagen per week gedurende 1 uur per dag aanwezig zijn.

  1. Ga de eerste keer naar het centrum als de onthaalverantwoordelijke aanwezig is. Vul nooit zelf een klantenfiche in die u daarna in een bus dropt. Het intakegesprek met de onthaalverantwoordelijke is verplicht. Bovendien legt de onthaalverantwoordelijke u eveneens de werking van het onbemande centrum uit.
  2. De onthaalverantwoordelijke moet u persoonlijk de magneetkaart of toegangskaart overhandigen.
    • Zoals in een bemand zonnecentrum moet ook hier een intakegesprek plaatsvinden met de onthaalverantwoordelijke.
    • De onthaalverantwoordelijke mag deze kaart nooit opsturen en hij mag u maar één kaart geven.
  3. Geef deze kaart nooit door aan iemand anders en al zeker niet aan een minderjarige of een persoon met een huidtype I.

Kent u een zonnecentrum dat de regels niet respecteert of hebt u een klacht dan kunt u altijd terecht op meldpunt.belgie.be.

Veelgestelde vragen (PDF, 141.98 KB)

Laatst bijgewerkt
26 februari 2024