Prijzen - Analyse van de prijzen: 2020 INR kwartaalverslag 1

Er wordt in dit rapport aandacht besteed aan de totale inflatie en aan het prijsstijgingstempo van drie grote productgroepen:

• energiedragers,
• levensmiddelen,
• niet-energetische industriële goederen en diensten.

Voor elke productgroep wordt eerst de inflatie in België toegelicht, welke vervolgens vergeleken wordt met die in de buurlanden.

Het geharmoniseerd indexcijfer der consumptieprijzen (GICP), dat opgesteld wordt door Statbel conform de Europese methodologie, vormt veruit de belangrijkste gegevensbron voor het verslag. De analyse werd uitgebreid met detailgegevens van het GICP en met andere statistieken van officiële instanties (IMF, EC, …).

In het eerste kwartaal 2020 is de totale inflatie in België, gemeten op basis van het geharmoniseerde indexcijfer der consumptieprijzen, toegenomen en bedroeg 1,0 % (0,5 % in het vierde kwartaal 2019). Deze toename van de inflatie wordt voornamelijk verklaard door een minder uitgesproken prijsdaling voor energieproducten en door een stijging van de inflatie voor bewerkte en niet-bewerkte levensmiddelen als ook voor diensten. De onderliggende inflatie is licht versneld tot 1,7 % (ten opzichte van 1,5 % tijdens het laatste kwartaal 2019).

De gemiddelde totale inflatie van onze voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) kende een minder sterke stijging in het eerste kwartaal 2020 tot 1,5 % (1,4 % tijdens het vierde kwartaal 2019). Zo blijft de inflatie in België zwakker dan in elk van de buurlanden. Dit verschil is het gevolg van een lagere inflatie in België, vooral voor de energieproducten, maar ook voor de levensmiddelen. Daarnaast blijkt de inflatie van niet-energetische industriële goederen en diensten hoger te zijn in België. De gemiddelde onderliggende inflatie van de buurlanden is gedaald in het eerste kwartaal 2020 tot 1,5 %.