Internationale gashandel in België

Internationale gashandel in België - Vaststelling van de herkomst en bestemming van de in- en uitvoer en eliminatie van de doorvoer uit de jaargegevens

Uitgever
Séverine Waterbley
Auteur(s)

FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Publicatiedatum

Op grond van verordening (EG) nr. 1099/2008 moeten de EU-lidstaten maandelijks en jaarlijks gegevens verstrekken over de handel in gas op hun grondgebied. De definities van sommige begrippen zijn evenwel verschillend voor de maandelijkse en jaarlijkse rapportage, onder meer de definities van invoer en uitvoer. Dit artikel zoomt in op de rapportage van jaargegevens en meer bepaald de vaststelling van de herkomst en bestemming van de in- en uitvoer en de eliminatie van de doorvoer.

Verordening (EG) nr. 1099/2008 bepaalt dat "'invoer' betrekking heeft op de eerste oorsprong (het land waar de energieproducten zijn geproduceerd) met het oog op gebruik in het land en “uitvoer” op het land waar de geproduceerde energieproducten uiteindelijk worden verbruikt."

Dat zou erop wijzen dat de Eurostat-definitie uitgaat van de herkomst en bestemming van de werkelijke gasmolecule en niet van de in een contract vermelde herkomst of bestemming, hoewel dit misschien niet duidelijk in de richtsnoeren wordt vermeld.

België ligt op een internationaal kruispunt voor gas met grensinterconnectiepunten naar Nederland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg en de haven van Zeebrugge waarlangs vloeibaar aardgas (lng) wordt ingevoerd.
Hoewel informatie over de werkelijke herkomst en/of bestemming van het via het Belgische net getransporteerde gas beschikbaar is voor bepaalde landen (Noorwegen voor H-gas, Nederland en Frankrijk voor L-gas) en voor lng, is dit niet het geval voor al het gas. Dat heeft alles te maken met de toegenomen afhankelijkheid van kortetermijncontracten en de spotmarkt, maar ook met het feit dat de gashandelaars geen informatie over de werkelijke gasmoleculen die ze verhandelen bijhouden, maar wel over de landen waarmee ze contracten hebben.

De rapportage-instructies voor de gezamenlijke jaarlijkse vragenlijst over aardgas van Eurostat/IEA schrijven voor dat gas dat in het land wordt doorgevoerd buiten beschouwing wordt gelaten. Daarnaast wordt in de instructies ook bepaald dat ingevoerd lng dat in het land wordt hervergast en vervolgens naar een ander land wordt uitgevoerd, moet worden beschouwd als een invoer van lng in het land en als een uitvoer van gas naar het land van bestemming.

Tot voor kort paste de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie een methode toe waarbij de netto-invoer werd berekend om de doorvoer te elimineren en vervolgens een proportionele aanpak werd gehanteerd om de hoeveelheden gas te ramen die worden ingevoerd uit en uitgevoerd naar (in het geval van hervergast lng) elk buurland.

Om die methode verder te verfijnen, besliste de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie om gebruik te maken van de gasstroomgegevens die Fluxys Belgium, de Belgische transmissienetbeheerder, aanlevert en die de hoeveelheden gas weergeven die ieder uur via elk interconnectiepunt in- en uitstromen. Op die manier kon een model worden ontwikkeld dat zoveel mogelijk gebaseerd is op de werkelijke fysieke gasstromen in België, waardoor de doorvoer beter wordt uitgelicht en de onmiddellijke herkomst van de invoer evenals de bestemming van de uitvoer kunnen worden bepaald.

Hoewel de in dit document beschreven procedure uitsluitend van toepassing is op het hoofdgasnet van Fluxys Belgium, omvatten de eindcijfers in het deel “Resultaten” ook rechtstreekse aansluitingen en lng dat in België wordt gebruikt zonder dat het eerst wordt hervergast en in het net geïnjecteerd. Deze worden toegevoegd na de in dit document beschreven stappen, om de uiteindelijke aardgascijfers voor België te bekomen.

Laatst bijgewerkt
12 mei 2021