Energieprijzen en energiearmoede

Uitgever
FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Auteur(s)

S. Bonnard, C. Bruynoghe, M. Deprez, B. Kestemont

Publicatiedatum

De recente crisis bracht de nood aan een nieuw groeiparadigma aan het licht, dat in staat is om het groeipotentieel te versterken en tegelijk rekening te houden met klimaat-, milieu- en welzijnskwesties. De druk van energie-uitgaven wordt namelijk voor een groeiend deel van de bevolking problematisch. De FOD Economie heeft zich daarom gebogen over de impact van energieprijzen op de ongelijkheidstoename in het Belgische sociale model.

De eerste twee hoofdstukken bespreken de energiecomponent in de consumptieprijsindex, een analyse van de prijsopsplitsing en het gewicht in de consumptiekorf, en verklarende factoren voor de evolutie in de laatste jaren.

In het derde hoofdstuk worden de consumptie en uitgaven van huishoudens per energiebehoefte en in procent van het budget onderzocht. De nadruk wordt gelegd op de opsplitsing van energie-uitgaven per inkomensdeciel en volgens huishoudgrootte. De benadering per deciel wil factoren onafhankelijk van koopkracht identificeren en een overzicht bieden inclusief de algemene energieprestaties van woningen in België.

Het vierde hoofdstuk is gewijd aan energiearmoede en beklemtoont de verschillende oorzaken en aspecten van armoede en hun onderlinge interacties.

De aandacht wordt gevestigd op lage inkomens, gekoppeld aan de kwaliteit van de woning en de uitrusting ervan, en aan de prijsstijging van energieproducten. Dit onderdeel wijst niet alleen op het belang van energie-efficiëntie en het beheer van energiebronnen, maar ook op bepaalde risicofactoren en factoren die de kwetsbaarheid van huishoudens in de hand werken.

Het laatste hoofdstuk focust op de verschillende oplossingen voor de evolutie van armoede en andere vormen van sociale uitsluiting. Daartoe wordt er, naast maatregelen die de nationale prijzen beïnvloeden, een uitgebreid gamma aan sociale en structurele maatregelen bekeken, en ook een inventaris van goede praktijken uit het Verenigd Koninkrijk, de buurlanden en Zweden.

Hoewel de context tussen de landen onderling verschilt, laat de identificatie van de goede praktijken toe om mogelijkheden en pistes voor nieuwe initiatieven in België uit te denken. Dit deel gaat in op de op te zetten instrumenten en het op te zetten beleid, die vaak complex blijken te zijn.

De meest achtergestelde huishoudens combineren vaak verschillende risicofactoren. Om hen beter in staat te stellen om aan de economische activiteit deel te nemen en er voordeel uit te halen, moeten er afwegingen worden gemaakt en moet er op verschillende armoededomeinen actie worden ondernomen.

Laatst bijgewerkt
15 januari 2018