Conjunctuur en sectorale ontwikkelingen

De conjunctuur omvat het geheel van voorwaarden en parameters die de toestand van een sector, een markt of de economie in het algemeen karakteriseert. Het conjunctuurverloop wordt beoordeeld door middel van zowel kwantitatieve als kwalitatieve indicatoren (zoals enquêtes) die snel beschikbaar zijn na de bestudeerde periode.

Door haar intrinsiek karakter van een kleine open economie, is de toestand van de conjunctuur in België direct gelinkt aan het verloop van de internationale omgeving.

Om een diagnose te stellen van onze economische situatie worden belangrijke macro-economische indicatoren gebruikt zoals:

  • het bbp,
  • de inflatie en
  • de wereldhandel.

De vertrouwensindicatoren vormen eveneens een interessante informatiebron.

De waarneming van de conjunctuur kan echter verder gaan dan de macro-economische aspecten van een land en op een meer gedetailleerd niveau plaatsvinden met name op het niveau van de activiteitensectoren . Bovendien, gezien het belang van de onderlinge afhankelijkheden tussen de sectoren, blijkt het soms nuttig om de recente ontwikkelingen zowel in toeleverende sectoren (AANBOD) als in afnemende sectoren (VRAAG) in de bedrijfskolom vast te stellen om de prestaties van een economische activiteit te bepalen. De transportsector speelt bijvoorbeeld een essentiële rol tussen de groothandel en de kleinhandel.

De analyse van een specifieke sector maakt het ook noodzakelijk om micro-economische gegevens zoals de jaarrekeningen van bedrijven te gebruiken om de drivers van groei of van achteruitgang te identificeren.

Daarom maakt de FOD Economie conjunctuurstudies die de drie pijlers omvatten (MACRO, MESO en MICRO). Naast éénmalige sectorale analyses (gezamenlijke rapporten met de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) sinds 2013, of anderen), stelt de FOD, sinds 2016, een jaarlijks sectoraal panorama op.